Het stadion van de toekomst bestaat al sinds 2008
In 2008 bedachten de Amsterdamse architecten Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl het dynamische stadion. Het verandert mee met zijn omgeving en kan zelfs uit elkaar worden gehaald alsof het van lego is – waar en wanneer je maar wilt. Zonder afval.
Airbnb is de nieuwste wereldwijde partner van het Internationaal Olympisch Comité. Het is de perfecte match, want beide partijen houden geen enkele rekening met de plaatselijke bevolking om zelf zoveel mogelijk winst te maken. Precies daarom was de inkt van de overeenkomst nog niet droog toen de burgemeester van Parijs als gastheer van de Zomerspelen van 2024 haar onvrede uitsprak: “De gewone Parijzenaar is hiervan de dupe.”
Zowel die samenwerking als de kritiek is symbolisch voor de huidige internationale sport. De impact van mega-evenementen als de Olympische Spelen en het WK voetbal is wereldwijd, net als het verzet ertegen. In slechts zes jaar hebben maar liefst dertien steden hun kandidatuur voor de Olympische Spelen teruggetrokken na protesten vanuit de bevolking, vooral na referenda. Steden als Athene en Rio de Janeiro zijn tenslotte in een diep dal gestort, waarvoor het IOC geen verantwoordelijkheid neemt – hetzelfde verdienmodel als Airbnb.
Kameleonstadion
Dat wil ook weer niet zeggen dat de mondiale beweging voor duurzaamheid en circulariteit de sportwereld volkomen passeert. Integendeel, het is nota bene het thema van dit nummer van Sportaccom. Ook hier is de vraag hoe sportfaciliteiten zo duurzaam mogelijk kunnen zijn, of zelfs circulair.
In de geschiedenis van de stadionbouw werd hier in 2008 al een interessant antwoord op gegeven door de Amsterdamse architecten Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl, tegenwoordig van het bureau temp.architecture.urbanism. In opdracht van de gemeente Amsterdam en het Olympisch Stadion onderzocht dit duo de mogelijkheid om dit Amsterdamse stadion tijdelijk uit te breiden voor grote evenementen, om daarna zo snel mogelijk terug te keren naar de oorspronkelijke omvang. Met andere woorden: hoe bouwen we een stadion dat zich als een kameleon aanpast aan zijn omgeving?
Daarbij heeft het Olympisch Stadion ook nog eens een monumentenstatus en wie er daarom een spijker in wil slaan, riskeert levenslang. Het was een extra beperking bovenop een moeilijke opdracht, maar juist daardoor kwamen Bergevoet en Van Tuijll tot bijzondere inzichten. “Architectuur is in de ogen van de meeste mensen statisch en bedoeld voor de eeuwigheid,” zegt Bergevoet nu in een terugblik. “Met name in de crisistijd zijn we druk geweest met onderzoek naar tijd en bouwen, en opdrachten voor tijdelijke bouwwerken.” Met die gedachte kwam er een ontwerp voor de architectonische variant van legosteentjes, waarmee het Olympisch Stadion in geval van grote evenementen tijdelijk kan uitbreiden – indien nodig zelfs verdubbelen.
Zonder afval
Het Amsterdamse architectenduo schetste losse tribuneonderdelen van zo’n 1500 toeschouwers per stuk. Ze zijn licht, makkelijk vervoerbaar en sterk genoeg om juichende mensen te bevatten. Als de capaciteit met 15.000 moet worden vergroot, zijn er dus tien nodig. Deze onderdelen staan los van het stadion zelf, waarmee de monumentenstatus wordt gerespecteerd. Na afloop wordt alles verwijderd en keert het Olympisch Stadion terug in zijn oorspronkelijke gedaante van 1928.
Er hoeft dus niets te worden weggegooid. Sterker, deze losse onderdelen kunnen ook op andere plekken worden ingezet, zoals op Pinkpop, op het circuit van Zandvoort of bij een openluchtconcert op een mooi strand. Zoals Bergevoet aangaf, brachten zij daarmee tijd en architectuur met elkaar in verbinding. Geen statische architectuur voor de eeuwigheid, maar dynamische architectuur voor nu.
De resultaten werden in 2008 gepresenteerd op de expositie NL28 Olympisch Vuur in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Het was nog in de tijd dat Nederland zich kandidaat wilde stellen voor de Olympische Spelen en deze dynamische architectuur hoorde bij die ambities. “Het is vooral een onderzoek om de nieuwsgierigheid te bevredigen en mogelijkheden af te tasten,” zei Bergevoets toen, maar nadat in de jaren erna alle grote olympische plannen werden weggehamerd van ’s lands vergadertafels verdween ook die nieuwsgierigheid binnen de sportwereld. Helaas, want met alle aandacht voor duurzaamheid en circulariteit van tegenwoordig is dit plan vreselijk actueel, vooral de visie daarachter. Het verdient een wederopleving, omdat het tenslotte al aan de eisen van de circulaire economie voldeed voordat dit begrip was bedacht (Voor de factcheckers: de oudste melding in NRC Handelsblad is van 2010; de Volkskrant volgde begin 2011.)
Uitklikstadion
Deze dynamische architectuur is het startsein voor stadions, die zich blijvend aanpassen aan de tijdelijkheid, aan de behoeftes van het moment. Zo’n bouwwerk van de toekomst bestaat uit zijn geheel uit losse onderdelen, die makkelijk verwijderd kunnen worden. Als er niets aan de hand is, staat alles gewoon op zijn plek voor de eigen evenementen en zullen de bezoekers amper opmerken dat ze in een dynamisch stadion zitten. Dat wordt pas duidelijk als er enkele stadiondelen tijdelijk zijn verwijderd voor een evenement elders. Na afloop worden die weer teruggeklikt – klaar.
Indien nodig kan zelfs het complete stadion worden verplaatst voor een eenmalig evenement elders. Dat Nederland bijvoorbeeld ergens een grote voetbalwedstrijd organiseert met een stadion dat daar alleen maar voor die gelegenheid staat. Daarna gaat het gewoon weer terug. Waarom niet? De thuisclub van het dynamische stadion moet die week alleen geen thuiswedstrijd spelen, omdat hun thuis op dat moment enkele honderden kilometers verderop in gebruik is.
Het is allemaal hartstikke circulair én de beste manier om Airbnb te pesten. Wie huurt tenslotte nou die prachtige locatie naast dat prachtige stadion als dat prachtige stadion er na een week al niet meer staat?
Waardeer dit artikel!
Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je je waardering laten blijken door een kleine bijdrage te doen