De Amsterdamse zwemmer Piet Ooms zwom begin vorige eeuw tussen honderden kadavers in de Seine
Het is moeilijk voor te stellen dat er in de Seine bijna een halve eeuw lang zwemwedstrijden zijn geweest. Piet Ooms uit Amsterdam werd er begin vorige eeuw een legende.
De Seine is al tientallen jaren een vloeibare vuilnisbelt, maar begin vorige eeuw werd daar nog gezwommen. In 1909 werd er zelfs een speciaal apparaat geplaatst, waarmee niet-zwemmers veilig het water konden betreden. ‘Niet alleen dat men met het toestel blijft drijven,’ aldus Algemeen Handelsblad, ‘doch men kan zich ermede door het water bewegen met de snelheid van een bekwaam zwemmer.’
Toch was het niet verstandig om een duik te nemen, want alleen al in juli 1909 werden er 2680 honden, 281 katten, 74 reptielen, twaalf hagedissen, 212 vogels, twee eekhoorns, twee zeugen, één varken, een schaap met drie poten, een kwart geit, een ezel en vier apen uit het water gehaald – allemaal dood. De gemeente kondigde daarop een verbod af om dode honden in de Seine te gooien.
Zo schoon was de Seine dus ook weer niet, maar blijkbaar was dat geen probleem voor openwaterzwemmers om mee te doen aan zwemwedstijden, bekeken door honderdduizenden toeschouwers.
Gebarentaal
In de zomer werd er jaarlijks gezwommen voor de Traversée de Paris, ongeacht de honderden drijvende kadavers. In 1905 deed de Amsterdamse zwemmer Piet Ooms voor de eerste keer mee en won in de jaren daarna deze wedstrijd drie keer. Eén van de meest bijzondere prijzen die hij kreeg was een vaas, geschonken door de president van Frankrijk.
Ooms werd altijd per boot begeleid door zijn jeugdvriend Bram Felleman. Ze gebruikten een gebarentaal om de tactiek te bespreken. ‘Hij kon zelfs op den rug drijvende deelnemen aan het kaartspel,’ schreef De Revue der Sporten in 1920 over Ooms, ‘waarmee de roeiers in het bootje naast hem zich verpoosden.’
Ook met de eigenaar van zijn vaste hotel aan de Seine had Ooms een geheimtaal ontwikkeld. “Als ik dan voorbij kwam,” zei Ooms in 1946 tegen tijdschrift Sportief, “werd langzaam een grote rood-wit-blauwe vlag aan de nok van het hotel omhoog gehesen.” Zo wist de zwemmer dat de finish nog vier kilometer ver was.
Gedenkplaat
Ooms groeide in die jaren uit tot één van de eerste Nederlandse sporthelden met internationale statuur. In 1909 werd hij helemaal legendarisch in Frankrijk na een sensationele wedstrijd over 22 kilometer van Le Havre naar Trouville. Het was vreselijk weer en in het onstuimige zeewater kreeg Ooms last van zeeziekte. Vlak voor de finish hervond hij zich in een eindsprint tegen zijn Belgische concurrent. Van de 45 deelnemers waren zij de enige twee die het hadden gehaald.
In het plaatselijke casino werd daarop een marmeren gedenkplaat onthuld als eerbetoon voor Ooms. Bij de Seine zou er inmiddels ook wel zo’n monument mogen komen voor de Nederlandse zwemmer, die daar jarenlang tussen honderden kadavers heeft gezwommen.