Elfverhalentocht: schaatstochten in Amsterdam
Amsterdam en omgeving lenen zich uitstekend voor schaatstochten. In 1921 plaatste de Telegraaf daarom een overzicht van de mogelijkheden voor verschillende ijstochten. Deel drie van de Elfverhalentocht door de Amsterdamse schaatsgeschiedenis.
Schaatsers bij de Durgerdammerdiepolder in circa 1920. Foto via Stadsarchief
De beroemdste schaatstocht van ons land is natuurlijk de Elfstedentocht, waarvan de oudste melding in 1763 in het boek Historische Beschryvinge van Friesland werd geplaatst: ‘Het is ook meer als eens gebeurt dat goede Schaatse-ryders op een winterse dag alle XI Steden van Friesland doorgereden en gezien hebben.’
Een kleine honderd jaar eerder lag Amsterdam echter al op de route van de zogenaamde Twaalfstedentocht, een monsterlijk lange tocht van bijna 300 kilometer langs Haarlem, Amsterdam, Weesp, Naarden, Muiden, Pampus, Monnikendam, Edam, Purmerend, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en Alkmaar. Op 19 december 1676 reden Claes Ariszoon Caeskoper, Maijndert Arent, Jakop Blau en Jakop Buur die afstand binnen 24 uur, allemaal als inwoner van Koog aan de Zaan.
Sinds 1676 is deze tocht slechts één keer herhaald door de gebroeders Klaas en Willem Oostindie, ook uit Koog aan de Zaan. Op 29 december 1822 passeerden zij dezelfde twaalf steden. Omdat de Zuiderzee nog niet was bevroren, moesten ze zelfs dertig kilometer extra afleggen, waarvan een groot deel klunend.
De Twintigplaatsentocht
Op 2 februari 1917 organiseerde het Algemeen Handelsblad de Twintigplaatsentocht van 55 kilometer lang. De deelnemers vertrokken bij het Tolhuis in Amsterdam-Noord, waarna ze schaatsten langs Buiksloot, Landsmeer, Den Ilp, Oostzaan, Zaandam, Het Kalf, Wormer, Jisp, Wijdewormer, Neck, Purmerend, Kwadijk, Middelie, Edam, Monnickendam, Broek in Waterland, Zunderdorp, Nieuwendam, Buiksloot en weer terug naar het Tolhuis. In die tijd waren dat inderdaad nog twintig onafhankelijke plaatsen, nog vóór de grote Amsterdamse annexatie van 1921.
De Elfstedentocht had een eeuw geleden nog niet de status van nu. In Amsterdam deden er in 1917 daarom zo’n 600 mensen mee aan de Twintigplaatsentocht, waar een week eerder slechts 150 deelnemers van start waren gegaan in Leeuwarden. Bij de inschrijfbalie bij het Tolhuis stonden honderden deelnemers drie kwartier als haringen in een ton om een startkaart te bemachtigen.
De Twintigplaatsentocht is daarna nooit meer georganiseerd; de Elfstedentocht nog twaalf keer.