Reconstructie: de geheime olympische oorlog tussen Noord- en Zuid-Korea
Noord- en Zuid-Korea voeren vandaag voor de eerste keer in ruim twee jaar directe besprekingen, vlak voor aanvang van de Olympische Winterspelen in Pyeongchang. De Olympische Spelen van 1988 in Seoul brachten juist grote onrust met tientallen doden als gevolg.
Een organisatie die hardop zegt dat sport en politiek twee gescheiden werelden zijn, doet er goed aan om geen evenementen te organiseren in Zuid-Korea. Toch zijn daar volgende maand de Olympische Winterspelen.
Het worden zelfs de eerste Winterspelen in een land, dat als gevolg van politieke tegenstellingen in twee vijandige delen is gesplitst. Dit prestigieuze evenement zorgt daarmee voor een dynamiek, die het Koreaanse probleem nóg ingewikkelder maakt. Een anonieme diplomaat vatte dit in 1983 treffend samen in NRC Handelsblad: “Op het Koreaanse schiereiland betekent succes voor de een automatisch een nederlaag voor de ander en zoiets veroorzaakt spanningen.”
Succesvolle Winterspelen in Zuid-Korea zijn een nederlaag voor Noord-Korea. De Olympische Winterspelen zorgen daarom automatisch voor onderlinge spanningen, nog los van alle onrust die er al is.
IOC-voorzitter Thomas Bach trok zich daar niets van aan in zijn nieuwjaarstoespraak van vorige week: “De Olympische Spelen gaan over de dialoog. Ze zijn een symbool van hoop en vrede als het enige evenement ter wereld dat de hele wereld samenbrengt in een vredige competitie.”
Bij de Zomerspelen van 1988 was daar echter weinig sprake van, die toen ook in Zuid-Korea werden gehouden. Het Koreaanse schiereiland heeft die dynamiek van opgeklopte tegenstellingen door een sportief evenement namelijk al eens eerder meegemaakt.
Angst en manipulatie
De aanloop naar de Zomerspelen van 1988 in Seoul waren zeven zware jaren vol gevaar. De CIA hield dan ook de adem in. “De komende twee jaren worden heel gevaarlijk als het Noorden een keuze moet maken tussen aanslagen of aanpassingen,” luidde de samenvatting van een rapport van 12 december 1986 van de Amerikaanse inlichtingendienst. Ook uit andere vrijgegeven documenten van de CIA, het IOC en de Zuid-Koreaanse organisatie ontstaat een beeld van angst voor Noord-Koreaans geweld.
Noord-Korea zelf stuurde aanvankelijk vooral aan op een gezamenlijke organisatie van de Zomerspelen van 1988. Daarover werden vier overlegrondes gehouden met Zuid-Korea en het IOC, van oktober 1985 tot en met juli 1986. Om de druk erop te houden hield Noord-Korea de optie open van een olympische boycot, samen met zijn communistische bondgenoten als de Sovjet-Unie en China. Ook werd er gewaarschuwd voor aanslagen of een eventuele militaire aanval. Net als in onze tijd werd de ene hand uitgestoken en de andere gebald tot een ijzeren vuist.
Het IOC en Zuid-Korea trokken ondertussen gezamenlijk op in de gesprekken met Noord-Korea, alhoewel IOC-voorzitter Samaranch zich gedroeg als een onafhankelijke bemiddelaar, een levend symbool van sportieve verbroedering. Wat er echter niet bij werd verteld, was dat Samaranch en de Zuid-Koreanen in de zomer van 1985 een geheime strategie hadden bepaald om zoveel mogelijk politieke en diplomatieke schade toe te brengen aan hun gezamenlijke tegenstander. “Het voorstel voor enkele olympische voorrondes in Noord-Korea kunnen ervoor zorgen dat de communistische landen zullen meedoen aan de 24e Olympiade,” staat in het vertrouwelijke verslag. “Als deze gesprekken mislukken, is Noord-Korea compleet geïsoleerd.”

Het sportevenement werd zo gebruikt als diplomatiek wapen tegen Noord-Korea, dat in de jaren tachtig nog goede banden had met zijn communistische bondgenoten. De Olympische Spelen van 1988 gingen helemaal niet over de dialoog – integendeel. Zuid-Korea wilde hiermee juist enkele diplomatieke vliegen in één klap slaan: een dreigende olympische boycot voorkomen, waarna er banden konden worden aangeknoopt met de communistische landen. Als die opzet zou slagen, zat Noord-Korea in een internationaal politiek isolement.
Er moest alleen wel uiterst omzichtig worden gehandeld uit angst voor terreur. Die dreiging was altijd aanwezig, bleek tijdens een Noord-Koreaanse bomaanslag in september 1986 vlak voor aanvang van de Aziatische Spelen in Seoul. Op 29 november 1987 vielen er ook nog eens 115 doden bij een aanslag op passagierstoestel Korean Air 858, naar later bleek eveneens in opdracht van Noord-Korea. Zelden verliep de aanloop naar het olympische verbroederingsfeest zo bloedig als dertig jaar geleden in Zuid-Korea.
Ondanks deze beklemmende sfeer werd er toch bijna een akkoord bereikt over een gezamenlijke organisatie van de Olympische Spelen. Tot ieders verrassing ging Noord-Korea in juni 1986 opeens akkoord met het huisvesten van enkele sporten, waarbij de twee andere partijen instemden met een onafhankelijk Noord-Koreaans organisatiecomité. Alle betrokkenen schrokken helaas zo van deze doorbraak, dat ze zich alsnog terugtrokken achter hun diplomatieke verdedigingslinie.
Voor Noord-Korea pakte dit desastreus uit, want zijn oproep tot een boycot kreeg alleen steun van Cuba, Ethiopië en Nicaragua. China en de Sovjet-Unie daarentegen lieten de oude bondgenoot vallen en meldden zich op de Zomerspelen. Vooral Sovjet-partijleider Michail Gorbatsjov had geen enkele behoefte om zijn relatie met het Westen in gevaar te brengen, alleen maar om gezichtsverlies voor Noord-Korea te voorkomen.
Het verzet van Noord-Korea zakte in de laatste weken daarom helemaal in. Vlak voor de openingsceremonie concludeerde de CIA zelfs dat er meer kans was op geweld van demonstrerende Zuid-Koreaanse studenten dan van de agressieve noorderburen: “De onderhandelaars hebben een politieke wapenstilstand gesloten, ook al voelt die wat ongemakkelijk aan.”
De Zomerspelen werden voor Zuid-Korea een enorm succes met het recordaantal van 159 deelnemende landen. Het opende de betrekkingen met de toenmalige communistische wereld. Noord-Korea zit daardoor sinds Seoul 1988 in het internationale isolement als een wrokkig en onvoorspelbaar land, inmiddels met de beschikking over kernwapens. Zo gaat het nu eenmaal op het Koreaanse schiereiland: het succes van de een is het verlies van de ander.