Yvonne van Gennip werd in 1988 als eerste olympische medaillewinnaar uitgenodigd bij de koningin thuis
De Nederlandse medaillewinnaars van de Winterspelen worden deze week ontvangen door koning Willem-Alexander en koningin Maxima op Paleis Noordeinde. Yvonne van Gennip was in 1988 de eerste, die op deze manier een koninklijk eerbetoon kreeg na haar drieklapper in Calgary – inclusief lintje.
De huldiging van Yvonne van Gennip in 1988 in Haarlem, in dit geval zonder koningin. Foto Rob C. Kroes via het Nationaal Archief
Als niemand ziek is, of een andere afspraak heeft staan, brengen de Nederlandse medaillewinnaars van Beijing 2022 dinsdag een bezoek aan de koning en de koningin. Het is inmiddels gewoonte dat deze sporters de hand mogen schudden van het staatshoofd.
De zon schijnt
In 1952 ging dat nog wel iets anders dan nu, want toen kwamen koningin Juliana, prins Bernhard en de drie oudste prinsessen na afloop van de Spelen van Helsinki naar het Olympisch Stadion in Amsterdam voor speciale sportwedstrijden, waar ook veel medaillewinnaars aan meededen, zowel uit Nederland als het buitenland. Natuurlijk ging net de zon schijnen toen de koningin de ereloge betrad, precies zoals het hoort.
Tijdens het defilé van sporters werden al die medaillewinnaars in één aparte groep verzameld, die vrolijk zwaaiden naar de Koninklijke familie. ‘De Olympische fanfare, welke in Helsinki elke ceremonie protocollaire had ingeleid, weerklonk door het stadion,’ aldus Leeuwarder Courant, ‘en op hetzelfde moment trad een aantal in het wit geklede meisjes, een rood-witblauwe sjerp om de schouders, naar voren om de olympische prijswinnaars een kleine lauwerkrans aan te bieden.’
De oudste melding van een koninklijke ontvangst van olympiërs is tijdens de Zomerspelen van 1960 in Rome, waar de hele familie op vakantie was om het allemaal met eigen ogen te zien. In het huis van de Nederlandse ambassadeur te Rome werd die ontmoeting geregeld. Vier jaar later was er een afspraak tussen de olympische deelnemers en koningin Juliana in een hotel in Eindhoven en in 1968 was er zo’n bijeenkomst in de RAI in Amsterdam. Bij die laatste gelegenheid stal zwemster Ada Kok – wie anders – de show.
Pas na de Winterspelen van 1988 ontving koningin Beatrix voor de eerste keer de medaillewinnaars in het woonpaleis, zo bevestigt de Rijksvoorlichtingsdienst. Natuurlijk was Yvonne van Gennip de grote ster. Later dat jaar gebeurde hetzelfde met de meest succesvolle deelnemers van de Zomerspelen, in die tijd nog in hetzelfde jaar als de Winterspelen.
In verschillende stappen ontwikkelde zich zo de traditie van het Koninklijk Huis om olympische medaillewinnaars te onthalen, zoals deze week. In die begintijd kregen de paralympische sporters die eer overigens nog niet, wat in 1988 voor verontwaardiging zorgde bij Henk Huisman, voorzitter van het jongerenplatform van de Gehandicaptenraad: “De koningin heeft de medaillewinnaars van de Olympische Spelen wel ontvangen. De voetballers. Maar de deelnemers aan de Paralympics hoeven niet te rekenen op een ontvangst op Huis ten Bosch.” Sinds 2000 is dat veranderd en is er ook een ontvangst op een koninklijk paleis.
Lintjes en straatnamen
Tijdens de ontvangst morgen worden ongetwijfeld de kampioenen benoemd tot Ridder in Orde van Oranje Nassau, behalve bij die sporters bij wie dit al is gebeurd vanwege een eerdere prestatie. Na haar vijfde Winterspelen met olympisch goud kan Wüst inmiddels worden gepromoveerd tot de tweede koningin van Nederland.
De olympisch kampioenen van de Zomerspelen van 1984 moesten daar nog een jaartje op wachten, maar Van Gennip kreeg meteen na haar drieklapper van 1988 een lintje. De zomerkampioenen van 1988 – Nico Rienks, Ronald Florijn en Monique Knol – kregen óók pas een jaar later hun onderscheiding, maar misschien vond de koningin Van Gennip gezelliger dan dit drietal en wilde ze haar meteen al op de koffie.
Sinds 1992 is er eenheid in deze koninklijke onderscheidingen, waarbij de kampioenen in hetzelfde jaar hun lintje ontvangen, bij de teamsporten aanvankelijk alleen de coach en aanvoerder. Met het groeiende aantal goudenmedaillewinnaars groeit daarmee automatisch het aantal sporters met een koninklijke onderscheiding, al helemaal omdat sinds de Zomerspelen van 2012 álle leden van de winnende teamsporten hiermee worden onderscheiden, het nationale vrouwenhockeyteam van de Spelen in Londen als eerste. Dat tikt dus lekker aan.
Straatnamen
Met de meest duurzame onderscheiding voor een sporter heeft het Koningshuis dan weer niets te maken: het vernoemen van een sporter in een straatnaam. Onderzoek van de website Over Straatnamen in 2021 liet zien dat er in Nederland inmiddels meer dan 200 van zulke straten zijn met de naam van bekende en onbekende sporthelden als Fanny Blankers-Koen, Anton Geesink en Lien Gisolf. En ook steeds meer levende olympiërs krijgen dit eerbetoon, zoals Pieter van den Hoogenband, Epke Zonderland en Anky van Grunsven. Op de Spelen van Tokio kwamen maar liefst zes Nederlandse sporters in actie, die al waren vernoemd – een record.
Het zal daarom waarschijnlijk een kwestie van tijd zijn dat ook Irene Schouten en Suzanne Schulting een eigen straat krijgen, naast een koninklijke onderscheiding. Voor Wüst is dat niet meer nodig, want die is in Schiedam al vernoemd.