Elias Melkman was de eerste Nederlandse Joodse olympiër die werd vermoord
Precies tachtig jaar geleden werd Elias Melkman vermoord in Auschwitz. Hij was de eerste Nederlandse Joodse olympiër, die slachtoffer werd van de Holocaust.
Het beeld van Prometheus in het Olympisch Stadion, als nagedachtenis aan de omgekomen sporters in de Tweede Wereldoorlog
Elias Melkman deed in 1928 als turner mee aan de Olympische Spelen in Amsterdam. Hij kwam daar zowel individueel als in teamverband in actie – zonder enige podiumplaats. Melkman was onder meer lid van de Amsterdamse turnvereniging Plato, maar tijdens de Spelen woonde hij in Antwerpen en deed daarom mee namens Bergen op Zoom.
Vlak voor aanvang van deze Amsterdamse Spelen wees de Technische Commissie van de Gymnastiekunie Melkman definitief aan voor de Nederlandse turnploeg. De verwachtingen vooraf waren niet al te hoog, blikte Limburger Koerier vooruit: ‘De Nederlandsche ploeg, zal zeker geen gemakkelijke taak hebben.’
Het tijdschrift Revue der Sporten vervolgde: ‘In het gunstigste geval kan men verwachten, dat de Nederlandsche ploeg vóór Luxemburg geplaatst wordt en misschien vóór Hongarije.’ De ploeg eindigde uiteindelijk op de achtste plaats, waarbij Melkman in de kranten als één van de beste van zijn ploeg werd beschouwd. Volgens de statistieken haalde hij zelfs de meeste punten van zijn team en zo kwam de wens van De Revue uit: Nederland eindigde bóven Luxemburg en Hongarije.
In het dagelijks leven was Melkman diamantslijper. Vanuit het Belgische Berchem werd hij met zijn echtgenote Helena Melkman – Van Gelder afgevoerd, blijkt onder meer uit Het Belgisch Staatsblad van 15 juni 1952. Op 3 januari 1942 werd het echtpaar vermoord in Auschwitz. Melkman was daarmee de eerste Nederlandse Joodse olympiër, die slachtoffer werd van de Holocaust. Ook zijn ouders Philippe en Jansje en zussen Marianne en Judith werden in Auschwitz vergast, op 11 september 1942.
Enkele maanden na de Bevrijding, op 12 augustus, was er in het Ajax-stadion een turnmanifestatie. De Amsterdamse voetbalclubs Ajax, Blauw-Wit, DWS en De Volewijckers bedankten zo de Friese bevolking, met name die van Heerenveen, voor het opvangen van 76 jonge Amsterdamse voetballertjes tijdens de Hongerwinter. ‘Jammer was het,’ aldus De Waarheid, ‘dat het peil van het Amsterdamse keurcorps, zowel bij de dames als heren, nog niet op het vooroorlogse peil stond. Het corps moet nodig versterkt worden en de oefenstof opgevoerd. Ook de turnwereld heeft in deze oorlog helaas een hoge tol moeten betalen, keurturners als Werkendam, Caranca, Zwaaff, Melkman en Koek zijn in nazi-kampen gebleven.’
Een juiste en trieste conclusie, want geen sport werd zo zwaar getroffen door de Holocaust als het turnen. In totaal zijn er tien Nederlandse olympische turners vermoord – het hoogste aantal van alle sporten.