Marie Braun was in 1928 de eerste Nederlandse zwemster met internationale allure
Het is de veertigste sterfdag van Marie Braun, de eerste Nederlandse sportvrouw met internationale allure. Samen met haar moeder legde ze hiervoor in 1928 het fundament.
Dochter en moeder Braun in 1928 in Amsterdam na het winnen van de gouden medaille. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
Zwemster Marie “Zus” Braun was pionier voor de vrouwensport, zowel voor Rotterdam als Nederland. Ze werd op 22 juni 1911 geboren in Rotterdam. Op de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam won ze de gouden medaille 100 meter rugslag. Ze was hiermee de eerste Nederlandse vrouw, die een individueel olympisch nummer won, enkele dagen nadat de Nederlandse turnsters al goud in teamverband hadden gewonnen.
Dat Zus Braun aan zwemmen deed, kon in haar geval eigenlijk niet anders: vader deed aan schoonspringen en waterpolo en moeder “Ma” Braun was een zwemtrainster. De leden van de familie Braun kwamen elkaar bij wijze van spreken alleen maar in of rond het water tegen. Ma Braun werd zo ook de coach van haar talentvolle dochter en stond tijdens de olympische finale van 1928 langs de baan. ‘Ze zweept haar dochter op,’ schreef De Nieuwe Rotterdamsche Courant, ´ze loeit, knielt, staat weer op, stampvoet, wordt geel, groen, paars.’
Dit gedeelde succes van moeder en dochter legde niet de basis voor een goede verstandshouding – integendeel. Door het fanatisme van Ma Braun kreeg de zwemmende dochter begin jaren dertig steeds meer last van nachtmerries: “Een heel leger meisjes in badpak wilde zich steeds op mij storten. Dan werd ik wakker en ging maar weer gauw de training, om die dikwijlsch weer spijtig op te geven als ’t niet naar wensch ging.” Onder grote druk ging ze toch door om in 1932 haar olympische titel te kunnen verdedigen in Los Angeles, maar dit liep uit op een drama met zelfs bijna een dodelijk afloop.
Ziekenhuis
Op 9 augustus 1932 zat Zus Braun als toeschouwer op de tribune in het zwembad toen ze een pijnlijke prik in haar been voelde, vermoedelijk van een insect. Twee dagen later – exact vier jaar na haar titel in Amsterdam – werd Zus ziek uit het zwembad gevist. Met spoed werd ze naar het ziekenhuis gebracht, waar ze op het randje van de dood zweefde.
Ma Braun week in die dagen niet van haar zijde. Alsof de familie niet genoeg problemen had, verongelukte diezelfde maand ook nog de vader van Ma Braun, de opa van Zus. Ze konden niet eens afscheid van hem nemen, want in die tijd verbleven zij nog gedwongen in de Verenigde Staten.
Tijdens dit langdurige verblijf lanceerden ze via de media de ene samenzweringstheorie na de andere: “Het was geen insectenbeet, maar het was een injectie, of iets wat er op leek.” Het duo Braun was er heilig van overtuigd dat de zwemster het slachtoffer was van een aanslag van Amerikanen die hadden gewed op de zwemfinales, dat er een spuit met gif in het been van de zwemster was gezet. Met het uitschakelen van de Nederlandse kanshebster zouden de winstkansen van de Amerikaanse Eleanor Holm aanzienlijk worden vergroot. Holm won inderdaad de titel won in een finale zonder Braun, maar een bewijs voor deze samenzwering is nooit geleverd.
Weerzin
Het betekende wel het einde van de carrière van Zus, die uiteindelijk geen goede herinneringen aan haar loopbaan heeft overgehouden. Volgens haar dochter mocht er thuis niet eens over worden gesproken: “Ondanks alle successen keek mijn moeder er met weerzin op terug. Liever keek ze er trouwens helemaal niet op terug, want ze praatte er vrijwel nooit over. Alle knipsels heeft ze weggegooid. Van interviews wilde ze niets weten. Ik denk dat het kwam omdat alles zo geforceerd is door haar moeder. Die bepaalde wat ze moest doen en laten. Zwemmen en trainen beheersten bijna twintig jaar lang haar leven. Altijd vroeg naar bed, nooit eens een feestje.”
Hoe dan ook begon bij Zus Braun een periode van olympisch succes voor de Nederlandse zwemsters, met de Olympische Spelen van 1936 als het absolute hoogtepunt. Van de vijf beschikbare gouden medailles wonnen de Nederlandse vrouwen er toen vier! Rie Mastenbroek – net als Braun uit Rotterdam afkomstig – was de ster van Berlijn met drie gouden en één zilveren medaille. Nooit eerder had een vrouw op één editie van de Olympische Spelen zoveel eremetaal gewonnen, een record dat twaalf jaar later werd overgenomen door Fanny Blankers-Koen.
Vlak voor aanvang van die Spelen van 1936 presteerde Willy den Ouden het zelfs om de 100 meter vrije slag te winnen van mannelijke tegenstanders. Begin 1937 maakte wereldzwembond FINA de namen bekend van de heersende wereldrecordhouders. Bij de mannen stonden de Amerikanen op eenzame hoogte met 22 wereldrecords op de 27 verschillende afstanden. Bij de vrouwen waren van de 26 bestaande wereldrecords er veertien in handen van Nederland!
De belangrijkste coach uit die tijd bleef Ma Braun, met een fanatieke instelling die leidde tot een ongekend succes in de internationale zwemsport. Maar ook tot een enorm aantal ruzies, zelfs ten koste van haar bloedeigen dochter.