Nationale Sportherdenking over boksen in de Tweede Wereldoorlog
Op 4 mei is bij het Olympisch Stadion de jaarlijkse Nationale Sportherdenking. Het thema dit jaar is het boksen in oorlogstijd. Er is zowel een inhoudelijk programma als een ceremonie bij het beeld van Prometheus, het oorlogsmonument bij het Olympisch Stadion.
Boven, van links naar rechts: instructeur Ploeger, Jansma (trainer), Steenhorst (trainer), Miljon, Blommers, Olij. Onder, vlnr: burgemeester Kolfschoten, Van Klaveren, Baan, Bril
Aan de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam deden zes Nederlandse boksers mee: David Baan (1908 – 1984), Cor Blommers (1901 – 1983), Ben Bril (1912 – 2003), Bep van Klaveren (1907 – 1992), Karel Miljon (1903 – 1984) en Sam Olij (1900 – 1975). Negentig jaar geleden was er nog geen Olympisch Dorp en daarom zaten de boksers in het Dam Hotel in Edam.
Op 31 juli, terwijl de Spelen in volle gang waren, werd er een groepsfoto gemaakt met de burgemeester, waarvoor de boksers zich hadden verkleed in traditioneel Volendams kostuum. De sfeer oogt goed, hilarisch zelfs.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stonden sommige van deze boksers lijnrecht tegenover elkaar. De joodse Ben Bril verloor bijna zijn hele familie, maar overleefde zelf met vrouw en zoon Kamp Westerbork en Bergen-Belsen.
Olij, nota bene de vlaggendrager van Nederland tijdens de openingsceremonie van Amsterdam 1928, werd de meest beruchte Jodenjager van de Tweede Wereldoorlog. Ook zijn zonen Jan en Kees waren overtuigd nationaal-socialist. Jan was betrokken bij de arrestatie van Bril, waar Sam zijn oude boksmaat opwachtte als bewaker bij de Sicherheitsdienst. Een groter verraad is amper mogelijk. Na de bevrijding kreeg Olij de doodstraf, later omgezet in vijftien jaar cel.
Bep van Klaveren, winnaar van goud tijdens Amsterdam 1928, was tijdens de oorlog helemaal niet in Nederland, want enkele weken na de inval in Polen vertrok hij naar de Verenigde Staten. “Ik ben wel gedwongen om naar Amerika te gaan,” zei hij op 22 september 1939 in De Telegraaf, “want van bokswedstrijden in Europa komt toch niets. Wanneer de oorlog kort duurt, zal men mij in Nederland nog wel eens zien optreden. Duurt hij lang, dan ben ik wel zoo langzamerhand te oud geworden, om nog een goed bokser te zijn. In elk geval zal ik in Amerika mijn best doen.” Pas in 1947 keerde hij terug.
Drie boksmaten in Amsterdam, maar drie compleet verschillende levens tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Om 11 uur start in het Olympisch Stadion een inhoudelijk programma over boksen in oorlogstijd, waar wordt gesproken over Bril, Olij en Van Klaveren. Om 12.30 uur is de herdenking zelf. Toegang is vrij, maar aanmelden wordt op prijs gesteld voor het inhoudelijke programma. Dat kan via office@olympischstadion.nl.