Sportjournalist Ed van Opzeeland overleden
In het ziekenhuis is vanochtend Ed van Opzeeland overleden. Vanaf de jaren 50 was hij een toonaangevend sportjournalist, auteur van een groot aantal sportboeken, onder meer van de biografie over Ben Bril. Ook was hij bedenker van de naam Studio Sport.
Ed van Opzeeland (1928) heeft in zijn lange loopbaan veel sporen in de sport achtergelaten. Als voetballer debuteerde hij als rechtsbuiten in het eerste elftal van Blauw-Wit en daarna was hij voor diezelfde club een uitstekend honkballer.
In 1952 begon hij voor Het Parool en in die hoedanigheid ging hij in 1956 zonder toestemming van zijn chef Rien Bal naar de eerste Europa Cup 1-finale in de geschiedenis. Dankzij deze ongehoorzaamheid was de Amsterdamse krant de volgende dag de enige van ons land met een eigen verslag van deze wedstrijd tussen Real Madrid en Reims.
Van Opzeeland werkte ook voor Sport in Beeld, onder meer als basketbal- en honkbalverslaggever. Zo was hij in 1962 een hele middag op tv vanwege de finale van het EK honkbal, door hem voorzien van commentaar. Van Opzeeland verzon de naam van de opvolger van dit programma: Studio Sport. Het begon in 1969 en bestaat vijftig jaar later nog steeds.
Tijdens de Olympische Spelen van 1968 was Van Opzeeland in Mexico voor een verslag. Dat land was toen een dictatuur, waar studenten protesteerden tegen de enorme kosten van de Spelen. Op 2 oktober 1968 escaleerde dit in het grootste bloedbad uit de geschiedenis van de Olympische Spelen, waarbij honderden doden vielen. Van Opzeeland was per ongeluk ooggetuige van dit drama.
“Voor de Spelen begonnen, was ik al in Mexico. Om sfeerreportages te maken, samen met de fotograaf Ed van der Elsken. We stonden te kijken naar de grote demonstratie van studenten en arbeiders. Opeens ontstond er paniek. Iemand riep: Ze sluiten ons in! Ik zag helikopters in de lucht, die het vuur openden op de menigte. Onvoorstelbaar. Plots waren er ook tanks. Van alle kanten werd geschoten. Van der Elsken en ik probeerden bescherming te zoeken. We doken onder een vrachtwagen.”
Op deze plek lagen Van Opzeeland en Van der Elsken opeens naast Oriana Fallaci, toen een wereldberoemde journaliste. “Ik herkende haar, ze was een bijzondere verschijning. Fallaci was heel rustig. Dat werkte op mij als een tranquilizer. Toen werd ze geraakt door rondvliegende kogels. Mensen, ik weet niet wie, haalden haar weg en hebben haar naar een ziekenhuis gebracht. Nadat het schieten eindelijk voorbij was, zijn we naar ons hotel gegaan. Nog dezelfde avond hebben Ed en ik Oriana Fallaci opgezocht in het ziekenhuis. Ze bleek drie schampschoten te hebben.”
Ed van Opzeeland in het ziekenhuis bij Oriana Fallaci. Foto Ed van der Elsken, via het privé-archief van Van Opzeeland
Veertig jaar later keek hij verbaasd terug: “Het gekke is, daarna ben ik gewoon aan het werk gegaan om de Spelen te verslaan. Met vrijwel niemand sprak ik over de gebeurtenissen. De sporters en officials wisten er ook niks van. Voor mijn opdrachtgever schreef ik gewoon weer mooie sportverhalen.”
Voetbal is oorlog
Bijna zestig jaar geleden was hij bedenker van de specials rond de Europa Cup 1. “Ik werkte tot 1960 bij Het Parool,” zei hij in 2014 in de VPRO Gids, “en kwam toen bij de Nieuwe Revu terecht, dat ressorteerde onder de Geïllustreerde Pers. Ik heb daar de belangstelling voor sport op de kaart gezet. Begin jaren zestig begon ik met speciale Europa Cup-uitgaven, en die werden een enorm succes. Dat waren recordoplages, wel een miljoen. Gigantisch.”
Van Opzeeland speelt ook nog een curieuze rol bij de wereldberoemde uitspraak van Rinus Michels: “Voetbal is oorlog”. Volgens eigen zeggen heeft Van Opzeeland hem die uitspraak in de mond gelegd in een gesprek voor tijdschrift Revu. “Michels heeft dat nooit gezegd, hij had het wel kúnnen zeggen. Hij heeft het later trouwens zelf overgenomen.”