De grootste ramp die het kunstrijden ooit trof was in 1961 in Brussel
De Maand van de Geschiedenis heeft als thema Wat een ramp! Vlak voor aanvang van het WK kunstrijden van 1961 kwam de complete Amerikaanse ploeg om het leven bij een vliegtuigongeluk.
Foto Herbert Behrens via het Nationaal Archief
Het WK Kunstrijden van 1961 zou in Praag worden gehouden, maar werd door rampspoed getroffen. De Amerikaanse ploeg vertrok op 15 februari met een Boeing 707 van het Belgische Sabena van New York naar Brussel, om daar een overstap te maken naar Praag. In het toestel zaten 61 passagiers, waarvan 34 betrokken waren bij het kunstrijden. Verder waren er elf bemanningsleden aan boord.
Vlak voor de landing ging het mis. In de Leidsche Courant van 15 februari 1961 stond hierover: ‘Een ooggetuige heeft gezegd, dat het reuzenvliegtuig langzaam daalde. Plotseling scheen het toestel weer omhoog te willen gaan. Er deed zich een ontploffing voor en het vliegtuig verloor snel hoogte en kwam van naar schatting 200 meter hoogte op de grond neer, als een brandend wrak.’
De hulpdiensten waren snel ter plaatse, maar konden niets meer doen. Alle inzittenden waren omgekomen, evenals een Vlaamse boer op de grond. Wel werden in de resten ongeschonden sportkleren gevonden van de schaatsers. De precieze oorzaak is nooit opgehelderd.
De ramp had een enorme impact op het internationale kunstrijden, want een hele generatie Amerikaanse kunstrijders was in één klap verdwenen, inclusief de beste coaches. Onder de slachtoffers waren onder meer de gezusters Maribel en Laurence Owen. De pas 16 jaar oude Laurence werd gezien als concurrente van Sjoukje Dijkstra. Haar zus Maribel was dat jaar Amerikaans kampioen geworden bij de paren, samen met Dudley Richards.
Het WK van 1961 werd na deze ramp afgelast, alhoewel de Tsjechische organisatie nog probeerde dit later alsnog doorgang te laten vinden. “De voorbereidingen hebben ons veel geld gekost en bovendien is reeds meer dan de helft van de deelnemers in Praag gearriveerd.” Ook de Amerikaanse bond wilde dat het evenement door zou gaan, maar de wereldbond gaf geen gehoor. Het jaar erop werd het alsnog in Praag gehouden.
Sjoukje Dijkstra
Eén van de grote kanshebbers op de wereldtitel van 1961 was Sjoukje Dijkstra, heersend Europees kampioen en nummer twee op het WK van 1960. Ze leek de eerste Nederlandse wereldkampioen bij het kunstschaatsen te worden, maar door de omstandigheden was ze blij dat het toernooi was afgelast. ‘Sjoukje is erg onder de indruk van het verlies van haar Amerikaanse sportvrienden’, schreef de Leidsche Courant.
Toch was er dat weekend groot Nederlandse succes op het ijs, omdat allroundschaatser Henk van der Grift de wereldtitel won – als eerste Nederlander sinds 1905. “Fantastisch voor Nederland,” aldus Dijkstra. Zonder vliegramp, zo constateerden de kranten bot, had ons land dus twee wereldkampioenen in één weekend erbij kunnen hebben.
Een week na het ongeluk werd het US Figure Skating Memorial Fund opgericht, om geld op te halen voor jonge kunstrijders. In ruim een halve eeuw is meer dan tien miljoen dollar opgehaald, waarmee duizenden jonge schaatsers zijn geholpen.
Een jaar later werd Sjoukje Dijkstra alsnog wereldkampioen, als eerste Nederlandse ooit.