Elka Gaarlandt was het eerste boegbeeld van de Nederlandse gehandicaptensport
Esther Vergeer, Marlou van Rhijn en Bibian Mentel zijn de bekendste gehandicapte sporters van onze tijd. Ruim een halve eeuw geleden zorgde Elka Gaarlandt voor een doorbraak.
Elke Gaarlandt in 1964 in Tokio, foto via het Nationaal Archief
Op 12 september 2006 overleed Elke Gaarlandt, 65 jaar oud en afkomstig uit een echte bestuurdersfamilie. Haar grootvader was burgemeester in Gouda; haar vader onder meer in het Drentse Gasselte. In 1944 woonde ze met haar familie in Deventer waar ze getroffen werd door vliegtuigbommen. “Ik werd op mijn vierde jaar invalide door een granaatscherf,” zei ze twintig jaar later. “Ik weet dus niet wat lopen is.”
Haar vader overleefde het bombardement ternauwernood en had de rest van zijn leven een witte lap voor zijn rechteroog. Dat weerhield hem niet om na de oorlog zijn bestuurlijke functies voort te zetten als burgemeester van Emmen en daarna als Commissaris van de Koningin in Drenthe. “Natuurlijk heeft hij zich na dat ongeluk niet uit het openbare leven teruggetrokken,” zei haar dochter. “Waarom zóu hij?” Het leven ging dus verder. Zoals de moeder van Gaarlandt in 1964 tegen De Telegraaf zei: “Ach, dat zijn van die dingen waar je best aan went.”
Nationale spelen
Binnen zo’n gezin was het volkomen logisch dat Gaarlandt actief werkte aan haar herstel. Tijdens haar revalidatie leerde ze zwemmen en was daarin erg goed, net als in atletiek. Op de Stoke-Mandeville Games, de voorganger van de huidige Paralympische Spelen, was ze succesvol. Hoogtepunt waren de drie medailles op de Paralympische Spelen van 1964 in Tokio: goud voor de vijftig meter schoolslag, zilver voor de slalom rolstoelrijden en brons voor het sprintrijden.
Gaarlandt werd zo de eerste Nederlandse gehandicaptensporter met nationale bekendheid, waarbij ze er keer op keer op wees dat haar aanwezigheid op de Paralympische Spelen een voorbeeld moest zijn voor lotgenoten. “Voor mij was het belangrijkste dat er in Tokio plaats was voor de gehandicapten,” zei ze tijdens een bezoek van de Telegraaf. “Dat je als invalide mee mag doen, mee kunt doen. Wij zijn heus geen zielenpoten. Hier in Nederland vinden de mensen het eng als je in een rolstoel zit. Vijf jaar geleden zou u mij misschien niet eens hebben durven bezoeken, omdat u het griezelig vond. Wat zou het niet goed en fijn zijn als wij, invaliden, hier ook nationale spelen konden houden.”
Staande ovatie
Dit doorzettingsvermogen maakte veel indruk, zei burgemeester Beusekamp van Emmen, de opvolger van Gaarlandt sr.: ‘Hij wees op de grote wilskracht, die ieders respect afdwingt en heeft geleid tot deze bijzondere resultaten.’
Bij de verkiezing van Sportvrouw van 1964 eindigde Gaarlandt op de tweede plaats en was daarmee de eerste gehandicapte sporter met zoveel nationale aandacht. Tijdens de uitreiking van de bokaal kreeg ze een staande ovatie, waarbij ze met moeite haar emoties kon verbergen. ‘Stil in haar invalidenwagentje liet ze de ovatie over zich heen gaan.’
Ze werd zo een voorbeeld voor veel gehandicapte mensen in Nederland om ook aan sport te doen. Nog in 1964 bijvoorbeeld was in Heerenveen de opening van de invalidensportclub VADO, Valide door Sport. :Dat een invalide sportman ook fantastische resultaten kan bereiken heeft mejuffrouw mr. Elka Gaarlandt uit Emmen bewezen,” aldus de burgemeester van Heerenveen in zijn toespraak.
Erica Terpstra
En ook Erica Terpstra kwam via Gaarlandt in aanraking met de gehandicaptensport, zo zei ze in 2017 tijdens de Nationale Sportherdenking bij het Olympisch Stadion. “Ik had nog nooit iemand in een rolstoel gezien. In die tijd werden mensen met een handicap, en zeker kinderen, ver weg van de samenleving verzorgd, in instituten in bossen. Maar het wonderlijke was dat na één minuut praten die hele rolstoel weg was, dat was zo mooi. Zij was gewoon een topsporter, zoals ik. Dat vond ik zo bijzonder dat ik vanaf dat moment ging knokken voor de gehandicaptensport. Gaarlandt was mijn inspiratiebron.”