NieuwOlympische Spelen

Jesse Owens en Adolf Hilter spelen de hoofdrol in de sportmythe van de eeuw

Over het leven van Jesse Owens bestaan veel misverstanden, zoals de weigering van Adolf Hitler om hem de hand te schudden op de Olympische Spelen van 1936.

In 1972 was Jesse Owens eregast op de Olympische Spelen in München. Foto uit de collectie van Sportimonium via Europeana

Op 31 maart 1980 overleed Jesse Owens, één van de meest legendarische atleten van de vorige eeuw. In een eindexamen geschiedenis op het VMBO van een jaartje of tien geleden stond over hem de volgende vraag: ‘Tijdens de Olympische Spelen in Berlijn (1936) was Adolf Hitler bijna iedere dag aanwezig in het Olympisch stadion. Hij liet zich graag fotograferen met Duitse medaillewinnaars. Maar vóór de huldiging van de zwarte Amerikaanse atleet Jesse Owens, die vier gouden medailles won, verliet Hitler het stadion. Leg uit waarom Hitler op basis van zijn politieke ideeën niet bij de huldiging van Owens wilde zijn.’

Hierop was maar één antwoord goed geweest: dit is nooit gebeurd, maar niets anders dan een hardnekkige mythe over de Amerikaanse atleet. De geschiedenisleraar die deze vraag heeft verzonnen, mag daarom terug naar de klas – samen met de commissieleden die dit hebben laten passeren.

IOC-voorzitter De Baillet Latour

Onder meer de Duitse sporthistoricus Volker Kluge deed uitvoerig onderzoek in het Journal of Olympic History. Een belangrijke rol in het verhaal van Owens en Hitler, zo blijkt, wordt ingenomen door IOC-voorzitter Henri de Baillet-Latour. Deze sportofficial had een persoonlijk onderhoud gehad met Hitler nadat deze op de eerste dag van de Spelen een aantal Duitse en Finse kampioenen in zijn loge had ontvangen om ze persoonlijk te feliciteren. Namens het IOC protesteerde hij hiertegen, omdat deze ontmoetingen niet volgens het protocol waren. Of álle kampioenen moesten worden ontvangen, of geen één. Hitler beloofde dat hij zich voortaan aan die regels zou houden en dat hij geen enkele kampioen meer zou ontvangen in zijn loge.

De volgende dag won Owens zijn eerste gouden medaille. Hij werd na zijn zege inderdaad niet ontvangen door Hitler – geheel conform de afspraak met het IOC. Wellicht kwam het Hitler goed uit, maar er zaten geen openlijke politieke motieven achter.

Daarnaast verliet Hitler niet na de zege van Owens het Olympisch Stadion, maar al de dag ervoor toen de zwarte Amerikaanse hoogspringer Cornelius Johnson als eerste eindigde. En ook in dit geval lijkt dat geen politieke keuze te zijn geweest van Hitler, maar het gevolg van een dramatische organisatie.

Kluge schreef in zijn reconstructie dat het hoogspringen enorme vertragingen opliep door er maar liefst veertien (14!) medailleceremonies in te proppen. Hierdoor duurde deze finale uren langer dan gedacht – frustrerend voor zowel de sporters zelf als de toeschouwers. Het stadion stroomde daarom in hoog tempo leeg en ook Hitler bleef niet tot het eind.

Klassenstrijd

Eén mythe blijkt zo een vermenging van twee verschillende verhalen: over Johnson en over Owens. En beide worden keer op keer ook nog eens verkeerd verteld. Hoe kan dat toch?

Hoe langer die Spelen zijn geleden, hoe verder de verhalen afdrijven van de realiteit. De vraag daarom is waar het idee vandaan komt dat Hitler wegliep om Owens te omzeilen. Al helemaal omdat De Indische Courant op 5 augustus 1936 schreef dat Hitler wél de hand had geschud van Owens – ter vergroting van alle verwarring.

Nog geen twee maanden later bracht het communistische dagblad De Tribune het verhaal van een weigerachtige Hitler al als onweerlegbaar feit: ‘Toen Owens de tribune opklom, om door de rijkskanselier Hitler ontvangen te worden, trof hij deze niet aan; de heer rijkskanselier was voor hem weggelopen. De „Leider” van een volk van 60 millioen mensen was bang, om een 22-jarige neger-student de hand te reiken, de zoon van een arme boer uit Alabama, de arbeider, de overwinnaar. De overwinnaar niet alleen van de bloem der wereld-athleten, maar ook van de gehele reactionaire filosofie van de rassenhaat en de oorlogsvoorbereiding.’

Zo werd Owens zonder te vragen de aanvoerder van de algemene klassenstrijd. Dat hiervoor de feiten wat herschikt werden, was bijzaak. Het is bijzonder interessant om te zien dat dit politieke spel zo snel begon, nog geen twee maanden na de Berlijnse Spelen. De propaganda wacht op niemand.

Medailles gestolen

In de maanden dat deze propagandastrijd rond Owens begon, gebeurde er iets heel vreemds met zijn vier gouden medailles. De kampioen had deze uitgeleend aan het Amerikaanse Olympische Comité voor een tentoonstelling, waar ze werden gestolen. Nooit is achterhaald wie hiervoor verantwoordelijk is geweest, maar het is wel vreemd dat nota bene het Amerikaanse comité zo onzorgvuldig was met dit historische materiaal.

Pas in 1960 kreeg Owens replica’s van deze medailles, en dan nog niet eens op initiatief van het Amerikaanse Comité, dat toch iets goed had te maken. Het was nota bene het Duitse Olympische Comité dat zich hiervoor had ingezet!

Het was wel tekenend voor de relatie tussen Owens en zijn geboorteland, want na thuiskomst uit Berlijn wilde president Roosevelt hem niet de hand schudden. De verkiezingen kwamen eraan en de president vreesde stemmenverlies als hij met een zwarte atleet op de foto werd gezet – zelfs als dat Owens was. Wel goed voor propaganda tegen de nazi’s, maar niet om de verkiezingen te winnen.

Zoals Owens samenvatte: “Although I wasn’t invited to shake hands with Hitler, I wasn’t invited to the White House to shake hands with the President either.”

Waarmee bewezen is hoe effectief propaganda kan zijn, want zelfs Jesse Owens geloofde uiteindelijk in de mythe van 1936. Als hij op het VMBO had gezeten, was hij in ieder geval geslaagd voor zijn geschiedenisexamen.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.