NieuwOlympische Spelen

Het Internationaal Olympisch Comité heeft nieuwe fascistische vrienden

Het Internationaal Olympisch Comité heeft een foto verspreid van voorzitter Thomas Bach met de Italiaanse fasciste Giorgia Meloni. Het IOC blaast zo een oude traditie nieuw leven in. 

IOC-voorzitter Henri de Baillet-Latour (links) en Adolf Hitler tijdens de opening van de Olympische Spelen in Berlijn. Foto Bundesarchiv via Wikicommons

In de geschiedenis van het IOC zijn er veel foto’s gemaakt van sportbestuurders, vriendelijk lachend naast mensenrechtenschenders  – of het nou, fascisten, nazi’s, antisemieten of communisten waren. In veel gevallen waren die sportbestuurders trouwens zélf die mensenrechtenschenders. De foto van Bach en Meloni past daarmee in een lange en vooral dubieuze traditie.

Het maakt weer nieuwsgierig hoe de historische banden zijn tussen de olympische beweging en dictatoriale regimes. Veel gebeurtenissen van vóór de Tweede Wereldoorlog zijn simpelweg vergeten en nooit meer opnieuw bekeken. Zo was er één IOC-lid dat zich openlijk keerde tegen de nazi-Spelen van 1936, waarvoor hij zwaar werd gestraft door zijn eigen organisatie.

Fascisten en communisten 

De Olympische Spelen van 1936 waren in nazi-Duitsland, zowel de Winterspelen als Zomerspelen. Vier jaar later was Japan gastheer van beide evenementen, dat zich in die tijd schuldig maakte aan enkele van de grootste oorlogsmisdaden van de vorige eeuw. Uit die tijd zijn als vanzelfsprekend veel afbeeldingen van sportbestuurders met dictatoriale types.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog heeft het IOC dit nooit onderzocht. Integendeel, want er waren toen minstens zeven IOC-leden uit Italië, Frankrijk en Duitsland, die zich schuldig hadden gemaakt aan oorlogsmisdaden en collaboratie. Zo werd Francois Pietri in eigen land voor vijf jaar het staatsburgerschap van Frankrijk ontnomen voor zijn gedrag, waar landgenoot Marquis Melchior de Polignac berucht werd als één van de ergste collaborateurs.

Het IOC daarentegen handhaafde deze oorlogsmisdadigers. Na hun dood werden ze zelfs geëerd voor hun olympische werk, zonder dat er ook maar één woord werd gezegd over de misdaden, waarvoor deze mensen waren veroordeeld.

En dan zijn er nog de twee voormalige IOC-voorzitters Juan Antonio Samaranch en Avery Brundage met allebei een zwart verleden. Samaranch heeft actief gediend onder het Spaanse fascistische regime van Franco. Brundage was een adembenemende mix van racisme, fascisme en antisemitisme.

Binnen communistische regimes werden ook dubieuze vrienden gevonden, zoals in Moskou in 1980 en twee keer in Beijing, zowel in 2008 als dit jaar.

Royement

Dat maakt het extra pijnlijk wat er is gebeurd met Ernest Lee Jahncke, sinds 1927 namens de Verenigde Staten onderdeel van het IOC. In het dagelijks leven was hij een belangrijk man bij de Amerikaanse marine.

In aanloop naar de Olympische Spelen van 1936 in Duitsland protesteerde Jahncke luid tégen de organisatie van dit sportevenement in het nationaalsocialistische land. Hij pleitte zelfs voor een Amerikaanse boycot van Berlijn 1936 – uniek voor een IOC-lid. ”Sportiviteit en Hitler gaan niet samen,” zo ongeveer vatte hij zijn weerzin samen.

Jahncke riep daarmee enorme weerstand binnen zowel de Amerikaanse sport als zijn eigen olympische kringen. Brundage omschreef als voorzitter van het Amerikaans Olympisch Comité de oproep tot boycot als verraad aan de Amerikaanse atleten. Ook vanuit het IOC werd de druk steeds groter om terug te treden, vooral door de Belgische voorzitter Henri de Baillet – Latour, maar Jahncke negeerde dat allemaal. Er werd daarom een complot gesmeed op het hoogste olympische niveau.

Tijdens de Olympische Winterspelen van 1936 in Garmisch-Partenkirchen belegde het IOC in het grootste geheim een vergadering, waarvan Jahncke vooraf niet op de hoogte werd gesteld, zo stond in 2011 in het vaktijdschrift Journal of Olympic History. Er waren dan ook maar vijftien mensen aanwezig, die ongeveer twee uur hebben gesproken over de Amerikaanse dissident. In de zomer van 1936, vlak voor de openingsceremonie, werd Jahncke met onmiddellijke ingang geroyeerd.

In zijn plaats als IOC-lid kwam – jawel – Brundage, die van 1952 tot en met 1972 IOC-voorzitter zou zijn. Jahncke was zo het eerste IOC-lid dat werd geroyeerd, wat daarna nooit meer is herroepen. Het IOC royeert namelijk liever mensen die tégen het fascisme zijn dan de fascisten zelf.

En nog steeds, weten we sinds deze week weer.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.