Het is de 25e sterfdag van Sjoerdtje Faber, een van de beste vrouwelijke Elfstedenrijders ooit
Op 29 oktober 1998 overleed schaatster Sjoerdtje Faber. Ze was de beste vrouwelijke Elfstedenschaatser van haar tijd. We hebben filmbeelden van vrouwelijke Elfstedenrijders uit die tijd.
Sjoerdtje Faber voltooide vijf Elfstedentochten van 1940 tot en met 1956 – wegens zwangerschap alleen niet in 1954. In 1940 was ze zelfs de enige vrouw die aankwam na een vreselijk zware tocht die door slechts 27 van 2700 toerrijders werd voltooid. Faber had duizenden mannen achter zich gelaten en eindigde bij de toerrijders zelfs op de derde plaats!
“Ik was even wereldberoemd,” zei ze later. “Dat kwam door artikelen in verschillende bladen. De Wereldkroniek had mijn foto voorop. In De Telegraaf stond ik ook op pagina één. Dat heeft me nogal wat post opgeleverd. Zelfs uit Japan en Chili kreeg ik felicitaties van voor mij volstrekt onbekende bewonderaars.” Faber is vanwege haar historische bijdrage aan de Elfstedentocht vastgelegd in Het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
Tijdens die eerste Elfstedentocht mocht ze van haar vader niet alleen rijden, schreef Huub Snoep in 2015 in zijn historische rubriek op de website Schaatsen.nl. Het liefste wilde ze met dorpsgenote Wopkje Kooistra het Elfstedenijs op, maar die was te jong. Wopkjes vader Hendrik en broer Jelle van negentien gingen wel van start en namen Faber mee. Na de finish had ze genoeg energie om tot diep in de nacht te dansen. De volgende ochtend stond Faber gewoon weer om zeven uur klaar als hulp op een boerderij – weliswaar iets stijver dan normaal.
Koeien
Een jaar later reed Kooistra wel mee met Faber en werd meteen de snelste vrouw van dat jaar. De Elfstedentocht was onderdeel van de opvoeding van Kooistra met een vader die in 1917 als vijfde was geëindigd en een broer die altijd in de kopgroep reed tot hij door pech werd gevloerd. De boerenknecht des huizes was Dirk van der Duim, die in 1940 meedeed aan het Pact van Dokkum en zo de Elfstedentocht won.
Faber: “Ik was nog wel het eerst in Dokkum, maar Wopkje was daarna sneller. In Workum zag ik haar weggaan, toen ik net een café binnen ging om te stempelen. Ik had wel mee gekund, maar ik heb haar laten rijden.”
Kooistra ging meteen na de tocht over tot de orde van de dag, zei ze in het boek Vrouwen in de Elfstedenwedstrijdtocht van Mark Hilberts. “Bij de finish was lang niet zoveel drukte als tegenwoordig. Ik kreeg een paar complimenten en ik ging weer terug naar Warga, op de fiets! Een douche of bad hadden we niet. Vrijwel niemand had sanitaire voorzieningen in die tijd. Wat eten na de tocht en dan vrijwel ongewassen je bed in. Zo ging dat vroeger. Om 4 uur ’s ochtends liep de wekker af en moest ik meehelpen met het melken van de koeien.”