Pierre de Coubertin sloot een geheime deal met Nederland om de Olympische Spelen van 1924 naar Parijs te halen
Parijs organiseert de Olympische Spelen van 2024, net als honderd jaar daarvoor. Ook Amsterdam stond hiervoor kandidaat, maar trok zich in 1921 terug na een deal met IOC-voorzitter Pierre de Coubertin. Sportgeschiedenis heeft het rokende pistool gevonden.
Links baron Van Tuyll van Serooskerken en rechts baron De Coubertin, foto’s via Wikicommons
Parijs bereidt zich voor op de eerste Olympische Spelen in precies honderd jaar. Ook in 1924 was de Franse hoofdstad gastheer, tot nu toe voor de laatste keer. Het was tevens het afscheid van Pierre de Coubertin als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, in zijn eigen stad. En dan is het IOC zelf ook nog in Parijs opgericht, waarmee deze editie van de Olympische Spelen wemelde van de symboliek.
Baronnendeal
Er was alleen een probleempje voor De Coubertin, want ook Amsterdam stond kandidaat voor de Spelen van 1924, met NOC-voorzitter baron Van Tuyll van Serooskeren als grootste ambassadeur. De Franse baron nam daarop in 1921 contact op met de Nederlandse baron, allebei lid van het IOC. Zo werd er achter de schermen een deal gemaakt, waarbij Parijs de kandidatuur van 1924 regelde en Amsterdam die van 1928.
Op zich is deze informatie allang bekend, maar er is nu bewijs gevonden voor deze deal in notulen van het NOC, ondergebracht bij het Nationaal Archief. Op 2 april 1921 kwam het bestuur bij elkaar, vandaag dus 101 jaar geleden, waarbij Van Tuyll van Serooskerken het woord nam. ‘De voorzitter deelt mede dat hem gebleken is dat aan het houden van de Olympiade in 1924 te Amsterdam groote bezwaren waren verbonden.’
In Nederland zelf was er amper steun, merkte hij op, en dan was er dus ook nog de kandidaatstelling van Parijs. De Coubertin had hem daarom een persoonlijke brief gestuurd, ‘waarin deze medewerking verzocht de achtste Olympiade [die van 1924, jRRT] te Parijs te houden.’ De IOC-voorzitter legde er voor de zekerheid nog wat druk op, zo meldden de NOC-notulen: ‘Hij zou dit zeer op prijs stellen, omdat in 1924 tevens het dertigjarig bestaan der Olympische Spelen gevierd zal worden.’ [Hiermee werd eigenlijk het dertigjarige bestaan van het IOC bedoeld, jRRT]. En dan was het ook nog eens het afscheid van De Coubertin als IOC-voorzitter.
De notulen van 2 april 1921
Toezegging
Daarom was Van Tuyll van Serooskerken bereid om namens het NOC in te stemmen, maar wel onder één voorwaarde. ‘Besloten wordt dit voorstel te steunen, mits men de toezegging zou krijgen dat de Spelen in 1928 te Amsterdam zouden worden gehouden.’ En daarmee was iedereen tevreden en werd de vergadering gesloten.
Precies twee maanden later, op 2 juni 1921, besloot het IOC dat de Spelen van 1924 in Parijs waren en die van 1928 in Amsterdam. Met grote dank van de Franse delegatie, zo staat in de notulen van het NOC van 21 juli 1921. Dankzij één baronnendeal werden zo twéé Olympische Spelen geregeld.