Jesse Owens had meer last van IOC-voorzitter Avery Brundage dan van Adolf Hitler
De Olympische Spelen bestaan 125 jaar – het onderwerp van de expositie Olympia aan Zee in Den Haag. In samenwerking met Europeana vertel ik tientallen verhalen, met gebruik van internationaal archiefmateriaal. In het zestiende deel Jesse Owens.
Foto via Wikicommons
Jesse Owens is één van de meest legendarische sporters van de vorige eeuw. Deze Amerikaanse atleet won vier gouden medailles op de Olympische Spelen in Berlijn, nota bene bij de ereloge van Adolf Hitler. Het werd een symbolisch sportmoment: de zwarte atleet versloeg de nazi’s. Het vrije Amerika won de strijd van het dictatoriale Duitsland, in ieder geval op het sportveld.
Owens versloeg bij het verspringen de Duitse atleet Luz Long, helemaal rechts op de foto. Niemand zag er arischer uit dan Long. Hij was lang, had blond haar en blauwe ogen. Maar zo voorspelbaar is de geschiedenis gelukkig niet, want Long en Owens werden grote vrienden. Na afloop van de wedstrijd liepen ze gearmd het veld af. En dat vond Owens veel belangrijker dan die vier medailles.
Foto Bundesarchiv via Wikicommons
Owens had eigenlijk meer last van het Amerikaans Olympisch Comité dan van Adolf Hitler, vooral van het racistische IOC-lid Avery Brundage. Deze sportbestuurder legde Owens kort na de Spelen een levenslange schorsing op, waardoor de atleet alleen nog maar geld kon verdienen met wedstrijden tegen paarden. Een paar maanden na de Olympische Spelen was het symbool van de vrije wereld een circusartiest geworden voor blank vermaak.
Screenshot uit film via Österreichische Filmmuseum
Daarna maakte het Amerikaans Olympisch Comité ook nog eens de vier gouden medailles kwijt die Owens had gewonnen. Het comité had die geleend voor een expositie, waar ze zijn verdwenen. Pas in 1960 kreeg Owens vier replica´s als vervanging. Niet op initiatief van het Amerikaans Olympisch Comité, dat iets goed had te maken, maar het Duits Olympische Comité!
Foto via Wikicommons
Het was allemaal ontzettend vernederend, zei Owens later. Het rennen tegen paarden was puur racisme, net als het gedrag van Avery Brundage. En dan werd die vreselijke man later ook nog IOC-voorzitter.
In Duitsland bleef Owens altijd een grote naam. In 1972 werd hij daarom als eregast uitgenodigd op de Olympische Spelen van München, de eerste in Duitsland sinds 1936.
En ook in het straatbeeld is zijn naam vastgelegd, onder meer in Amsterdam en Almere met straatnamen. En natuurlijk één in Berlijn: de Jesse-Owens-Allee bij het Olympisch Stadion van 1936. Zo zijn er gelukkig méér straten naar Owens vernoemd dan naar die Amerikaanse racist, die veel te lang voorzitter is geweest van het IOC.