Echt nep: Hilbert van der Duim gleed uit over vogelpoep
Oktober is de Maand van de Geschiedenis met als thema Echt Nep. We kijken of Hilbert van der Duim een toernooi verloor vanwege vogelpoep op de baan.
Karikatuur van Dik Bruynesteyn, uit de collectie van NOC*NSF
Het EK Schaatsen van 1981 was in Deventer. Hilbert van der Duim viel op de 10.000 meter, de slotafstand, waarmee hij een eindzege verspeelde. In een eerste reactie zei hij dat hij over vogelpoep was gevallen, zodat een krant als Het Vrije Volk de volgende dag schreef: ‘In de zeventiende ronde van de 10 km zag de Nederlandse kampioen bij een vertwijfelde poging zijn rivaal Amund Sjoebrend te achterhalen te laat de “bruine vlek” die de buitenbaan ontsierde. “Het was vogelstront, zeker van een zeemeeuw”, concludeerde Van der Duim na bestudering van zijn besmeurde schaatspak.’
In 1986 herhaalde hij dat in zijn autobiografie. ‘Direct na afloop heb ik laten zien dat er op mijn schaatspak inderdaad vogelpoep zat. Waarschijnlijk was dat poep van wilde ganzen, die, als er geen publiek in het stadion is, vaak even op het ijs uitrusten om tegelijkertijd de weggegooide stukken brood of de stukjes patat op te eten.’
Hilbert van der Duim in 1985. Foto Rob C. Kroes via het Nationaal Archief
Koeienvlaai
Van der Duim kwam er uiteindelijk toch op terug. In 2005 omschreef hij zijn opmerkingen in zijn autobiografie als dichterlijke vrijheid. “Al jaren maak ik er geen geheim meer van,” zei hij tegen de Volkskrant. “Mij heeft altijd het meest verbaasd dat die journalisten het klakkeloos opschreven. Ieder weldenkend mens weet toch dat je met een schaats zelfs door een koeienvlaai snijdt?”
“Ik was toen nog een jonge jongen,” zei hij in 2019 nog eens op Schaatsen.nl, “en nam niet alle journalisten serieus. Toen ik gevallen was, maakte ik ze wijs dat er poep op het ijs lag. Ik zei: kijk, het zit nog op m’n pak. De journalisten zeiden: ‘Is dat echt? We schrijven het op, hoor!’ Ik dacht op dat moment: wat maakt mij dat nou uit? Vervolgens is het dus zijn eigen leven gaan leiden.”
Mede dankzij zijn eigen autobiografie, maar dat zei hij er niet bij.