NieuwOlympische SpelenZomerspelen

Prins Bernhard wilde meedoen aan de Olympische Spelen van 1948 in Londen

Precies 75 jaar geleden onderzocht het Nederlands Olympisch Comité de mogelijkheid om prins Bernhard naar de Olympische Spelen te sturen. Hij wilde graag in actie komen op de ruiteronderdelen. 

Prins Bernhard in 1950. Foto Harry Pot via het Nationaal Archief

Aan de Olympische Spelen hebben 38 deelnemers met koninklijk bloed meegedaan, maar nog nooit één uit Nederland. Prins Bernhard heeft het 75 jaar geleden wel geprobeerd, maar tevergeefs.

Londen 1948

Sinds zijn verloving met prinses Juliana was prins Bernhard was een belangrijke factor in de Nederlandse sport. Dat was zowel als deelnemer aan sportevenementen, als chef d’équipe op de Olympische Spelen én als sportbestuurder. In 1937 bezocht hij voor de eerste keer de Olympische Dag in het Olympisch Stadion, het jaarlijkse multisportevenement om geld op te halen voor de Nederlandse olympische ploeg.

De sportieve ambities van Bernhard gingen na de oorlog zo ver dat hij mee wilde meedoen aan de Olympische Spelen in Londen. Volgens een bericht van 19 juli 1947 zou hij dat tijdens een bezoek aan Bristol hebben verklaard. Op 28 juni 1948 had het tijdschrift Sport vergelijkbaar nieuws, groot gebracht op de voorpagina. ‘Uit de omgeving van Prins Bernhard vernemen wij, dat deze, indien hij daartoe door het N.O.C. zou worden uitverkoren, bereid zou zijn om voor ons land uit te komen op de Olympische Spelen te Londen, als deelnemer in het zware springconcours.’

Dit bericht was zorgvuldig voorgekookt door de prins. Een week eerder was hij al volkomen onverwacht in actie gekomen bij het springconcours op de Olympische Dag. Dat was buiten mededinging, in generaalsuniform. Zijn paard ‘The Priest’ weigerde alleen een hindernis, waarop drie strafpunten werden uitgedeeld.

Volgens Sport werden de ruiterkwaliteiten van Bernhard hoog aangeslagen in hippische kringen, ‘al menen zij, dat diens ervaring bij de hoge hindernissen van het Olympische springconcours wellicht nog te gering zal zijn.’ Het grootste probleem was zijn paard, dat nogal wispelturig was, zo had iedereen zelf al kunnen zien bij de Olympische Dag.

Toch werd zijn verzoek ernstig overwogen, waarbij Sport de indruk wekte dat hiervoor de nodige druk werd uitgeoefend op de andere Nederlandse ruiters. ‘Hem [de prins, jRRT] zou derhalve een ander paard beschikbaar moeten worden gesteld. Verwacht mag echter worden, dat als ’s Prinsen prestaties boven die van een der andere candidaten zouden liggen, deze bereid gevonden zal worden hem zijn paard af te staan.’

Het is er niet van gekomen. Prins Bernhard is uiteindelijk wel in Londen geweest, maar dan als bezoeker. Hij bezocht het Nederlands voetbalelftal en was na de gouden medaille van Nel van Vliet één van de eersten, die de zwemster feliciteerde. Tussendoor vloog hij even naar huis om de verjaardag van prinses Irene mee te maken. ‘De volgende dag zal Prins Bernhard zich wederom per vliegtuig naar de Britse hoofdstad begeven.’

Een paar dagen later voegde prinses Juliana zich onverwacht bij hem om onder meer de paardenwedstrijden bij te wonen. Fanny Blankers-Koen kreeg tussendoor weer de uitnodiging om de inhuldiging van Juliana als koningin bij te wonen. Ook Charles Pahud de Mortagnes kreeg deze invitatie, als voorzitter van het NOC, net als voetballer Arie de Vroet.

Zo had Bernhard het dus heel druk in Londen, maar niet als olympiër.

Chef d’équipe

Vier jaar later speelde hij een formele rol op de Olympische Spelen van Helsinki als chef d’équipe van de Nederlandse ruiterploeg van Max en Ernest van Loon en Wiel Hendrickx. Tegenover het ANP toonde hij zich hoopvol over zijn ploeg: “Ik geloof dat wij bepaald niet pessimistisch behoeven te zijn ten aanzien van de prestaties van de Nederlandse equipe. Belangrijk is vooral het kweken van zelfvertrouwen en nog meer van het bevorderen van de eigenschap om na tegenslagen de moed niet te verliezen.”

Bernhard nam het serieus, want hij opende Park Soestdijk voor de trainingen en stelde zijn paard Veronique ter beschikking. En als hij dan toch een officieel werkbezoek bracht, kon hij meteen even kijken naar een talentvol paard. Zoals op 27 mei 1952, toen de prins een kristal-sodafabriek en een fruitbedrijf in Limburg bekeek en meteen daarna een demonstratie bijwoonde van het springpaard Byou. Hierna reisde hij weer door naar een vergadering van de Mijnraad.

Samen met de prinsessen Beatrix en Irene bezocht Bernhard deze Olympische Spelen om te zien dat de Nederlandse paardrijders allemaal werden gediskwalificeerd. “Uit alles is gebleken,” bromde de prins bij thuiskomst, “dat in Nederland op de scholen van begin af aan veel te weinig aan sport wordt gedaan.”

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.