Het boksleven van Ben Bril
Er wordt weer gebokst in Carré tijdens de zogenaamde Ben Bril Memorial – vernoemd naar de joodse bokser. Voor de Tweede Wereldoorlog stond hij zelf als bokser in de ring; daarna als scheidsrechter. Tijdens de oorlog overleefde hij samen met zijn vrouw en zoon het concentratiekamp in Bergen-Belsen.
Dames en heren, hierbij neem ik afscheid van de bokssport.
Waar Rotterdam bijeenkomt op de Bep van Klaveren Memorial doet Amsterdam dat op de Ben Bril Memorial. In beide gevallen is het een eerbetoon aan markante boksers. Van Klaveren won goud op de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Bril deed dat jaar ook mee, alhoewel hij toen nog niet de vereiste leeftijd had bereikt.
De bokscarrière van Bril valt uiteen in twee periodes: als speler en als scheidsrechter. Oorzaak van deze waterdichte scheiding is de Tweede Wereldoorlog. De joodse bokser verloor toen 182 familieleden, maar overleefde samen met zijn vrouw en zoon het concentratiekamp in Bergen-Belsen.
Als speler maakte hij één keer de Olympische Spelen mee: in zijn eigen Amsterdam in 1928. Als scheidsrechter was hij er drie keer bij. Hij werd een onverbeterlijke idealist genoemd, arrogant, technisch hoogbegaafd, rechtvaardig – iedereen wist wel iets over hem te zeggen. En zelf zei hij: “Het is gewoon allemaal een kwestie van mentaliteit, van zelfbeheersing.”
Als scheidsrechter
De jaren 30
Bril is geboren in 1912 op de Valkenburgerstraat in Amsterdam, als zesde en één na laatste kind. Wat nu de aan- en afvoer is voor de IJ-tunnel, was toen een straatje in het hart van het armere gedeelte van de Jodenbuurt. Terwijl vader Bril handelde in vis, speelden de kinderen op straat. De broers van Ben speelden voetbal, worstelden en boksten. Dat laatste deden ze bij De Jonge Bokser in de Wagenstraat, waar Ben Bril volkomen in de ban raakte van deze sport.
Omdat hij zelf te weinig geld had om de contributie te betalen, gaf zijn broer het wekelijkse kwartje. Ben moest daarom beloven geen enkele training te missen, omdat zijn broer anders onmiddellijk zou stoppen met zijn financiële hulp.
Gedurende zijn trainingen werkte Bril aan zijn maatschappelijke leven. Op zeventienjarige leeftijd kreeg hij de verantwoordelijkheid over een slagerij en broodjeswinkel in de Weesperstraat. In 1930 begon hij zijn eigen broodjeszaak in de Utrechtsestraat, maar vertrok in 1931 naar Utrecht na onenigheid met een partner. Hier opende hij de deuren van zijn zaak, om pas in 1972 uit deze branche te stappen.
In 1933 bezochten twee meisjes, Annie en Celia, de winkel. Annie was vaste klant, omdat ze smoorverliefd was op de boksende broodjesverkoper. Tot haar grote schrik zag ze dat juist Celia haar grote liefde aan de haak sloeg. In 1936 trouwde het stel.
Bril was tijdens zijn huwelijk een grote naam in de bokswereld. Op vijftienjarige leeftijd bereikte hij de kwartfinales van de Amsterdamse Olympische Spelen, alhoewel hij eigenlijk te jong was voor deelname. De organisatoren lieten hem toch toe, omdat zijn zestiende verjaardag, de vereiste leeftijd, tijdens de Spelen werd gevierd. Niet geheel onterecht, want al in het jaar daarvoor behaalde hij zijn eerste nationale titel.
De volgende twee Olympische Spelen – Los Angeles 1932 en Berlijn 1936 – was Bril er niet bij. Voor de Verenigde Staten in 1932 werd hij niet geselecteerd, omdat de afstand te groot was, en dit te duur zou worden. Althans, dat was de officiële lezing. Bril zei echter: “Later bleek de secretaris van de boksbond een NSB’er te zijn.”
Vier jaar later boycotte Bril zelfstandig de Spelen van Berlijn, omdat hij een jaar eerder al in Duitsland had gebokst. Daar was hij getuige van het groeiende antisemitisme, waarna hij besloot geen stap meer in Duitsland te zitten zolang de nationaal-socialisten daar de macht hadden.
In 1940, nog voor de bezetting, nam Bril opeens afscheid als sporter. “Dames en heren,” zei hij in Frascati, “hierbij neem ik afscheid van de bokssport.” Hij zag aankomen dat hij zou worden uitgesloten vanwege zijn religie en wilde dat niet meemaken. Het werden gruwelijke jaren: hij werd verraden door clubgenoten aan de Duitsers en afgevoerd met zijn gezin.
In 1947 zag Celia hoe Ben worstelde met het trauma van de oorlogsjaren en het verlies van zijn familie. Om hem weer perspectief te geven vroeg ze aan de Boksbond of haar man de scheidsrechtercursus mocht volgen. Zowel de Bond als Bril stemde in met het voorstel. Een nieuwe carrière was begonnen.
Internationaal werd scheidsrechter Bril geprezen vanwege zijn rechtvaardigheid en neutraliteit (alhoewel hij in zijn eerste jaren niet met Duitsers samen wilde werken). Vanwege zijn sportieve instelling werd hij aangewezen voor politiek beladen wedstrijden tussen Russen en Amerikanen of Engelsen en Duitsers. Bril was namelijk niet geïnteresseerd in de herkomst van een bokser, maar alleen in de goede afloop van een wedstrijd. “Een scheidsrechter heeft de verantwoordelijkheid over twee mensenlevens”, was zijn leidraad. Zo werd hij één van de beste scheidsrechters ter wereld.
In 2003 is Bril overleden. In Amsterdam-West is een straat naar hem vernoemd. Kijk maar: