NieuwSchaatsen

Carry Geijssen won in 1968 als eerste Nederlandse langebaanschaatser een gouden olympische medaille

De Olympische Winterspelen bestaan deze maand honderd jaar. Carry Geijssen was in 1968 de eerste Nederlandse langebaanschaatser met een gouden olympische medaille.

Prinses Beatrix feliciteert Carry Geijssen met haar olympische titel. Foto Ron Kroon via het Nationaal Archief

Carry Geijssen is op 11 januari 1947 geboren in Amsterdam. Als veertienjarig meisje was ze bij de opening van de Jaap Edenbaan, de eerste kunstijsbaan van het land. “Ik had in het begin hele slechte schaatsen en daarom vond ik het helemaal niet leuk om op het ijs te staan. Het meest frustrerende was dat ik merkte dat ik goed kon rijden, maar dat me dat niet lukte vanwege de kwaliteit van de schaatsen. Pas toen ik een nieuw paar kreeg, kon ik eindelijk vrijuit rijden.”

De magische winter van 1963

Geijssen had zo het geluk dat ze naast een kunstijsbaan woonde. En dan maakte ze als beginnend schaatser ook nog eens de winter van 1962 en 1963 mee, de koudste van de vorige eeuw. Overal werden schaatswedstrijden op natuurijs georganiseerd met in Graft zelfs een complete vierkamp voor mannen, onder wie Ard Schenk en Kees Verkerk. Geijssen was er als toeschouwer bij, inmiddels zestien jaar oud. Zelf reed ze die winter ook overal wedstrijden – het begin van haar loopbaan.

Zo blijkt 1963 het kanteljaar voor de Nederlands schaatsgeschiedenis. Op de koudste dag van die koudste winter werd de meest legendarische Elfstedentocht ooit gereden, die door Reinier Paping werd gewonnen. Schenk en Verkerk reden in Graft voor de eerste keer tegen elkaar – het begin van het Ard & Keessie-tijdperk. En voor het Nederlandse vrouwenschaatsen was het schaatsjaar doorslaggevend met onder meer de doorbraak van Geijssen. Vóór 1963 telde Nederland amper mee in het internationale schaatsen. Daarna wel, dankzij de kunstijsbanen en een nieuwe generatie van mannelijke én vrouwelijke langebaanschaatsers.

Tot aan mijn huis iets verderop stonden zo’n 25.000 mensen

Mijnheer Kalden

Op 11 februari 1968 won Geijssen olympisch goud op de duizend meter. Burgemeester Samkalden ging meteen erna naar Amsterdam-Oost om haar ouders te feliciteren. “Mijn moeder geeft hem een hand. En zegt: Komt u binnen, mijnheer Kalden. Tsja, hij was net burgemeester en ze kende hem nog niet. En haar eigen broer heette Sam en dus dacht ze dat de burgemeester Sam Kalden heette.”

Bij thuiskomst wachtte Geijssen een grote ontvangst vanaf station Muiderpoort. “Tot aan mijn huis iets verderop stonden zo’n 25.000 mensen. De buurt had geld ingezameld om me een auto te geven.” In bruikleen weliswaar, om haar status als amateursporter niet in gevaar te brengen. Hoe dan ook: Fanny Blankers-Koen kreeg een fiets en Carry kreeg een auto.

Samen met de andere Nederlandse schaatsters bezocht ze het stadhuis, waar de burgemeester net bijeen was met de commissie voor recreatie en sport. “Je bent vandaag een kind van Amsterdam,” zei mijnheer Kalden, “dat met een gouden medaille, met een gouden rapport bent teruggekeerd. Je hebt Amsterdam ongelooflijk veel plezier gedaan.”

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.