De mislukte oorlogszuivering van de Nederlandse zwemsport
Precies 75 jaar geleden opende de Zwembond een onderzoek naar het gedrag van de Rotterdamse zwemster Cor Kint. Dat ging zeer onzorgvuldig, net als de rest van de zuivering. De zwemster werd gestraft voor hetzelfde vergrijp, waarvoor de verantwoordelijke bestuurders zichzelf vrijspraken.
Cor Kint
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog begonnen de onderzoeken en rechtszaken tegen Nederlanders, die met de Duitsers hadden samengewerkt. Dat gebeurde ook in de sport, maar dat ging niet altijd even goed. De pijnlijke voorbeelden bij de zwemsters Cor Kint en Jopie Waalberg zijn daarvoor illustratief.
Jopie Waalberg
Jopie Waalberg deed in 1936 mee aan de Olympische Spelen en was houdster van zeven wereldrecords. Meteen na de oorlog legde haar eigen zwembond een wedstrijdverbod op tot 1 september 1946, omdat ze had meegedaan aan wedstrijden in Duitsland. Dat was zeer dubieus, want de zwembond was zélf bij die gewraakte wedstrijden betrokken geweest. De sporter werd dus wél gestraft, maar de bestuurders zelf niet. Haar eigen club A.D.Z. gooide er in juni 1945 er ook nog een royement overheen.
Wat het KNZB-besluit helemaal onzinnig maakte, was dat Waalberg al in februari 1944 was gestopt met haar sport. Het stond toen gewoon in alle kranten. ‘De directe oorzaak hiervan is een ondergane operatie, die goed is afgelopen, doch Jopie noodzaakt de eerste maanden niet te zwemmen. Dit is voor onze recordhoudsiter aanleiding om definitief een streep te zetten onder haar zwemcarrière.’ Een wedstrijdverbod sloeg dus nergens op.
Cor Kint
Bij Cor Kint uit Rotterdam ging het nog idioter. Ze is de beste zwemster die Nederland nooit heeft gehad. In 1938 was ze Europees kampioene op de 100 meter rugslag en al een jaar later had ze vier wereldrecords gezwommen. Na de Rotterdamse zwemlegendes Marie Baron, Marie Braun en Rie Mastenbroek uit de jaren twintig en dertig diende het volgende supertalent uit deze stad zich alweer aan.
Voor de Olympische Spelen van 1940 was ze een serieuze medaillekandidaat, maar die gingen niet door. In plaats daarvan belandde de zwemster in Dresden na een verloving met een Duitse matroos. De relatie werd binnen een jaar verbroken, maar uit angst voor negatieve reacties van haar familie en vrienden bleef ze toch in Duitsland wonen. Wat het allemaal extra gecompliceerd maakte, was dat haar moeder zich in de oorlog aanmeldde als lid van de NSB en dat Kint meedeed aan dezelfde zwemwedstrijden in Duitsland als Waalberg.
Op verzoek van de Zwemvereeniging Rotterdam startte de KNZB op 26 januari 1946 een onderzoek – precies 75 jaar geleden. Dat gebeurde zónder de zwemster hierover in te lichten. Haar veroordeling tot een wedstrijdverbod van vijf jaar kwam daarom als een donderslag bij heldere hemel. Ze was niet verhoord en ze had geen kans gehad om zich te verdedigen.
Daarop schreef ze een handgeschreven brief aan de zwembond, zeer emotioneel. ‘Bij deze neemt ondergetekeende beleefd de vrijheid zich met het onderstaande tot U te wenden,’ opende ze beleefd. ‘Ik hoop dat U zich in kunt denken wat het voor mij zeggen wil geschorst te zijn, en niet meer in wedstrijden te mogen uitkomen.’
In haar verweer vroeg ze zich af waarop de schorsing was gebaseerd: ‘Immers toch, ik was nimmer lid van de N.S.B., alleen was ik destijds verloofd met een Duitscher en met hem naar Duitsland vertrokken. Wat het deelnemen aan wedstrijden in Duitschland betreft, ga ik volgens mij daarin vrijuit, want er is mij nimmer gezegd, of ik was mij er althans niet van bewust, dat dit eerst in Amsterdam aangevraagd had moeten worden.’ Het was hetzelfde probleem als bij Waalberg: zij werd gestraft voor deelname aan de wedstrijd, waarvoor de verantwoordelijke bestuurders zichzelf vrijspraken.
Pas ná deze reactie kreeg Kint haar eerste gesprek, dus ná haar eerste veroordeling. Dat verweer heeft duidelijk geholpen, want haar wedstrijdverbod werd met drie jaar verminderd tot 31 december 1947. Ze keerde daarna terug in het wedstrijdbad, maar behaalde niet meer van die goede prestaties, zoals in de jaren vóór de oorlog.
Wall of Fame
In 1959 verliet ze Nederland, als vrijgezel. ‘Het beviel me niet zo best meer,’ zei Kint bij haar vertrek, ‘en nu ga ik naar Australië.’ Ze nam een koffer vol prijzen mee, honderd bekers en medailles uit haar glorietijd. ‘Ik hoop alleen maar het beste.’
In 1971 werd ze opgenomen in de International Swimming Hall of Fame, alsnog een erkenning van haar prestaties. Ze bleef tot aan haar dood in 2002 in Australië wonen, waar ze dagelijks een stuk zwom in de plaatselijke rivier.