Het eerste Nederlandse boek over de Olympische Spelen verscheen in 1735
De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen heeft een webinair georganiseerd over de geschiedenis van de Olympische Spelen. In één van de vier lezingen vertelde Onno van Nijf over de oudste boeken over de klassieke Spelen. Nu ook te zien op Sportgeschiedenis.
De Olympische Spelen bestaan 125 jaar. In aanloop naar de corona-editie in Tokio organiseerde de KNAW een online lezingencyclus over de geschiedenis van dit evenement in zowel de klassieke tijd als nu. De vier sprekers waren Irene de Jong (hoogleraar klassiek Griekse taal- en letterkunde, Universiteit van Amsterdam), Onno van Nijf (hoogleraar oude geschiedenis, Rijksuniversiteit Groningen), Sofie Remijsen (universitair docent oude geschiedenis, Universiteit van Amsterdam) en Marjan Olfers (hoogleraar sport en recht, Vrije Universiteit Amsterdam).
Van Nijf vertelde onder meer over de oudste literatuur over de klassieke Olympische Spelen, die in feite de brug vormen tussen de klassieke tijd in Olympia en de heropleving in de negentiende eeuw, leidend tot de oprichting van het IOC precies 127 jaar geleden en de eerste moderne Olympische Spelen van 1896. Zo blijkt dat Theodorus Antonides in 1735 auteur was van Olympia, dat is Olymp-speelen der Grieken, nagebootst van den Romeinen, uit oude Griekse en Romeinse schryvers opgehaalt, dat daarmee het oudste Nederlandstalige werk is over de olympische geschiedenis, bijna 300 jaar oud.
Antonides was predikant in onder meer Menkeweer, volgens Wikipedia even boven Onderdendam aan de Warffumermaar. Daar bedoelen ze mee tussen de stad Groningen en de Waddenzee, daar waar de grond te veel beeft.
Antonides was een Groningse dominee, die zijn werk publiceerde om ‘de glans van de majesteit van de hoogwaardige Godtlyke Openbaring op te luisteren’. Van Nijf, die hierover ook schrijft in het recent verschenen boek Sportgeschiedenis, onderdeel van de serie Elementaire Deeltjes’, merkte daarbij op dat dit boek zelfs het eerste over de Olympische Spelen dat in een volkstaal werd geschreven, dus niet in het Latijn.
Dat er rond de moderne Olympische Spelen veel mythevorming is, met een enorme hoeveelheid invented traditions zoals het olympisch vuur, werd tijdens de lezingen duidelijk aangetoond. Het is daarom de moeite om ze allemaal nog eens terug te kijken. En de KNAW moet dit zeker vaker doen, hopelijk weer eens allemaal bij elkaar in een echte ruimte zonder schermen tussen ons in. Maar daarvoor moeten we eerst nog even afrekenen met een vervelende pandemie.