Jeen van den Berg en de de olympische Elfstedenwinter van 1956
Schaatsliefhebbers hadden in 1956 de winter van hun leven met én een Elfstedentocht én de Olympische Winterspelen. Jeen van den Berg stond overal vooraan.
In 2004 ruimde schaatser Jeen van den Berg uit het Friese Nijbeets zijn huis eens op. Dozen vol met medailles, bekers, medailles en andere trofeeën verhuisden naar het schaatsmuseum in Hindeloopen. Het is misschien wel de grootste prijzencollectie die een Nederlandse schaatser ooit heeft gewonnen. Hoogtepunt is de Elfstedentocht van 1954, die Van den Berg op zijn naam schreef.
Ik zal mijn best doen.
De winter van 1956
Laten we eens kijken naar de eerste twee maanden van 1956, toen Nederland werd getroffen door een echte Elfstedenwinter. Een kleine reconstructie leert ons dan dat Van den Berg meedeed aan de volgende evenementen:
- 3 en 4 januari: het officieuze Nederlands Kampioenschap allround in Hamar
- 29 januari: 5.000 meter op de Olympische Winterspelen
- 4 en 5 februari: het officiële Nederlands Kampioenschap allround in Rotterdam
- 8 februari: Kampioenschap van Friesland
- 10 februari: Nationale langebaanwedstrijden
- 14 februari: Elfstedentocht
- 17 februari: Grote Prijs van Amsterdam
- 19 februari: wedstrijden in Nieuwe Niedorp
- 20 februari: afvalrace in Ter Aar
- 21 februari: nationale wedstrijden in Lisse
- 22 februari: langebaanwedstrijden in Assendelft
- 26 februari: Bosrace van Amsterdam
Binnen enkele weken deed Van den Berg zo mee aan de Olympische Spelen, het NK allround én de Elfstedentocht. En dan op werkelijk op alle afstanden en onderdelen: als sprinter op de 500 meter en als Elfstedenlegende op de 200 kilometer.
En hij won veel, heel veel. Elke keer als hij wéér een nieuwe trofee in de huiskamer plaatste, zal mevrouw Van den Berg vast gezucht hebben. “In september alles naar zolder, Jeen”, maar die was dan alweer onderweg naar de volgende wedstrijd.
Elfstedentocht
Voor de Elfstedentocht van 1956, die Van den Berg in feite reed met de Olympische Spelen nog in zijn benen, werd hij gezien als de grote kanshebber. De tocht van 1954 had hij al gewonnen en opnieuw was hij in goede vorm.
‘Jeen van Berg wint lange baanwedstrijden aan de lopende band,’ constateerde de Nieuwe Leidsche Courant daarom op 11 februari. “Ik zal mijn best doen”, beloofde de rijder zelf.
De tocht van 1956 zou echter eindigen zonder winnaar, omdat de kopgroep van vijf rijders gezamenlijk de eindstreep passeerde. Jeen Nauta, Jan van der Hoorn, Aad de Koning, Maus Wijnhout en Anton Verhoeven hadden afgesproken dat ze na zoveel lief en leed geen eindsprint meer wilden en verkozen de totale verzoening. Het Elfstedenbestuur ging hiermee echter niet akkoord en nam het standpunt in dat rijders die gezamenlijk willen finishen maar moeten meedoen aan de toertocht. De vijf kregen daarom niet de officiële eindzege op hun naam. Hebben we de beelden van.
Geen prijs dus, tot opluchting van mevrouw Van den Berg, maar lang zou deze droogte niet duren. Op 17 februari won manlief alweer de Grote Prijs van Amsterdam en weer twee dagen later in Nieuwe Niedorp. In zijn hele loopbaan verzamelde hij zo duizend (!) prijzen, die uiteindelijk allemaal eindigden in het Schaatsmuseum in Hindeloopen.