medaille uit 1851
Overige sport

De historische band tussen Willem III en de handboogsport

Koning Willem III was in 1849 nog geen twee maanden ingehuldigd toen hij een groot handboogevenement organiseerde in Apeldoorn.

medaille uit 1851

Op 3 juni 1849, krap twee maanden na het overlijden van koning Willem II, verscheen in de Nederlandsche Staatscourant een oproep, ondertekend door hofmaarschalk L. graaf van Bylandt:

‘Op last des Konings maakt de ondergeteekende bekend dat, bij gelegenheid der Wedrennen op het Loo, zal plaats hebben een wedstrijd naar prijzen voor het Handboogschieten, één naar het Doel, en één naar den Vogel op den staak, de dagen nader te bepalen. Nederlandsche Handboogschutterijen welke mogten verlangen daaraan deel te nemen, kunnen zich Schriftelijk aanmelden bij den Kamerheer Adjudant van het Paleis en Domein het Loo.’

Deze wedstrijden waren bedacht voor 26, 27 en 28 juni. Om het grote belang te benadrukken kondigden koning Willem III en koningin Sophie hun persoonlijke aanwezigheid aan, net als van de prinsen Willem en Maurits. De boodschap was duidelijk: de handboogschieters van Nederland moesten weten dat zij in de nieuwe koning een bondgenoot hadden.

Koninklijke continuïteit

De band bestaat tussen de Nederlandse sport en het koningshuis gaat ver terug: via zeilwedstrijden in 1777 met prins Willem V tot kaatsen in de Gouden Eeuw. Sporthistoricus en kaatsspecialist Pieter Breuker schreef mij hierover: ‘Willem van Oranje had bij zijn residentie in Den Haag een kaatsbaan. Ook zijn opvolgers Maurits, Frederik Hendrik en Willem II kaatsten.’

In 1849 koos de nieuwe koning dus heel bewust voor het handboogschieten in de hoop maatschappelijk wortel te schieten. Zo sloot hij aan bij de liefde van zijn vader voor de handboog in de hoop voor continuïteit te zorgen.

Thijs Kemmeren doet momenteel onderzoek naar de geschiedenis van de handboogsport in Tilburg. Over deze poging om continuïteit in te bouwen, schrijft hij: ‘Het koningshuis had al een goede band met de handboogschutterijen en Willem III wilde ze inzetten om zijn positie te versterken.’

Kunstmatige greep

In feite was de organisatie van dit evenement een tactisch spel om aansluiting te vinden bij een belangrijke groep mensen. Handboogsport halverwege de negentiende eeuw was namelijk een bezigheid van de allerhoogste sociale klassen, die de ruggengraat van de samenleving vormden.

Het was wel een wat kunstmatige greep om de wereld te doen vergeten dat Willem III een bijzonder slechte band had gehad met zijn vader. Zoveel maken Jo Pluymakers en Gerard Steijns in ieder geval wel duidelijk op de website van Historie Tilburg, want toen Willem II na een kort ziekbed overleed, was zijn troonopvolger daar niet bij.

Sterker: de wettige troonopvolger had helemaal geen zin om terug te komen. Hij werd zo’n beetje naar Nederland gesléépt om zijn nieuwe functie te aanvaarden. Hij had weinig vrienden bij aankomst, zowel binnen als buiten de koninklijke famile, en om uit dit isolement te geraken organiseerde Willem III dit grootse handboogevenement.

Het was van grote waarde voor de ontwikkeling van de Nederlandse sport, benadrukt Kemmeren: ‘Om een zo goed mogelijk wedstrijdreglement vast te stellen, liet de Koning zijn intendant, Kamerheer des Konings en adjudant van Het Loo, Julius Bernard, graaf van Limburg Stirum, overleggen met de hem bekende handboogschutterijen. In het door de adjudant opgestelde reglement ging het om kleding, vermakelijkheden, geldelijke bijdrage, communicatie, documentatie en beheer, kwaliteit van het materiaal, afstand tot doel en staak, gebruikelijke afstanden, prijzen, straffen en bepalingen.’

Voor de eerste keer, zo betoogt Kemmeren, werden er nationale regels gemaakt voor een Nederlandse sport of lichamelijke activiteit. Dat was 33 jaar voordat de schaatsers hun bond oprichtten, veertig jaar voor de voorloper van de KNVB begon en 63 jaar voor de officiële start van het Nederlands Olympisch Comité.

Voorzien van prachtig vaandel

In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 27 juni 1849 werden de namen van de veertien deelnemende boogschutterijen genoemd: uit Tilburg St. Sebastian en De Vriendschap, uit Arnhem Soranus, uit Zaltbommel Zalt-Bommels Eendragt, Mars uit Dordrecht, Eendragt maakt Magt uit Gorcum, Eendragt uit ’s Gravenhage, uit Rotterdam Batavieren en Soranus, vanuit Alkmaar St. Sebastiaans-Doelen, uit Amsterdam Eendragt en Vriendschap en Patram Manus Nobiscum, het Haarlemse Sagittarius en vanuit Utrecht kwam Apollo.

Alleen de reis naar Apeldoorn ging al met het nodige vertoon, zien we in De Nederlander van 27 juni 1849: ‘Onder begunstiging van het fraaiste weder, zijn heden morgen ten zes ure van hier vertrokken, het zestal leden der handboogschutterij Apollo, vergezeld van Heeren Commissarissen en voorzien van derzelver prachtig vaandel, standaard en verdere insigniën, om deel te nemen aan de wedstrijden door Z. M. den Koning op het Loo te geven.’

Twee jaar later werd een vergelijkbaar evenement georganiseerd, maar omdat het toen te duur werd trok Willem III zich terug als financier. Toch bleef volgens Kemmeren een band bestaan: ‘De betrokkenheid van de koning bleef niet beperkt tot de organisatie van enkele concoursen. Hij accepteerde het beschermheerschap van de aanwezige handboogschietverenigingen. Het koninklijk huis heeft tot ver in de twintigste eeuw medailles ter beschikking gesteld bij de vele, vele concoursen die werden georganiseerd. Kennelijk nam men de taak als beschermheer zeer serieus.’

Zo serieus zelfs dat de handboogschieters in 1898 weigerden mee te doen aan een nationaal cadeau van de Nederlandse sport aan koningin Wilhelmina, maar zelf iets wilden geven. Na bijna een halve eeuw voelden zij zich blijkbaar ontgroeid aan ‘de gewone sport’ vanwege de bijzondere relatie met de koning, maar uiteindelijk draafden deze sporters toch op.

Macht maakt soms blind – ook bij mensen met een handboog. In dat geval kun je beter achter ze gaan staan.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.