Louis Reens, pionier in de internationale dovensport, werd in 1943 vermoord in Sobibor
Het is dit jaar precies een eeuw geleden dat Louis Reens uit Amsterdam meedeed aan de eerste editie van de Dooven Olympiade, wat nu de Deaflympics zijn. Een kleine twintig jaar later werd hij vermoord tijdens de Holocaust.
Louis Reens vierde van links, met badmuts en handdoek om de schouders, in 1924 in Parijs. Foto via de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond
Op 4 mei is de Nationale Sportherdenking in het Olympisch Stadion. Daar is aandacht voor de oorlogsslachtoffers in de zwemsport, zowel bij de zwemclubs als de reddingsbrigades.
Dovensport
In de afgelopen maand is veel nieuwe informatie beschikbaar gekomen over de oorlogsslachtoffers in de zwemsport. Het aantal omgekomen leden bij HZPC uit Den Haag blijkt zo veel groter te zijn. In Zeeland loopt een opzienbarend onderzoek, waarover PZC zaterdag een groot verhaal plaatst. En ook vanuit andere plaatsen worden nog onbekende namen genoemd, zoals in Arnhem, Groningen en Haarlem.
De dovensport is weer een hele eigen categorie, blijkt uit een overzicht van Arjen Hoogerwerf van de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond. Tot dit moment zijn er acht oorlogsslachtoffers in het zwemmen gevonden, in bijna alle gevallen vermoord in de concentratiekampen:
- David Daniëls (1918 – 1943), Amsterdam
- Rebekka Polak – Farro (1908 – 1943), Amsterdam
- Adriani Goudriaan, (1924 – 1945), Rotterdam
- Abraham van Kolm (1896 – 1945), Amsterdam
- Sara Levie – Daniëls (1919 – 1944), Amsterdam
- Elizabeth Monasch – Cohen (1909 – 1942), Groningen
- Willem Polak (1907 – 1943), Amsterdam
- Louis Reens (1903 – 1943), Amsterdam
Parijs 1924
Ruim honderd jaar geleden ontstonden de eerste organisatorische verbanden in de dovensport, in aanloop naar de Olympische Spelen van 1924 in Parijs. Er was behoefte aan, meldde de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1922, vanwege een gebrek aan aandacht en erkenning. ‘In bestaande sportvereenigingen kunnen zij niet opgenomen worden en bovendien zouden zij er niet op hun plaats zijn.’
In het kielzog van de Spelen van 1924 was er in hetzelfde Parijs een Dooven Olympiade, van 10 tot 17 augustus, ook wel de Internationale Stille Spelen genoemd. Het was voor de eerste keer dat dit gebeurde, inclusief een Nederlandse deelname. Vier jaar later was de tweede editie van dit evenement in Amsterdam, wederom in het kielzog van de Olympische Spelen. Tegenwoordig kennen we dit als de Deaflympics, dat dus bijna honderd jaar bestaat.
Hoogerwerf doet ook onderzoek naar die beginjaren. Zo herleidde hij elf namen van de Nederlandse ploeg van 1924 in Parijs, onder leiding van Gerard Koudijs.
- Wilhelm Brinkmann
- Adrianus Plas
- Johannes de Schrijver
- Hendrik van Veldhuizen
- Hendrik Nederlof
- Heiny van der Heijden
- Andre Morauw
- Frans Visser
- Louis Reens
- Adrianus de la Mar
- Jan Brinkman
Louis Reens
Zowel bij de dodenlijst als het overzicht van Parijs 1924 zien we de naam van Louis Reens. Hij deed honderd jaar geleden mee aan het duiken en won daar een bronzen medaille. Bij de 100 meter vrije slag werd hij uitgeschakeld in de series.
Reens was 21 jaar oud, woonachtig in Amsterdam en lid van de dovensportvereniging ADSV. Later werd hij bestuurslid en voorzitter bij de nationale bond, waarvoor hij in 1941 het erelidmaatschap kreeg.
Vier jaar later speelde hij een grote rol in Amsterdam als voorzitter van het organisatiecomité. Zelf kwam hij ook nog in actie, wederom op de duikplank. Dit keer won hij een zilveren medaille en was daarmee de best presterende Nederlander geweest op het evenement in eigen land.
In 1928 trouwde Reens met Henriëtte Barnstein, ook doof. Zij kregen een horende zoon Harry en een dove dochter Mimi. Het complete gezin werd op 21 mei 1943 vermoord in Sobibor, allemaal slachtoffer van de Holocaust.