Elfstedenvoorzitter wist in 1986 niet dat ook de kroonprins op het ijs stond
Op 26 februari 1986 was de veertiende Elfstedentocht. Prins Willem-Alexander deed die dag ook mee, maar voorzitter Jan Sipkema van de Elfstedenvereniging wist daar niets van. Sipkema stond daarom met zijn mond vol tanden toen journalisten met vragen kwamen. Dit artikel lees je gratis, maar met een donatie hou je ons werk mogelijk – onderaan deze pagina.
Staatsieportret met Elfstedenkruisje
Op 26 februari 1986 werd de Elfstedentocht gereden, die beroemd werd door de aanwezigheid van de kroonprins. Toen deze al lekker bezig was, maakte de Rijksvoorlichtingsdienst opeens bekend dat onder het pseudoniem ‘W.A. van Buren’ niemand minder dan de kroonprins bezig was. De pers stoof op de voorzitter of om alle details over de koninklijke deelname te horen, maar Sipkema wist van niets en ontkende daarom de deelname van Willem-Alexander in alle toonaarden. Toch werd de kroonprins even later schaatsend in zijn camouflerende Marlboro-jack en Yab Yum-broek gespot door de camera’s. En het bleek geen dubbelganger te zijn.
Dit verhaal werd pas in 2008 bekend door een reconstructie van de Hindelooper schaatshistoricus Gosse Blom, inmiddels overleden, in de nieuwsbrief van de Stichting Vrienden van het Eerste Friese Schaatsmuseum te Hindeloopen.
Telefoon van de kabinetschef
De middag voor de Elfstedentocht kwam er bij het inschrijvingsbureau een telefoontje binnen van de kabinetschef van de Commissaris van de Koningin in Friesland met het verzoek van de kroonprins om mee te mogen doen. De kabinetchef verlangde per omgaande een antwoord, want de kroonprins had z’n schaatsen al geslepen.
Bestuurslid George Schweigmann nam toevallig de telefoon aan en begreep direct het dilemma: de kroonprins was geen lid van de Vereniging en niet startgerechtigd. Meteen probeerde hij voorzitter Sipkema te bereiken om hem de knoop door te laten hakken, maar helaas was zijn baas onbereikbaar. Met ijsmeester Kroes zat hij net in een helicopter om het parcours te inspecteren en even mobiel bellen met een helicopter was toen onmogelijk.
De wél aanwezige secretaris en penningmeester van het bestuur (Witsen Elias en Wijnstra) durfden de verantwoordelijkheid aan en stemden toe. De kroonprins zou anoniem naar Leeuwarden komen en op naam van W.A. van Buren een startkaart met nummer 1 krijgen. Met enige begeleiders zou hij dan met de eerste toertochtrijders van start mogen gaan. Voorzitter Sipkema zou na terugkomst van zijn inspectietocht door Schweigmann van het besluit op de hoogte worden gesteld.
Te druk
In de hectiek van de avond voor de tocht lukte het Schweigmann alleen niet meer om in een stil moment zijn voorzitter in te lichten. Die had het te druk met persconferenties, overleg met rayonhoofden, ijstransplantaties, en het voorbereiden van z’n speeches. Geen nood, dacht Schweigmann, dan vertel ik het hem morgenochtend voor de start wel. Maar Schweigmann was behalve bestuurslid ook deelnemer. Als elfstedenrijder sinds 1942 startte hij in de eerste groep toerrijders, dus samen met de kroonprins. Zo was er opnieuw was geen tijd om Sipkema vertrouwelijk te informeren en ook de andere bestuursleden waren het vergeten. En zo stond Jan Sipkema tijdens deze Elfstedentocht met een mond vol tanden toen verslaggevers hem rond het middaguur bestormden met vragen over de deelname van de kroonprins.
Tweeëntwintig jaar na dato tekende Gosse Blom deze anekdote op uit de mond van de toen 83-jarige George Schweigmann, die met acht Elfstedenkruisjes recordhouder is. Na afloop van de tocht in 1986, waarin Willem-Alexander én Schweigmann op tijd finishten, werd Schweigmann nog wel even dor zijn voorzitter ter verantwoording geroepen. Maar in de euforie rond weer een geslaagde Elfstedentocht werd het hem snel vergeven.
Alsnog lid
Op 9 september 1986 – ruim een half jaar ná de tocht – stuurde F.W. Kist als Algemeen Secretaris van de Koningin het officiële verzoek aan de Vereniging De Friesche Elf Steden het verzoek om lidmaatschap voor de prins. Sipkema werd toen wél ingelicht. Als de koning zijn lidmaatschap sindsdien heeft aangehouden, is hij dus gerechtigd om de volgende Elfstedentocht te rijden. Dat Elfstedenvoorzitter Wiebe Wieling dat tenminste weet.
Tijdens zijn inhuldiging had de koning het Elfstedenkruisje trouwens opgespeld, net als op zijn staatsieportret.