Het Olympisch Stadion van Helsinki werd gebouwd voor de vrede, maar werd gebombardeerd door de Sovjet-Unie
Nederland speelt zaterdag in het Olympisch Stadion van Helsinki een uitwedstrijd tegen Finland. Tijdens de bouw van dit stadion brak een oorlog uit met de Sovjet-Unie.
Het Olympisch Stadion in Helsinki, afbeelding uit 1938 van het Helsinki City Museum via Europeana
Het Finse stadion heeft een indrukwekkende geschiedenis, vanaf het begin getekend door oorlogen. Nadat Tokio zich in juli 1938 terugtrok als gastheer voor de Olympische Spelen kreeg Helsinki alsnog de organisatie. ‘Met vreugde nam het Finsche volk deze vereerende opdracht aan en geen offer schuwend, werd overal met de voorbereidende werkzaamheden begonnen,’ zo verklaarde het land.
De Olympische Spelen van 1940 zullen een feest worden
Wederzijds begrijpen
Het zat de organisatie niet mee, want in september 1939 begon de Tweede Wereldoorlog. Voor de Finnen was dat een extra aansporing om door te gaan, zo zei het organisatiecomité in februari 1940. ‘Wij vermoedden, dat ook in oorlogstijd die Olympische gedachte hoog gehouden zou worden, omdat zij de volkeren der aarde in het teeken van den vrede en de broederschap vereenigt.
Ja, wij beschouwden het zelfs als onze plicht de Spelen voor te bereiden, omdat de waarde in deze omstandigheden en als ideaal het grootst was. Wij hadden immers, kort na de ons gegeven opdracht om de Spelen te organiseeren, de navolgende oplossing uitgekozen: De Olympische Spelen 1940 zullen een feest worden, dat in mensch en volk den wensch tot wederzijdsch begrijpen versterkt en als een ideaal des vredes over de van tegenstrijdigheden en wantrouwen vervulde wereld staat.’
Het Olympisch Stadion van Helsinki tijdens de bouw
Winteroorlog
En toen viel de Sovjet-Unie op 30 november 1939 zonder oorlogsverklaring Finland binnen. Er kwamen 30.000 evacués naar Helsinki en de scholen werden gesloten. De voorbereidingen voor de bouw van het stadion werden tijdelijk gestaakt.
Het Olympisch Stadion was zo opeens van functie veranderd met bovenop de Marathontoren een afweerbatterij, vanwaar vijandelijke vliegtuigen en schepen onder vuur werden genomen. Het contrast met het olympisch vuur, dat daar had moeten branden als symbool voor vrede en verbondenheid, kon niet groter zijn.
Eind 1939 werd de omgeving van het stadion zelf gebombardeerd. ‘Minder dan een jaar lag voor ons tot de vreedzame opening van dit feest,’ reageerde het organisatiecomité, ‘toen het bolsjewistische Rusland al zijn overeenkomsten met Finland verbrekend, den verrassenden, brutalen aanval tegen ons vreedzame volk ondernam. Zijn moorddadige gevoelens toonde het tegelijk, toen het de Olympische Stad bombardeerde, vrouwen en kinderen met machinegeweren vermoordde en zijn doel openbaarde onze zelfstandigheid door bloed en vuur te vernietigen. Het Finsche volk staat thans gewapend om die onafhankelijkheid te verdedigen.’
En zelfs tijdens deze Winteroorlog gingen de voorbereidingen voor de Spelen door. Er werden gewoon kaartjes verkocht!
Toch bleek al snel dat doorgang van deze Spelen niet was vol te houden, ondanks een oproep van de Finnen om wereldwijde steun. ‘Wij roepen onze sportkameraden en sportbeoefenaren in alle deelen der wereld op, in deze oogenblikken Finland te gedenken, het land dat de organisatie der Spelen toevertrouwd werd, het land dat met inspanning van al zijn krachten zich de moeite gaf, deze vereerende opdracht zoo goed mogelijk te vervullen en dat nu plotseling door een grootmacht uit machtsbegeerte, brutaal en rechtloos aangevallen werd.’
Vergeet ons niet, was het einde van deze smeekbede. ‘Zal deze mededeeling van het Organisatiecomité de laatste zijn? Het ligt aan U sportsmen der geheele wereld, of deze vraag met „ja” of „neen” beantwoord zal worden.’
Geen sportverbroedering, maar rouw
Feest van de sport
Het werd ‘neen’, want ruim een maand later trok in ieder geval Nederland zich al terug. “Is het verantwoord thans een ploeg jonge menschen geruimen tijd uit te zenden, ver weg van eigen land?” stelde NOC-voorzitter Alphert Schimmelpenninck van der Oye de retorische vraag. “Bovendien: het karakter van de Olympische Spelen moet zijn een verbroederingsfeest, een feest van de sport, een feest van de jeugd der geheele wereld. En is dit mogelijk in dezen tijd?”
In plaats daarvan overwoog het NOC om Nationale Spelen te houden in de zomer van 1940, net zoals in 1916 toen de Spelen van Berlijn vanwege de Eerste Wereldoorlog werden afgelast. Dit voornemen werd overigens nooit uitgevoerd, omdat kort daarna Nederland zelf ook de oorlog werd ingezogen.
IOC-voorzitter Henri De Baillet-Latour zei in diezelfde tijd desgevraagd dat hij al een tijd geen contact meer had gehad met de Finse organisatie. De beslissing om het evenement af te lasten, lag volgens deze bestuurder geheel in Helsinki. “Het staat het Finsche comité geheel vrij een beslissing te nemen.”
Op 12 maart 1940 kwam er een einde aan de gevechtshandelingen. De Olympische Spelen zouden dat jaar uiteindelijk toch niet doorgaan. De openingsceremonie had op 3 augustus moeten zijn, maar op die dag vulde het Olympisch Stadion zich met tienduizenden mensen om stil te staan bij de Finse sporters, die werden gedood tijdens de Winteroorlog. Geen sportverbroedering, maar rouw.