Het eerste dodelijke ongeluk bij de TT Assen
Het eerste dodelijke ongeluk op de TT in Assen was in 1948. Er was niet al te veel aandacht voor.
Huldiging in 1948 na afloop van de TT. Vlak daarvoor was de eerste dode in de geschiedenis van dit evenement gevallen
Op 2 juli 1948 plaatste de gemeente Assen de burgerlijke stand, zoals elke week. De gebruikelijke meldingen van geboorte, ondertrouw, gehuwden en overleden personen volgde, waar de plaatselijke inwoners vast met belangstelling naar keken. Misschien stond er nog iemand uit de straat bij.
De laatste naam van deze rubriek was opvallend, bij Overleden: ‘Gösta Lönnfors, 36 j., wonende te Helsinfors’. Het betrof een Finse motorcoureur, de eerste dode in de geschiedenis van het TT-circuit van Assen.
Het was tijdens de race van 26 juni 1948, waarover De Leeuwarder Courant twee dagen later schreef: ‘De Asser TT-races waren aangekondigd als de grote krachtmeting tussen de Italianen en de Engelsen in de 500 cc. Het circus van de motorduivels heeft echter een gevoelig verlies geleden. De dood mengde zich in de strijd.’
In de 350 cc verloor de Finse coureur Gosta Lönnfors bij het Jodenkerkhof de macht over zijn stuur en knalde tegen de stropakken aan, die in de bocht stonden. Dat was niet dodelijk, maar hij stuiterde terug de baan op, waar hij werd overreden door Mercel Perrin uit Franrijk. Op weg naar het ziekenhuis stierf de Fin en werd zo het eerste dodelijke slachtoffer bij de TT in Assen, een wedstrijd die sinds 1925 bestaat. Die dag vielen er ook nog eens zes gewonden.
Lönnfors in 1946
The TT must go on
De organisatie hield het ongeluk in eerste instantie stil. Sterker: bijna op hetzelfde moment werd omgeroepen dat het circuit van Assen het veiligste van Europa was, omdat er nog nooit een dodelijk ongeluk was geweest. De race werd daarom niet stilgelegd, zodat de Nederlandse rijder Piet Knijnenburg deze lugubere plek opnieuw passeerde. “Ik reed de volgende ronde zelfs door het bloed van Lönnfors.”
Pas ’s avonds werd het nieuws naar buiten gebracht, wat volgens een krant als De Tijd geheel terecht was geweest. Het stoffelijk overschot van Lönnfors werd in Westerveld gecremeerd. De as werd daarna door de K.L.M naar Finland gebracht. Bij de crematie waren vertegenwoordigers van de K.N.M.V. en van de Stichting Circuit van Drenthe aanwezig.
Rouw in Rolde
Lönnfors verbleef in 1948 bij café Steen in Rolde. Dagblad De Waarheid bracht er op de avond van zijn dood een bezoek. ‘Om 8 uur kwamen we door Rolde. Er hing een vlag halfstok. Slechts een paar mensen groepten voor het cafétje waar de Finnen waren ondergebracht. Rolde rouwde met hen over het verlies. Gösta Lönnfors was niet meer in hun midden. Een jong leven ging heen.
Drie anderen vierden hun hoogste triomphen door duizenden bejubeld. De sport is niet anders dan het gewone leven. Een traan en een glimlach.’
