Vechtsporten

De match van het jaar 1947: Bep van Klaveren tegen Luc van Dam

Luc van Dam en Bep van Klaveren waren de beste boksers van 1947. Binnen een maand waren ze te zien in de Kuip en het Olympisch Stadion. 

Bep van Klaveren en Luc van Dam. Foto’s Ad van Bennekom via het Nationaal Archief

Op 10 augustus 1947 stond een bijzondere bokswedstrijd op het programma. Nederlands kampioen middengewicht Luc van Dam verdedigde zijn titel tegen de legendarische Bep van Klaveren, net terug van een wereldreis van acht jaar. Het gevecht vond plaats in het Feyenoord Stadion en het Parool omschreef het als de eerste grote thriller in de Nederlandse bokswereld van na de oorlog.

Boksjournalist F.G. Bouwens blikte gretig vooruit in het weekblad Sport: ‘Men kan een enerverend gevecht verwachten tussen een jonge, voorzichtige, maar toch gevaarlijke technicus en een boksveteraan met geweldige routine.’

De veertigjarige Van Klaveren stond voor het veteranendom en de routine. Op de Olympische Spelen van 1928 had hij de gouden medaille bij het vedergewicht gewonnen en daarna carrière gemaakt in de Verenigde Staten. In die tijd verwierf hij de bijnaam The Dutch Windmill.

Luc van Dam was dertien jaar jonger en behaalde in 1940 zijn nationale titel. De eerste jaren na de oorlog had hij het echter moeilijk en daarom zocht hij revanche. Hij voerde graag een rustig en doordacht gevecht, waarin hij berekenend reageerde op de zwakke punten in de tactiek van de tegenstander. Deze titelstrijd was voor Van Dam niet alleen voor het behoud van de kampioenssjerp, maar ook om zijn internationale carrière een impuls te geven.

Match van het jaar

De twee bereidden zich zorgvuldig voor op de ‘match van het jaar’. Van Klaveren zat met enkele andere topboksers bij de IJsclub in Kralingen, terwijl Van Dam was neergestreken in manege Bosch van Bredius in Bussum. De trainingen waren bijzonder, omdat de wedstrijd zelf ook bijzonder was. Trainer Theo Huizenaar van Van Klaveren zei hierover: “Men moet wel begrijpen dat het er op aankomt aan de buitenlucht te wennen. Want dat is zeker; in de buitenlucht boksen is oneindig veel zwaarder dan in een zaal.”

Dat dit zo zwaar was verbaasde de verslaggever van Sport in grote mate. ‘Eigenaardig eigenlijk dat bokswedstrijden die niet in een rokerige en bedompte ruimte worden gespeeld zoveel meer eisen stellen aan het weerstandsvermogen.’

Al tijdens de trainingen werden de verschillen tussen de twee boksers goed zichtbaar. Van Klaveren werkte voornamelijk aan zijn kracht, waar Van Dam oefende op uithoudingsvermogen. De Rotterdammer bokste tegen zijn partners en liep erg veel; Van Dam klom in bomen en bereed paarden.

Helpers weg

Op 10 augustus betraden de twee de ring in een met 16.000 mensen gevulde Kuip. ‘In de ene hoek Van Klaveren’, schreef het Parool, ‘bruin, opgewekt en levendig, knipogend in alle richtingen, in de andere hoek Van Dam, wat bleker, rustig glimlachend naar vrienden, waakzaam als een jachthond. Toen werd het doodstil. De gong… Helpers weg, eerste ronde.’

Van Klaveren zocht naar gaten in de verdediging van zijn tegenstander, maar Van Dam hield moeiteloos stand. Dit vuistschermen stond op een bijzonder hoog niveau, totdat de zevende ronde een onverwachte wending kreeg. De Parool-verslaggever zag het volgende: ‘Van Dam plaatste een rechtse hoek, raakte in een heftige slagwisseling, boog naar voren om nogmaals rechts te stoten. Op hetzelfde moment kromde Van Klaveren het lichaam voor de ontlading van een snelle kopstoot, botste hard met zijn hoofd tegen Van Dam’s wenkbrauw en nog eens! Geen opzet. Bloed stroomde Van Dam over het gezicht. De scheidsrechter staakte het gevecht. Luc van Dam stampvoette, wreef driftig de tranen van zijn gezicht, voelde wat komen ging.’

De strijd duurde hierna nog één ronde, maar toen werd de wond te groot. De arbiter stuurde daarom de gewonde bokser naar de hoek, ‘waar hij tranen en bittere teleurstelling verbeet’. Na de eerste ingreep van de sportarts stapte de gevallen kampioen naar zijn ietwat grijnzende opvolger en hing hem de kampioenssjerp om.

“De titel is maar geleend”, zei Van Dam later in de kleedkamer. Ook Van Klaveren begreep dat: “Ik heb het eigenlijk niet verdiend. Die jongen was goed, maar hij had pech.”

Revanche

Op 5 september 1947 was de volgende ontmoeting in het Olympisch Stadion in Amsterdam. ‘De grootste revanche ooit in Nederland gebokst’, zoals het gemakshalve door de sportpers werd omschreven. Van Klaveren keerde daarmee terug naar de plek waar hij negentien jaar (!) eerder zijn gouden olympische medaille had gewonnen.

Van Dam was door maar één gedachte bezield: het herwinnen van zijn titel. ‘Voor de wedstrijd was Van Dam nog maar een jongen’, schreef Bouwens tijdens de voorbereidingen. ‘Nu discussieerden we met een man, een harde man, die heeft begrepen dat de zorgeloze tijden voorbij zijn, dat leven strijd betekent.’

Helaas voor Van Dam werd de revanche uitgesteld. Van Klaveren was namelijk licht gewond geraakt bij een wat domme stoeipartij, wat sportjournalist M. van de Bergen hem bijzonder kwalijk nam. ‘Even geen ernst, even een uiting van levenslust, van speelsheid en een geblesseerde schouder is het gevolg. Waarom moet een man in training maar liever niet op een trottoirband gaan lopen? Omdat hij daarbij de kans heeft een enkel te verzwikken, wanneer hij maar even misstapt! Waarom mag men, wanneer men in training is, niet stoeien? Van Klaveren gaf het antwoord.’

De geschiedenis herhaalde zich, want wederom eindigde de wedstrijd met een blessure – dit keer in het voordeel van Van Dam. Hij bokste als nooit tevoren, zag een enthousiaste verslaggever van Sport: ‘Hij heeft zijn fameuze concentratie weer, hij is opnieuw de grote technicus gebleken, die stoten tevoorschijn tovert uit een onuitputtelijk arsenaal, met het gemak van de variatie, waarmee een jongleur met borden, ballen en knotsen speelt. Een grootmeester in de bokskunst, die meer dan gewoonlijk geïnspireerd was en nuttig ringwerk aan esthetisch presteren paarde.’

In de negende ronde liep Van Klaveren een blessure op aan zijn wenkbrauw. De scheidsrechter greep in en staakte de strijd. Van Dam was opnieuw de kampioen.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.