Herinneringen aan Ruud van der Linden van het Boksteam Albert Cuyp
Ruud van der Linden is overleden, de motor achter het Boksteam Albert Cuyp. Jan van Mersbergen haalt herinneringen aan hem op.
De boksschool op de Albert Cuyp, foto via het Stadsarchief Amsterdam
Eén van de rijke anekdotes van Ruud van der Linden is uit 1984, toen hij bondscoach van de Nederlandse boksploeg was. Destijds was ik 13, en bleef ik op voor mijn eerste grote boksmatch.
Tijdens het olympische bokstoernooi van Los Angeles stond bij de zwaargewichten in de halve finale een confrontatie op het programma tussen twee boksstijlen. Het leidde tot een protest.
De Canadees Willy de Witt was een straatvechter die zijn tegenstanders murw beukte, die onbesuisd het gevecht aanging. Moedig, en bovendien een blanke, van vlakbij Amerika vandaan. De held van het publiek in Los Angeles.
Boksen is slopen, leek zijn credo.
Vanderlijde
Arnold Vanderlijde is een Limburger. Een rustige jongen die in 1984 zijn eerste Spelen bokste. Hij bokste op techniek. Hij gebruikte de lengte van zijn armen om tegenstanders op afstand te houden en zelf regelmatig te scoren. Boksen is niet alleen een sport van beulen, punten maken en dan de jury laten tellen is ook een mogelijkheid, zo lang je de tegenstander maar meer raakt dan hij jou.
Weinig spectaculair misschien, wel met verstand.
Het scenario voor de halve finale was op voorhand bekend: De Witt zou komen, Vanderlijde zou wachten en proberen zijn punten te maken. Het werd een schaakpartij waarin de Witt niet de kans kreeg zijn harde stoten te plaatsen, maar Vanderlijde ook niet veel raakte.
Het was aan de jury. Die volgde het publiek en koos voor de straatvechter.
”Protest,” schreeuwde Ruud van der Linden. Woest was hij. Hij schoot direct iedereen aan om een biljet van 50 dollar. Dat kostte het namelijk om een protest tegen een jurybeslissing in te dienen. Anders begonnen de hoge heren niet aan een heroverweging. De aanwezige Staatssecretaris van WVC, Joop van der Reijden, trok haastig 50 dollar uit zijn beurs en Ruud kon de jury bestoken.
Het mocht niet baten. Willy de Witt won, voor Vanderlijde was er uiteindelijk (zijn eerste) brons.
Het typeert niet alleen de carrière van Vanderlijde, dit verhaal typeert ook Ruud van der Linden, die altijd rond de ring te vinden was als begeleider van zijn jongens tijdens bokswedstrijden in het land, en ook dan riep en gebaarde hij. Want het maakte niet uit op welk niveau of met wat voor mensen, hij leefde voor het boksen, kon slecht tegen onrecht en als die twee factoren samenkomen dan zouden we het weten ook.
In die zin is ”motor van boksteam” een slappe typering. Van der Linden is niet alleen de motor, maar ook het geweten en de ziel van het Boksteam Albert Cuyp en eigenlijk van het complete Nederlandse amateurboksen.