Waarom zitten er niet ook stukjes van het oude Olympisch Stadion in de olympische medaille van Parijs 2024?
In elke olympische medaille van de Zomerspelen in Parijs zit een stukje Eiffeltoren. Zo wordt er wél verwezen naar Parijs zelf, maar niet naar de historische banden tussen de stad en de olympische beweging.
De presentatie van de medailles van de komende Zomerspelen in Parijs ging net wat grootschaliger dan die voor de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. ‘Nader wordt medegedeeld,’ schreef De Olympiade over een bijeenkomst van het IOC, ‘dat voor de Olympische medaille gekozen is voor een ontwerp van professor Cassioli uit Florence.’ Dat was alles, nota bene in het lijfblad van Comité 1928, dat die Olympische Spelen organiseerde.
De omstandigheden zijn in die honderd jaar dan ook enorm veranderd. In 1928 waren er nog geen live-registraties van de sportevenementen, waar die nu op alle mogelijke manieren bij ons binnenkomen. In Amsterdam werd er nog net een brochure uitgedeeld met wat toeristische tips voor de bezoekers, maar voor de rest werd er geen verhaal verteld. Nu zijn de Olympische Spelen een terugkerend hoogtepunt in de citymarketing, waar heel veel geld wordt uitgegeven in de hoop dat er nog meer geld wordt verdiend.
Frankrijk doet dat onder meer met een stukje Eifeltoren in de medailles. Dat is heel mooi, omdat dit verwijst naar de stad zelf. Het zou nóg mooier zijn geweest als er ook nog wat werd verteld over de bijzondere banden tussen Parijs en de olympische beweging.
Parijs 1924
Zo is het precies honderd jaar geleden dat Parijs ook gastheer was van de Olympische Spelen. De medaille van 1924 was ontworpen door André Rivaud. Op de voorzijde stond een naakte zegevierende atleet, die de hand greep van zijn gevallen tegenstander om hem te helpen opstaan.
Onderaan stonden de olympische ringen, wat we nu heel normaal vinden. Toch was dit heel bijzonder, omdat dit wereldberoemde symbool voor de eerste keer op een olympische medaille was geplaatst. Het was nog piepjong, want pas vier jaar eerder waren die ringen geïntroduceerd in Antwerpen. En die stonden wél op de vlag, maar nog niet op de medaille zelf.
Dit is allemaal niet gebruikt voor de medaille van Parijs 2024, ook al wordt er wel wat over gemeld op pagina 33 in de bijhorende brochure – hier. Op de medaille zelf laat Parijs niet zien dat daar een bijzonder jubileum wordt gevierd, want nooit eerder organiseerde een stad de Olympische Spelen exact honderd jaar na de vorige keer. Athene probeerde het in 1996, maar tevergeefs.
Parijs 1894
En dan is er nog een opmerkelijke samenkomst van gebeurtenissen, die de historische band tussen Parijs en de olympische beweging benadrukt. Het IOC werd in 1894 in die stad opgericht en dat is tijdens de komende Zomerspelen precies 130 jaar geleden. Dat was niet toevallig, want Pierre de Coubertin, de geestelijk vader van de olympische beweging, kwam óók uit die stad.
Deze verwijzingen ontbreken, zowel de 130e verjaardag van het IOC als De Coubertin.
Alice Milliat
Tot slot wordt Parijs 2024 een ijkpunt, omdat er voor de eerste keer gendergelijkheid is. Deze olympische emancipatie begon in 1921 met de oprichting van de eerste internationale vrouwensportorganisatie, onder aanvoering van Alice Milliat. En ook Milliat kwam uit Parijs, waarmee deze zomer een langdurig proces van sportieve gelijkwaardigheid wordt bekrachtigd in de stad van de verantwoordelijke pionier.
Daar is niets van te vinden op de medaille van 2024.
Stukjes stadion
Als sporthistoricus zou ik het leuk hebben gevonden als er een stukje van Stade olympique Yves-du-Manoir in de medaille had gezeten, naast de Eifeltoren. Dit stadion was in 1924 het centrum van de Olympische Spelen en wordt honderd jaar later gebruikt voor het olympische hockeytoernooi. Op die manier zou elke winnaar dan zowel het Parijs van nu mee naar huis hebben genomen als het Parijs van 1924 – twéé Olympische Spelen in één medaille!
Hopelijk komen die historische verwijzingen in de komende maanden alsnog tijdens andere momenten in Parijs. En anders doen wij het wel op Sportgeschiedenis.