Echt nep: de Olympische Spelen zijn goed voor het toerisme
Oktober is de Maand van de Geschiedenis met als thema Echt Nep. We kijken of de Olympische Spelen goed zijn voor het toerisme in die stad.
Overdrijven is ook een vak
Precies in de Maand van de Geschiedenis presenteert het Franse CBS de cijfers van het afgelopen toeristische seizoen in Parijs. ‘Ondanks de Olympische Spelen in Parijs daalde het totale zomerbezoek (van mei tot en met augustus) in de collectieve toeristische accommodaties van Île-de-France.’
Het gebruik van het woord ‘ondanks’ verraadt een fundamenteel gebrek aan historische kennis over de invloed van megasportevenementen op het toerisme in de organiserende stad of het gastland. Het was veel beter geweest als er had gestaan: ‘Dankzij de Olympische Spelen in Parijs daalde het totale zomerbezoek.’ Dat is namelijk altijd zo.
Barcelona 1992
Barcelona wordt graag gepresenteerd als het bewijs dat de Olympische Spelen ook goed kunnen zijn voor de ontwikkeling van het toerisme, want sinds 1992 bruist de stad tenslotte van de buitenlandse bezoekers. Toch klopt het niet, want tijdens het evenement zélf bleef de verwachte toeristenstroom juist uit. Een half jaar na afloop was er nog steeds geen verbetering en werden de werkloosheid en schuldenlast een groot probleem.
Inderdaad is Barcelona daarna alsnog uitgegroeid tot een toeristische toplocatie, maar dat is voor een groot deel te danken aan stadsplanning, die al gaande was sinds de dood van de Spaanse dictator Franco in 1975. De komst van de Olympische Spelen van 1992 heeft zeker een rol gespeeld bij de groei van het toerisme, maar is absoluut niet de noodzakelijke factor geweest. Zonder de Spelen was dit hoogstwaarschijnlijk ook gebeurd, aldus de European Tour Operators Association (ETOA) in 2006 – pdf hier.
In alle andere gevallen hebben de Olympische Spelen een dramatische invloed gehad op het hotelbezoek en de komst van toeristen. De ETOA heeft verschillende onderzoeken verricht, waaruit blijkt dat er in de 21e eeuw geen enkele olympische gastheer het aantal hotelboekingen en toeristen realistisch heeft voorspeld – niet eens bij benadering. Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat dit ook opgaat voor de Spelen van de vorige eeuw met keer op keer tegenvallende bezoekcijfers.
Beijing
Tekenend zijn de communistische planners in Beijing en hun dramatische prognoses voor het aantal bezoekers en toeristen aan de Spelen van 2008. Waar een grote groei werd verwacht, stortte de hotelmarkt precies in die weken in met bijna veertig procent.
De voorspelde rooskleurige toekomst voor Sochi is opmerkelijk genoeg door Poetin zelf om zeep geholpen, want na de annexatie van de Krim (nota bene tijdens de Paralympische Winterspelen) stimuleerde de Russische leider vooral het toerisme in het verworven gebied. Daar is inmiddels ook geen sprake meer van, ook vanwege een oorlog.
Tijdens de Spelen van 1960 in Rome ging een groot deel van de kleinere hotels kopje onder, omdat de Katholieke Kerk honderden voormalige religieuze instellingen had omgebouwd tot hotel. ‘Ruimten, waar vroeger monniken in gebed verzonken zaten, werden tot ontvangstzalen ingericht, bidcellen tot badkamers,’ aldus de communistische krant De Waarheid. De meeste hotelbezoekers kwamen hier terecht en niet bij de traditionele middenstand – uiterst marktverstorend, dus.
In veel voormalige olympische steden is daarom overcapaciteit ontstaan in de toeristenmarkt. Hotels staan leeg of worden nooit afgebouwd en in plaats van de voorspelde groei ontstaan grote problemen bij de zwakste partijen in de markt. Door de Olympische Spelen vindt een grootschalige herverdeling plaats in het voordeel van de sterkste partijen – of het nou de Katholieke Kerk van 1960 is of Hilton Hotels & Resorts in een willekeurige olympische stad in de 21e eeuw.
Zo oordeelde de ETOA ook over Beijing 2008 in een vernietigend rapport (pdf hier): ‘Voor het toerisme zijn de Olympische Spelen een gif, die de normale vraag verplettert.’
Dat zit dan toch net iets dichter bij de realiteit dan het onderzoek van de Franse statistici