Koningin Wilhelmina boycotte de opening van de Olympische Spelen in Amsterdam
Koning Willem-Alexander heeft gedurende zijn ambtsperiode alle openingen meegemaakt van de Olympische Spelen. Koningin Wilhelmina daarentegen bleef weg van de openingsceremonie van de Spelen in Amsterdam, tot verbazing van de rest van de wereld.
Het is traditie dat het staatshoofd de officiële opening verricht van de Olympische Spelen. Op 6 februari 1928 was er nog geen vuiltje aan de lucht, in aanloop naar de Spelen van Amsterdam. Het Nieuwsblad van het Noorden schreef die dag: ‘Zooals bekend schrijft het Olympisch Protocol voor, dat het hoofd van den staat de officieele opening van de Olympische Spelen persoonlijk zal bekrachtigen. Het organiserende comité zal natuurlijk niet in gebreke blijven H. M. de Koningin uit te noodigen en zeer waarschijnlijk zal H. M. aan deze uitnoodiging gevolg geven.’
Nog diezelfde week werd dit bericht echter ontkend. ‘Men deelt ons mede’, aldus dagblad Het Centrum op 9 februari, ‘dat te bevoegder plaatse niets bekend is omtrent hetgeen in verschillende dagbladen gemeld werd betreffende het aandeel, dat de Koningin zal nemen in de opening der Olympische Spelen te Amsterdam.’
Enkele maanden later bevestigde Wilhelmina definitief dat ze vanwege een bezoek aan Noorwegen inderdaad niet aanwezig zou zijn bij de plechtigheid in Amsterdam. Zij liet zich vervangen door haar echtgenoot, prins Hendrik. De verwarring was groot, want de afwezigheid van een staatshoofd was nogal bruut.
Goddeloos
Op 2 juni analyseerde de Nieuwe Rotterdamsche Courant dit pijnlijke vraagstuk. ‘Men tast nog steeds in het duister omtrent de reden en men heeft hier en daar niet geschroomd op weinig delicate wijze uiting te geven aan de ontstemming van deze beslissing.’
Iedereen riep maar wat, net als in onze tijd. Zo waren er deskundigden, die zeker wisten dat de boycot verband hield met het ‘goddelooze’ van de Olympische Spelen. Vrouwen mochten hier tenslotte aan meedoen als volwaardige sporters en alsof dat nog niet erg genoeg was eerbiedigden de olympiërs niet eens de zondagsrust!
Of was de koningin misschien ontstemd over het olympisch protocol, dat haar dwong om de opening te verrichten zonder haar vooraf te vragen of ze hier wel behoefte aan had? ’We kunnen ons zoo voorstellen’, dacht de N.R.C. hier hardop over na, ‘dat er een staatshoofd is met de fierheid om autocratischer te zijn dan de samenstellers van dit protocol en de beslissing aan zich te houden.’
Tientallen jaren later toonde Paul Arnoldussen aan dat deze courant het bij het rechte eind had gehad. Wilhelmina was inderdaad bijzonder ontstemd geweest dat het IOC haar voorschreef op welk moment zij de Olympische Spelen in haar eigen land moest openen. Het zat haar vooral dwars dat zij als staatshoofd van Nederland niet in de gelegenheid was gesteld om zelf te bepalen wanneer die openingsceremonie plaatsvond, maar dat dit in een ver buitenland werd bepaald. Ondanks internationale kritiek bleef ze weg bij de opening. De vorstin liet zich niet de wet voorschrijven door het Internationaal Olympisch Comité, zelfs niet door eventuele internationale hoon.
Koele gereserveerdheid
Later bemoeide de koningin zich nog wel enkele keren met de Olympische Spelen. Zo organiseerde ze een feest in het Paleis op de Dam, waarvoor tien deelnemers per olympische delegatie waren uitgenodigd. Verder bezocht ze onder meer het turnen, de paardenraces en de slotdag, waarop ze de gouden medailles uitreikte. En juist tijdens die slotbijeenkomst toonde het Nederlandse publiek zijn onvrede over de koninklijke boycot, alhoewel de koningsgezinde kranten hierover zwegen.
Het socialistische dagblad Voorwaarts meldde op 13 augustus dat de slotdag van de Spelen zowel door Wilhelmina als koningin-moeder Emma werd bijgewoond. Heel opvallend was dat de toeschouwers de koningin bij binnenkomst uiterst gereserveerd ontvingen, maar Emma een staande ovatie gaven. Voorwaarts schreef: ‘Bij de eerste koele gereserveerdheid, bij de laatste hartelijk, toegenegen applaus. Dat moet wel te denken gegeven hebben.’
Pas in 2014 was koning Willem-Alexander het eerste Nederlandse staatshoofd, dat een olympische openingsceremonie bijwoonde. Officieel deed hij dat weliswaar als erelid van het IOC, maar ondertussen was hij nog steeds koning. Sindsdien was hij elke keer aanwezig.