Volgens het Nederlandse parlement waren de Olympische Spelen een heidens evenement
Fundamentalistische christenen en extreemrechtse politici hebben veel kritiek op de openingsceremonie van vrijdag in Parijs. Honderd jaar geleden werden er in het Nederlandse parlement vergelijkbare woorden gesproken over de Olympische Spelen: een heidens evenement.
Een laatste test met de olympische vlam voordat de koepel op de Marathontoren wordt geplaatst. Foto 1928 van NOC*NSF via Europeana
Amsterdam was de organisator van de Olympische Spelen van 1928. Die waren bijna niet doorgegaan, omdat fundamentalistische christenen fel protesteerden.
Onweders van schuld
In 1925 was er een debat in de Tweede Kamer met de vraag of de nationale overheid dit evenement zou financieren. Daar was veel kritiek op de deelname van vrouwen. Verder leidde het evenement tot sportverdwazing, mede omdat het olympische programma op zondag gewoon doorging.
Gerrit Hendrik Kersten van de SGP vond de Olympische Spelen sowieso in strijd met de religieuze zeden, omdat de oude Grieken er ooit mee waren begonnen als eerbetoon voor de god Zeus: ‘De Olympische Spelen zijn in oorsprong en wezen heidensch. In niet één Gereformeerd bestuurd land zijn ze ooit gehouden.’
Liberale en progressieve toehoorders waren hogelijk verbaasd over dit debat vol theologische begrippen. Dagblad Het Volk schamperde: ‘Is er één parlement ter wereld, waar onweders van schuld en boete en zonde losbarsten als in het Nederlandsche? Slaat men behalve in Nederlandsche, in één volksvertegenwoordiging elkander om de ooren met teksten van Paulus en uitspraken van Augustinus en Chrysostomos?’
De verbijstering werd nog groter toen een meerderheid van het parlement het regeringsvoorstel afwees vanwege die theologische bezwaren. De verantwoordelijke ministers waren diep gefrustreerd, omdat in één klap de financiële basis was weggevallen.
Een nationale inzamelingsactie bracht alsnog genoeg geld op om die Spelen van 1928 te organiseren, die inderdaad ook op zondag werd gehouden.
Heidendom in Olympia
In 1936 was er weer gedoe tijdens de eerste olympische fakkeltocht, van Olympia naar Berlijn. Onderweg stonden er grote aantallen mensen te kijken. Er waren ceremonies bij kathedralen, staatshoofden deden mee en historische plekken als Delphi, de Acropolis en de Olympus werden aangedaan. Kortom: deze nieuwe traditie sloeg aan.
Toch was het een vreemde gebeurtenis waarbij compleet tegenstrijdige tradities en opvattingen met elkaar werden vermengd. Volgens de organisatoren – de Duitse nazi’s – was de fakkeltocht een oproep voor vrede en verbondenheid, maar tegelijkertijd wapperden er vlaggen met hakenkruizen.
Ook in Olympia gebeurden er gekke dingen. Vrouwen hadden zich verkleed als priesteressen, die handelden in naam van de Griekse goden van duizenden jaren eerder. Op dat moment was de Grieks-orthodoxe kerk de heersende religieuze macht in dat land, die de oude goden juist beschouwden als heidens.
In feite waren die plechtigheden één grote verkleedpartij, maar het werkte wel. Het was invented tradition en niet zo’n beetje ook.
Katholieke kritiek
Er was dan ook kritiek op deze mix van heidense rituelen met moderne sporttradities. De Limburger Koerier bijvoorbeeld schreef er op 31 juli 1936 een beschouwend artikel over met als kop ‘Het wereldsportterrein, een rijk van tegenstellingen en verwarring’.
Verwonderd maar ook ronduit verontwaardigd werd hierin het nieuwe fenomeen van de olympische fakkeltocht beschreven. Als één van de eerste kritieken op deze olympische innovatie is dit voor de geschiedschrijving bijzonder interessant, al helemaal in vergelijking met de huidige commentaren op de openingsceremonie in Parijs.
De priesteressen in Olympia werden omschreven als ‘twaalf jonge meisjes, gekleed als moesten ze in het bad, op geen stukken na zoo zedig als haar heidensche voorgangsters van weleer’. Zij werden begeleid door ‘een vijftigtal ongeveer naakte jongelingen’, waarbij alles zich afspeelde ‘tusschen de ruïnes der heidensche godentempels’.
Deze plechtigheid was daarom ‘nageaapt heidendom’, concludeerde de katholieke krant somber. ‘Wie wordt er niet droef te moede bij de steeds verdere afdwaling en de daardoor groeiende verwarring in de zielen in deze dwalende kerken.’
Precies 88 jaar later bestaat deze traditie in Olympia nog steeds, inclusief de actrices, die doen alsof ze priesteres zijn. En dat geldt ook voor de Olympische Spelen zelf, precies 99 jaar na het debat in de Tweede Kamer.