Het 50 meterbad bij het Olympisch Stadion werd binnen een maand alweer afgebroken
Tijdens de Olympische Spelen van 1928 lag er een zwembad bij het Olympisch Stadion. Tot woede van de Amsterdammers werd dat na afloop van de wedstrijden weer gesloopt.
De bouw van het 50 meterbad naast het Olympisch Stadion. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
Amsterdam organiseerde de Olympische Spelen van 1928. Het Olympisch Stadion werd ervoor gebouwd, maar er waren toen meer locaties in gebruik. Deze luchtfoto laat dat duidelijk zien.
Linksonder ligt het Nederlandsch Sportpark uit 1914. Op het plein tussen die twee stadions waren twee tijdelijke hallen gebouwd voor het schermen en de krachtsporten. Tegenwoordig staan daar de twee voormalige garages van Citroën.
Op de foto valt het aan de rechterzijde net buiten beeld, maar daar lag het zwembad, inclusief duikplank. In het officiële rapport van deze Spelen staat dat de aanleg, inclusief een aansluiting van de waterleiding en een warmwaterinstallatie, precies ƒ 150.338,59 had gekost. Als we dat omrekenen naar onze tijd is dat grofweg te vergelijken met een bedrag van ruim twee miljoen euro.
Ik bedoel dus precies 96 jaar geleden. Meer film staat hier.
6000 bezoekers
Aanvankelijk was het idee om de zwemwedstrijden te houden in de Ringvaart, maar dat bleek hiervoor niet geschikt. En zo werd het zwemstadion ontworpen.
Het bad had een lengte had van vijftig meter en was achttien meter breed. ‘De grootste diepte bedroeg bij den springtoren 5 M,’ aldus het officiële verslag. ‘Langs drie zijden waren tribunes gebouwd, die plaats boden voor ongeveer 6000 bezoekers.’ Er waren twintig kleedkamers voor de mannen en zestien voor de vrouwen.
De plattegrond
Duur vermaak
De organisatoren van deze Spelen waren aanvankelijk van plan om dit zwembad over te dragen aan de gemeente Amsterdam, zodat dit na afloop door het publiek in gebruik kon worden genomen. In ruil daarvoor zou de stad een deel van de kosten betalen.
Dat aanbod werd verworpen, omdat het bad niet in het stedelijke bouwplan paste. ‘Terwijl van alle kanten betoogd is, dat het aantal zwemgelegenheden dringend uitbreiding behoeft, wordt een bestaand zwemstadion, dat in Nederland zijns gelijke niet vindt, geslecht,’ zo schreef Sumatra Post. ‘Dat dit waarlijk geen overbodige luxe is, moge blijken uit het feit, dat in heel Nederland geen behoorlijke gelegenheid is om groote zwemwedstrijden te houden.’
Daarmee werd dit 50 meterbad alleen gebruikt voor de olympische wedstrijden van 4 tot en met 11 augustus 1928. Na afloop werd er nog wel gebruik van gemaakt voor zwemwedstrijden tijdens de Dooven Olympiade, maar dat duurde maar enkele dagen. Er werd dan ook geen degelijk fundament aangelegd, omdat het toch meteen weer zou verdwijnen.
Het had er daarmee nog geen maand gelegen. ‘Wel wat een duur vermaak!,’ vond het Leeuwarder Nieuwsblad.
Zwemwedstrijden tijdens de Olympische Spelen. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
Verzakt
Pas twee dagen vóór de zwemwedstrijden kregen de sporters toegang voor trainingen. De Amerikanen vonden het er maar niets, nadat ze verschillende dode beesten hadden gevonden.
Bij gebrek aan trainingsfaciliteiten moesten de zwemmers op zoek naar een geschikt alternatief, dat een beetje leek op het 50 meterbad in Amsterdam. Dat vonden ze in Haarlem in De Houtvaart. Een groot deel van de Amerikaanse ploeg vond zelfs dat onvoldoende en reisde helemaal naar Parijs om zich daar voor te bereiden!
Aan het einde van de olympische wedstrijden bleek het bassin al zo’n veertig centimeter te zijn verzakt, bij gebrek aan fundament. Op de slotdag was dagblad De Tijd daarom een beetje treurig. ‘Eenige dagen achtereen heeft het zwembad een kleurig beeld vertoond van belangstellenden en deelnemers, allen, wat men noemt frisch gestemd. Hoera’s hebben er geklonken, vroolijkheid heeft er geheerscht. Nieuwe kampioenen zijn er toegejuicht, anderen zijn, nagestaard met een medelijdenden veelzeggenden blik van: „Hij heeft zijn tijd gehad”.’
Toch moest het verdwijnen vanwege de bokkigheid van de stad Amsterdam. ‘De heeren die het weten kunnen, beschikken anders, en zoo heeft reeds nu, het zwemstadion zijn tijd gehad. Dat zou slechts te betreuren zijn. In ieder geval mag het zwembassin niet verdwijnen, zonder dat er door belanghebbenden niet alle mogelijke moeite is gedaan voor zijn behoud. Dan treft den zwemmers later geen verwijt.’
De oproep was tevergeefs, want binnen een maand na de slotceremonie werd dit 50 meterbad gesloopt. En dat voor maar twee miljoen euro.