De Kroonjuwelen van het Olympisch Stadion: Rie Mastenbroek
Het Olympisch Stadion heeft tien Kroonjuwelen, waaronder de gouden medaille van Rie Mastenbroek, de grote ster van de Spelen van 1936.
Op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn heersten de Nederlandse zwemsters. Van de vijf afstanden voor de vrouwen, wonnen de Nederlanders er maar liefst vier! De Rotterdamse zwemster Rie Mastenbroek werd De Keizerin van Berlijn met drie Olympische titels. Eén van deze historische gouden medailles ligt in de Olympic Experience.
Alhoewel Mastenbroek tegenwoordig grotendeels is vergeten, was deze meervoudig kampioene de grote ster van de Spelen van Berlijn. Ze kreeg op de slotdag, na haar derde gouden medaille, een huldiging zoals een Nederlandse sporter nooit meer heeft meegemaakt. Na het winnen van de 400 meter werd ze verzocht naar het erepodium te komen.
Een ooggetuige schreef hierover: ‘Rie Mastenbroek schreed naar het voetstuk, temidden harer prijszusteren, en gevolgd door de heeren Baillet Latour en Schimmelpenninck van der Oye (respectievelijk de voorzitter van het IOC en het NOC, redactie). Toen de winnaressen op het voetstuk stonden opgesteld, werd een schijnwerper op het groepje gericht.’
Het was het enige licht in het stadion, waar meer dan 100.000 toeschouwers naar de Rotterdamse zwemster keken. ‘Het was voor de Nederlanders, die nog aanwezig waren in deze ontzagwekkende volte en de wonderlijke sfeer beleefden, een ontroerend oogenblik, toen het Wilhelmus werd ingezet.’
Mastenbroek keerde daarna terug naar een uitzinnig Nederland. Rotterdam barstte uit zijn voegen toen stadgenoot Mastenbroek zich meldde. Desondanks is haar naam inmiddels grotendeels vergeten – maar niet bij ons.
Eikenboom
Naast deze medaille is er een ander bijzonder object bij het stadion, dat een historische band heeft met Mastenbroek. Alle Olympische kampioenen van 1936 kregen tijdens de huldiging een jong eikenboompje van de Duitse organisatie. Het was een gift van de nationaal-socialisten, die de eik als een symbool van kracht beschouwden.
Het officiële rapport van de Spelen van 1936 maakte melding van dit bijzondere onderdeel van de huldiging: In addition to the Olympic medal, the Organizing Committee presented the winners with a wreath of oak leaves and a small oak tree with the inscription: “Grow in honour of victory, inspire to further achievements!” The winners received these little oak trees with special pleasure and gratitude as souvenirs of the country of the XIth Olympic Games. In addition, the President of the Organizing Committee presented to each Olympic victor a copy of the book, “Olympia”, by Hege-Rodenwaldt.
Op die Spelen won Nederland zes gouden Olympische medailles en daarmee dus zes eikenbomen. Twee werden er bij het Olympisch Stadion geplant. Het ging om de exemplaren van de Nederlandse zwemsters uit de estafetteploeg en rugzwemster Nida Senff.
Op 22 december 1936 schreef dagblad Het Vaderland over de bijeenkomst waarbij die boompjes in de grond werden gezet:
‘Het zal wellicht niet allen bekend zijn dat de Kon. Ned. Zwembond tegenwoordig ook aan boschbouw doet, aldus ving mr. A. baron Schimmelpenninck van der Oye, de president van het Ned. Olympisch comité, zijn toespraak aan tijdens de kleine plechtigheid, welke Zaterdagmiddag in het Olympisch Stadion te Amsterdam plaats vond, n.l. het planten van de eikjes, die Nida Senff en de meisjes van de estafetteploeg in verband met haar overwinningen respectievelijk op de 100 meter rugslag en de 4 maal 100 meter borstcrawl hadden ontvangen. De voorzitter van den K.N.Z.B. de heer J. de Vries zeide, dat met dit planten een symbolische daad was verricht n.l. het beteekende het einde van de spelen van 1936 en ook het begin van die van 1940.
De directeur van het Stadion, de heer J. J. van den Berg aanvaardde in dank de beide planten, welke altijd den tijd der groote successen op zwemgebied in de herinnering zullen vasthouden. Spr. hoopte, dat de zwemsters den tijd zouden meemaken dat deze planten tot statige eiken zouden zijn uitgegroeid, en daarmede was aan de rij sprekers een einde gekomen.’ Aldus Het Vaderland.
Deze boompjes stonden aanvankelijk voor de hoofdingang van het stadion, naast de Marathontoren. Daar overleefden ze de oorlog en Hongerwinter om in 1952 te worden verplaatst naar de achterzijde. Dick Bessem, in die tijd stadiondirecteur, was bang dat het anders verkeerd zou aflopen: “De bomen stonden er wat schriel bij, bijna nooit zon en altijd in de gure noordenwind. Ze hadden vast de geest gegeven. Dat was een reden om ze over te planten.” Sindsdien staan de olympische eikjes aan de Schinkelzijde, inmiddels in goede gezondheid.
In 1996 is voor de laatste keer uitgezocht hoeveel van die eikenbomen wereldwijd nog in leven waren. Dat waren er ongeveer zestien, waarbij het Olympisch Stadion de enige plek ter wereld is waar er nog twee naast elkaar staan.
Tot slot: omdat Mastenbroek Olympisch kampioen is, staat haar naam ook in de Wall of Fame in de Marathonpoort.