Het kamermeisje van Jaap Eden en het EK allround van 1894
Zaterdag 24 februari 1894 is een bijzondere dag in de geschiedenis van het Nederlandse langebaanschaatsen. Het is de eerste dag van het tweedaagse Europees kampioenschap allround in Hamar en regerend wereldkampioen Jaap Eden is onder de deelnemers. Het evenement wordt echter vooral herinnerd door een kamermeisje.
Door Wim Zonneveld
Het is niet een uitzonderlijke prestatie van Jaap die zo de aandacht trekt op het EK van 1894, want die komt pas als hij op zondag hard toeslaat en op de 5000 meter naar 8.37.6 rijdt – een halve minuut onder het wereldrecord van de Noor Halvorsen. Die neemt ook zelf aan het toernooi deel en heeft op de zaterdag al een wereldrecord op de 500 meter neergezet, Østlund doet hetzelfde op de 1500 meter.
Door al die verschillende winnaars krijgt de Europese titel uiteindelijk geen eigenaar, die had volgens de geldende regels minstens twee van de drie afstanden moeten winnen. Het grote raadsel van dag één is dit: Jaap Eden is er, maar verschijnt bij aanvang van het toernooi niet eens op de baan.
Over wat er aan de hand was doen twee verschillende verhalen de ronde. Aan een journalist van het persbureau Reuters meldt Jaap dat vooral de slechte omstandigheden met harde wind de oorzaak zijn van zijn afwezigheid bij de start. Maar die omstandigheden bleken toch niet zo slecht dat er geen wereldrecords mogelijk waren.
Schaatshistoricus Marnix Koolhaas doet in 1999 verder onderzoek naar de gebeurtenissen, en geeft eerst op de website voor Schaatsstatistici en daarna voor een groter publiek op de VPRO-radio ‘het kamermeisje’ een naam: het gaat om Frederike Norseng uit Hamar, een jongere zus van de plaatselijke hardrijder Olaf Norseng die meedeed aan het EK-toernooi, en niet onverdienstelijk, met top vijf plaatsen op de drie afstanden. Die radiouitzending staat hierboven.
Noorsch meiske
In een voor die tijd uitzonderlijk interview in De Telegraaf op 19 maart 1894 slaagt de verslaggever er niet goed in volledige informatie bij Eden los te peuteren. Jaap neemt onmiddellijk en nogal handig het initiatief: “‘Kom je vragen of ik gauw ga trouwen met dat Noorsche meiske, waarover de Hollandsche bladen het zo druk gehad hebben?’
‘Ja natuurlijk!’
‘Och, wat een nonsens. Ik heb niet de minste plan hoor, en ik ben ook volstrekt niet geangageerd. Da’s een grap van Klaas Pander geweest. Hij vond dat ik nog al aardig was met juffrouw Nors[en]g, en geen wonder, ik kende haar al lang … Hier is ze.’
Hij haalde twee portretten uit zijn portefeuille; ’t eerste was dat van een allerliefst meisje in een elegant winterpakje met bont afgezet op sneeuwschaatsen en het tweede stelde… Eden zelf voor ook op sneeuwschaatsen.”
Over de zaterdag in kwestie komen we zo precies niets te weten, en beide verhalen daarover kunnen uiteindelijk waar zijn. Maar sinds 1999 is er meer informatie beschikbaar gekomen en kan er een verdere reconstructie plaatsvinden van de gebeurtenissen en de betrokken personen: meer online krantenberichten uit de betreffende weken en Noorse bevolkingsinformatie helpen daarbij.
‘Kamermeisje’, dat klinkt naar Octave Mirbeau’s schandaalroman over het Parijs van 1900, ‘nudge nudge’, of de labiele jonge vrouw uit het romantisch werk van Markus Orths uit 2008. Maar hoe zat dat in Hamar, eind februari 1894?
Terug naar Hamar
In december 1893 verblijven drie Nederlandse schaatsers in het jaarlijkse trainingskamp van de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond in Hamar: Ype Rodenhuis, een talentvolle rijder uit Harlingen, de Friese kortebaansprinter Marten Kingma. en Jaap Eden. Ze zijn het vorige jaar hier ook al geweest, want de bond doet met deze beginnende ‘kernploegjes’ pogingen om zijn rijders de achterstand in trainingsmogelijkheden ten opzichte van de Scandinavische rijders te laten goedmaken.
Het is goed na te gaan hoe het in het trainingskamp toeging. Rodenhuis schrijft twee lange reisbrieven waarvan de eerste wordt gepubliceerd in het Algemeen Handelsblad van 31 december. Hij en Kingma arriveren na een lange treinreis op 23 november in Hamar. Het is er bar koud, maar als het weer het toelaat wordt er dagelijks getraind op het MØsen-meer.
Hamar zelf is “het gat der gaten”, niet meer dan een paar straten met houten woningen, wat winkels, hotels en een wagenfabriek van P. Norseng. Er is geen elektriciteit, ’s-avonds is het er pikkedonker en winderig, er is dan niets te doen. De twee logeren in een hotel waarvan de naam niet wordt genoemd, maar dat wordt omschreven als een “privaat hotel”, zo genoemd, legt Ype uit, omdat het restaurant alleen toegankelijk is voor de gasten. Het wordt gerund door de dames miss Line Norseng en miss Frederiksen.
Het is er spartaans maar gezellig, en de dames weten “wat iemand toekomt die zich oefent”. Uit een tweede brief, opgenomen in De Tijd van 3 januari 1894, blijkt dat Jaap Eden zich pas halverwege het trainingskamp bij hen heeft gevoegd, waarom en waarvandaan blijft onvermeld. Hij rijdt “kolossaal” en men kan veel van hem verwachten in het nieuwe seizoen. Rodenhuis en Kingma keren rond de jaarwisseling in Nederland terug, Eden blijft in Hamar, om te trainen voor de WK en EK, in Stockholm, 10 en 11 februari, en Hamar, 24 en 25 februari. In Stockholm rijdt Eden een formidabel wereldrecord op de 10 km., maar blijft het kampioenschap onbeslist, net als dat van Hamar twee weken later.
Op 2 februari meldt De Telegraaf dat “de heer K. Pander heden vertrekt naar Hamar om van daaruit de wedstrijden te Stokholm bij te wonen die daar 10 en 11 februari worden gehouden en waarbij Eden zal uitkomen”. Eden’s Haarlemse stadgenoot Klaas Pander hoefde bij de lezers geen nadere introductie, hij had zijn eigen carrière gehad als de beste Nederlandse schaatser van het pre-Eden tijdperk, was zelf in 1890 in Amsterdam bijna de eerste ‘officieuze’ wereldkampioen, had in 1891 al eens in Stockholm gereden op een groot Scandinavisch toernooi en was al een jaar of vijf de vaste ‘begeleider’, naar huidige begrippen trainer-coach, van Jaap Eden. Pim Mulier beschrijft in zijn Wintersport van 1893, hoe ze samen langs de baan in Amsterdam staan om Jaap naar de titel te schreeuwen.
Zo kunnen de nadere gegevens over Hamar 1894 worden vorm gegeven. Al op 23 en 24 februari maakt in Nederlandse kranten een ‘human interest’ berichtje een begin met wat ooit het ‘kamermeisje’-verhaal zal worden: “Er schijnt sprake van te wezen dat Jaap Eden niet meer naar Nederland terugkeert, doch te Hamar blijft. God Amor zou daaraan niet vreemd zijn. Men zegt dat hij er verliefd is geworden en weldra verloofd zal zijn. Wat het koude ijs wel niet vermag uit te werken!” Dit bericht verschijnt dus nog voor aanvang van het toernooi, en lijkt te zijn gebaseerd op informatie vanuit Hamar van een goed ingewijde bron.
De berichtgeving over het EK zelf is met drie dagen uitstel uitermate summier, de technische omstandigheden in Hamar waren waarschijnlijk primitief, er verschijnt niet veel meer dan de voornaamste uitslagen, waaronder natuurlijk Eden’s wereldrecord, aangevuld met zijn klacht over het winderige weer.
Onenigheid in de pers
Half maart is het flink raak. De Tijd schrijft op 15 maart: “Naar men meldt, is het thans definitief zeker, dat onze bekende Nederlandsche kampioen Jaap Eden in het Noorden blijft, door zijn verloving met mej. Norseng, mede eigenaresse van het Norseng’s Private Hotel te Hamar”.
Dit blijkt onmiddellijk incorrect, in het Rotterdamsch Nieuwsblad, 16 maart: “De Nederlandsche Kampioen Jaap Eden moet gisteren reeds weer uit het Noorden te Haarlem zijn gekomen. Men zegt dat hij in Holland blijft. Zou het al ‘af’ zijn met zijn schoone uit Norseng’s hotel in Hamar?”
En het Nieuws van den Dag: “Gelijk reeds gisteren kortelijk werd gemeld, is de Heer Jaap Eden weer uit Hamar teruggekeerd. Hij zal zich voorlopig te Arnhem vestigen. Er bestaat alle kans, dat hij naar Christiania terugkeert en daar een depôt opent voor rijwielen. De Zweden moeten – naar men ons verzekert – hem niet al te best bevallen zijn, doch de Noren zoo veel te beter. Hoog roemt hij het gezellige leven te Hamar.”
Dan volgt op 19 maart het interview met De Telegraaf, waarin geen sprake is van een rijwieldepot in Christiania (de toenmalige naam van Oslo) en Jaap desgevraagd meldt geen intentie te hebben om naar het buitenland te verhuizen.
Wie was de welingelichte bron in Hamar, met zijn bijdrage, pre-EK? Het ligt voor de hand te denken aan trainer-coach Pander die, als hij inderdaad de aangekondigde reis gemaakt heeft, op weg naar Stockholm in Hamar verbleef (en al of niet langs dezelfde weg naar Nederland terugkeerde) en met eigen ogen zaken kan hebben geconstateerd waarvan hij liever niet wilde dat ze als roddels het vaderland zouden bereiken. Voor een betrokken ‘trainer-coach’ lijkt dat een meer dan begrijpelijk motief. Dit zou dan ook zijn waarom Jaap Eden het in het interview laconiek heeft over “een grap van Klaas Pander”.
Op zoek naar alle Norsengs
Het Victoria-hotel waar ‘mej. Norseng’ mede-eigenaresse van heet te zijn, is natuurlijk niets anders dan het ‘private’ hotel waar Rodenhuis en Kingma, later vergezeld van Jaap Eden, voor hun traingskamp verbleven. Gastvrouwen miss Line Norseng en miss Frederiksen, die van wanten wetende dames, klinken geen van beiden als het meisje van Jaap’s foto.
In Noorwegen wordt in de tweede helft van de 19de eeuw om de zoveel jaar een landelijke ‘Folketelling’ gehouden, en de online beschikbare resultaten voor 1885 geven voor Hamar informatie over de inwoners, vaak met hun status of beroep. Daarnaast kunnen op de MyHeritage genealogische website een reeks 19e-eeuwse Norsengs worden getraceerd.
Zo blijkt dat Ellen-Marie Frederiksen, geboren 1833, in 1885 in Hamar ‘hotelvertine’ is. Een tijdgenote, geb. 1836, is Oline Norseng née Mikkelsen. Deze twee lijken meer dan goed te passen op Rodenhuis’ hotelhoudsters.
Een generatie later zijn daar Olaf Norseng, geb. 1870, en Fredrikke Norseng, geb. 1873, beide in 1885 ‘skoleelev’, scholieren, mogelijk Oline’s kinderen broer en zus. Fredrikke is dan 20 of 21 jaar oud in februari 1894, niet zelf een hotelhoudster, maar wel een dochter ervan, die, waarom niet, al of niet in haar vrije tijd in de drukke wintermaanden in het hotel helpt; Jaap’s “allerliefst meisje in een elegant winterpakje”.
Op de internationale online Ancestry website kan verder worden gekeken: hier een Fredrikke Norseng, gehuwd met Christian Lund, 4 kinderen. Dit kan de Christian Lund zijn die in de Folketelling van Hamar staat, geboren 1873. Een van de dochters van het paar is Ingrid Oline Lund, geboren in 1903 in Hamar, haar moeder zal haar genoemd hebben naar haar eigen moeder.
Een foto van de ‘waterfront’ van Hamar “in the 1890’s“ siert de Wikipedia-site van de stad. Op de website digitalmuseum.no staat een mooie foto van de door Rodenhuis genoemde wagenfabriek van Norseng, anno 1909, in een straat met electriciteitsmasten. Het onderschrift: “Eksteriør Vognfabrik P. Norseng, Torggata 13 i Hamar, Jernbanehotellet, Hansen private hotel. Vognfabrikant Peder Norseng tok over bedriften etter sin far Gudbrand Norseng i 1888.”
Een familieband ligt voor de hand. In de winter van 1894 liepen Ype, Marten, Jaap en Frederike er misschien dagelijks langs. Een winter later wordt Jaap Eden in Hamar voor de tweede keer wereldkampioen, hij heeft slechts een jaar overgeslagen.
Het raadsel blijft, maar het Victoria Hotel bestaat nog. Nu nog steeds verblijven internationale schaatsers er als ze rijden in het Vikingskip. Volgens de website is het “the oldest and most distinguished hotel in Hamar”. En met een groot schaatsmysterie – dat ook.