De Elfstedentocht van 1942 werd bekend als de ‘Tocht der Mysteriën’
Op 22 januari 1942 was er voor de derde opeenvolgende winter een Elfstedentocht. Door een misverstand reed een deel van de kopgroep vanaf IJlst veertig kilometer te veel, zeer mysterieus.
De Elfstedentocht uit 1942, fragment van de film van deze tocht via Open Beelden
Het woordenboek van de Elfstedentaal staat vol prachtige begrippen. Precies tachtig jaar geleden voegde de Telegraaf er een mooie nieuwe uitdrukking aan toe: ‘De Elfstedentocht 1942 kan geboekstaafd worden als „de tocht der mysteriën”. Verwarring en verrassing vierden hoogtij gedurende de eerste vijftig van de 200 kilometer.’
De Tocht der Mysteriën klinkt eerder als een zoektocht naar de Heilige Graal, vastgelegd door History Channel in een slechte documentaire, dan een schaatsmarathon. Het begrip verwijst naar twintig wedstrijdschaatsers, die in het ochtenddonker arriveerden in IJlst, de tweede stad, waar ze de verkeerde afslag namen, ‘rechtsaf de Bolswardervaart op’. Zo reden ze niet naar het zuiden, richting Sloten, maar naar het westen. Pas ter hoogte van Bolsward werd de fout opgemerkt, ‘waarna zij tot IJlst terug moesten rijden, een omweg van bijna veertig kilometer, of ruim een uur.’
Bert van Rest maakte van deze fout een visualisatie op de Elfstedenatlas.
Als vanzelfsprekend waren deze schaatsers meteen uitgeschakeld voor de eindzege. Maar hoe was het mogelijk dat de schaatsers deze fout hadden gemaakt, grotendeels afkomstig uit Friesland, die zowel als zeilers en schaatsenrijders elke centimeter kenden? Lo Geveke, één van de foutrijders, legde hierover een verklaring vast.
“Een schaatsenrijder, die aan een wedstrijd deelneemt is dom, vreeselijk dom. Hij ligt ten minste als er in het donker moet worden gereden, met zijn neus op het ijs. Hij let alleen op het rijvlak en de scheuren en op niets anders. Hij rijdt slechts zijn neus en zijn voorman achterna. Ik reed samen met [Joop] Bosman, Anne de Vries en eenige anderen. Wij lagen toen niet op kop. Bij de fatale splitsing stond geen controleur, toen wij daar aankwamen, wél stond er een toen we terugreden, maar op dat oogenblik was het kalf al verdronken. Ik kon wel huilen, want iets waarop ik mij een jaar lang had gespitst en voorbereid, viel nu in duigen.”
Gedraaide wind
Bij terugkomst in IJlst belandden deze wedstrijdrijders in de grote massa van toerrijders, waarna Bosman en De Vries de wedstijd staakten. Geveke ging verder als toerist, zoals hij zei, en kwam om half vijf in Leeuwarden aan.
‘Het mysterie van den Elfstedentocht dat bijna altijd den naam van een onbekende als winnaar te voorschijn toovert,’ vatte de Telegraaf daarna samen, ‘had met één slag alle favorieten kansloos gemaakt. Een onbekende uit de rijen der duizenden der Friesche schaatsenrijders zou naar voren treden.’ Al helemaal als er daarna nóg eens een fout gemaakt zou worden, zoals sommige schaatsers tussen Sloten en Stavoren deden.
Het volgende mysterie diende zich na Bolsward aan, precies op de helft van de tocht. Vanaf dat stuk rijden de schaatsers grotendeels naar het oosten, normaal gesproken met tegenwind en daarom het zwaarste deel. Volkomen onverwacht draaide de wind echter opeens, zodat de rijders aan kop opeens extra voordeel kregen. Het bleek uiteindelijk het meest gunstig voor Sietse de Groot, die gewend was aan hoge snelheden bij hardrijwedstrijden. Zo werd de Elfstedentocht van 1942 gewonnen door de beste sprinter, zeer uitzonderlijk.
IJswijzer bij IJlst
Later bleek, zo meldt schaatshistoricus Marnix Koolhaas, dat een saboteur de ijswijzer bij IJlst een slag had gedraaid. Het drama was mede de aanleiding voor de zoon van Elfstedenvoorzitter Hepkema om tijdens zijn onderduik een nieuw draaiboek te schrijven. Daarin legde hij ook vast dat er richtingborden moesten komen tijdens de Elfstedentocht om dergelijke mysteriën te voorkomen.