De vriendschap tussen het Vaticaan en het IOC
Het Vaticaan steunt Rome met het binnenhalen van de Olympische Spelen van 2024. Niet gek, want in 1960 werd de paus slapend rijk tijdens dit evenement.
Sport & Strategie schreef op Eerste Kerstdag dat Vaticaanstad overweegt om zich aan te sluiten bij de kandidatuur van Rome voor de Olympische Spelen van 2024. Er zou genoeg ruimte zijn voor tijdelijke stadions en accommodatie. ‘Op het Sint Pieter Plein zouden bijvoorbeeld het boogschieten en badminton kunnen plaatsvinden,’ voegde deze site daaraan toe.
Rome 1908
Als Vaticaanstad zich bemoeit met sport levert dat meestal verbaasde reacties op. De paus en sport – wat is dat toch voor een gekke combinatie? Toch bracht Pierre de Coubertin als grondlegger van de moderne Spelen al in 1905 een bezoek aan paus Pius X. Drie jaar later zouden de Spelen in Rome zijn, bij de buren van de paus, wat wellicht de aanleiding hiervoor was. Dat het evenement uiteindelijk in Londen zou worden gehouden na een enorme uitbarsting van de Vesuvius in 1906 wisten de paus en De Coubertin toen nog niet.
In hetzelfde 1905 organiseerde Vaticaanstad wel de eerste sportwedstrijd op zijn grondgebied, waarmee de stad van de Heilige Stoel een sportgeschiedenis heeft, die verder teruggaat dan de oprichting van clubs als Feyenoord of PSV.
Rome 1960
Voor 1960 waren de Olympische Spelen opnieuw aan Rome toegewezen en ditmaal gingen die wel door. De Katholieke Kerk steunde het evenement, en verdiende daarmee veel geld. De communistische krant De Waarheid vestigde namelijk de aandacht op de grote financiële belangen van het Vaticaan, die 400 religieuze instellingen in gebruik had genomen als hotel. ‘Ruimten, waar vroeger monniken in gebed verzonken zaten, werden tot ontvangstzalen ingericht, bidcellen tot badkamers.’ De Italiaanse overheid had hiervoor enorme subsidies over, zodat de kerk zelf relatief weinig hoefde te investeren.
Met groot succes, want het Vaticaan kreeg zo veruit de meeste hotelboekingen tijdens de Olympische Spelen. De Waarheid: ‘Tot schade van de particuliere ondernemingen, vooral van de kleine hotels en pensions.’ De andere hotels in Rome hadden mede door dit overaanbod minder boekingen dan normaal. Wat de overheid en de Katholieke Kerk in 1960 deden, zouden we in onze tijd waarschijnlijk oneerlijke concurrentie noemen.
Welk bedrag het Vaticaan tijdens deze Olympische Spelen heeft verdiend is onbekend, maar vanwege de vele belastingvoordelen als religieuze instelling zal dit niet gering zijn geweest. De paus werd slapend rijk in die dagen. Of, beter gezegd, de paus werd rijk door anderen te laten slapen.
Vlak voor aanvang van de Spelen ontving de paus de olympische beweging op het St. Pietersplein voor een audiëntie. “Moge ieder diep overtuigd zijn van de hoge waardigheid olympisch atleet te zijn,” zei hij tegen enkele honderdduizenden aanwezigen. “Wij bidden de almachtige God voor u, uw ouders en verwanten de overrijke volheid der hemelse gaven.”
‘En slaap lekker in onze hotels,’ mompelde hij er misschien onhoorbaar bij.
Rome 2024
Ruim een halve eeuw later is er weinig veranderd, want volgens het Vastgoedjournaal van 18 maart 2013 is het Vaticaan momenteel de grootste vastgoedbezitter wereldwijd – inclusief een enorm aantal hotels. Elke sporthistoricus in Vaticaanstad zal de huidige paus daarom zo snel mogelijk adviseren om de kandidatuur van Rome voor de Spelen van 2024 te ondersteunen. Een betere manier om slapend rijk te worden, is er niet.