Hengelo stond klaar om de Paralympische Spelen van 1992 te organiseren, met het Fanny Blankers-Koen Stadion als middelpunt
Amsterdam wilde de Olympische Spelen van 1992 organiseren. In de schaduw van deze campagne deed Hengelo een poging om de Paralympische Spelen naar Overijssel te halen.
Het logo van Hengelo 1992. Afbeeldingen afkomstig uit de ingezonden kandidatuur
De Paralympische Spelen van 1980 waren in Arnhem. Dit evenement was in die tijd nog niet gekoppeld aan de Olympische Spelen, zoals nu het geval is.
Dat was nog steeds zo toen Amsterdam zich kandidaat had gesteld voor de Olympische Spelen van 1992. De stad toonde amper belangstelling voor de gehandicaptensport, zo blijkt uit een campagnerapport, dat in juni 1985 werd aangeboden aan zowel het stadsbestuur als het IOC. Pas helemaal aan het eind werden er twee zinnen aan besteed. ‘Bij gelegenheid van de Olympische Spelen in 1992 in Amsterdam zullen ook Spelen voor Gehandicapten plaatsvinden. Over de opzet moet nog worden beslist.’
Zure brief
Het initiatief hiervoor werd in 1985 genomen door de Nederlandse Invaliden Sportbond (NIS) met een oproep om de Paralympische Spelen naar Nederland te halen. Amsterdam liet dat aan zich voorbij gaan, waarop Arnhem, Assen, Eindhoven, Haarlem, Hengelo en Utrecht zich presenteerden. Een speciale commissie beoordeelde hun plannen om zo te bepalen wie als officiële kandidaat werd voorgedragen.
Het Nederlands Olympisch Comité weigerde om plaats te nemen in deze commissie, tot verbazing van de gehandicaptensport. Op 15 mei 1986 schreef de sportkoepel nog wel een zure brief aan de gemeente Haarlem vanwege het gebruik van de vijf olympische ringen in de aanbeveling, ook al werd die alleen maar in besloten kring gedeeld. ‘Het IOC en het N.O.C. bezitten de exclusieve rechten van dit beeldmerk.’
De steden maakte er een onderlinge strijd van, waarvoor de NIS tien criteria opstelde. Er werd gelet op de aanleg van een Paralympisch Dorp, de geringe reisafstanden en natuurlijk de noodzakelijke aanpassingen voor de sporters. Voor elk criterium werden nul tot vier punten uitgedeeld, waarop het eindoordeel werd gebaseerd.
In het slotrapport van de NIS werden Assen, Eindhoven en Hengelo voorgedragen als de meest geschikte kandidaten, waaruit de definitieve voordracht werd bepaald. ‘De commissie is unaniem tot de slotsom gekomen dat de gemeente Hengelo de voorkeur geniet.’
Het voorstel voor het Olympisch Dorp van Hengelo
Fanny Blankers-Koen Stadion
De plannen van Hengelo voor het Paralympisch Dorp waren uitstekend. Daarbij had de stad de beschikking over het Fanny Blankers-Koen Stadion, dat werd ingezet voor zowel de atletiekwedstrijden als de opening- en slotceremonie. En dan lagen alle faciliteiten ook nog eens heel dicht bij elkaar in de buurt.
Zo was Amsterdam in de race voor de Olympische Spelen van 1992 en Hengelo voor de Paralympische Spelen. Er zal daarom stevig zijn gevloekt in Overijssel toen het IOC koos voor Barcelona, omdat daarmee alle plannen en ideeën voor niets bleken te zijn.
Assen haalde de schouders op na het afwijzen van zijn inzending, omdat deze stad ook in de race was voor de Wereldspelen voor Gehandicapten van 1990. Een maand later werden die inderdaad toegewezen aan de Drentse hoofdstad, waar 2200 sporters aan meededen.
En zo is Arnhem nog steeds de enige Nederlandse stad, die de Paralympische Spelen heeft georganiseerd.