Het Pact van Dokkum in de Elfstedentocht van 1940
Eén van de beroemdste Nederlandse sportbegrippen is van de Elfstedentocht van 1940: het Pact van Dokkum. De kopgroep van vijf schaatsers besloot tot de finish samen te werken, maar vlak voor het einde ontstond er toch een eindsprint.
De kopgroep van vijf, Foto Nationaal Archief via Wikicommons
En dan was er ook nog eens de winter van 1944-1945, alias de Hongerwinter, waarin objectief gesproken misschien ook een Elfstedentocht gereden had kunnen worden. Het spreekt voor zich dat er in die extreme oorlogsomstandigheden geen sprake kon zijn van zo´n winters volksfeest.
Hoe dan ook: vier tochten in een decennium is een unicum in de geschiedenis van de Elfstedentocht. En drie tochten achter elkaar in drie opeenvolgende winters helemaal, alhoewel dat in 1940 nog niemand kon weten.
Een afspraak
In Dokkum is in 1940 één van de beroemdste uitdrukkingen uit de Nederlandse sportgeschiedenis ontstaan: het Pact van Dokkum. In deze stad vormde Auke Adema, Dirk van der Duim, Cor Jongert, Piet Keijzer en Sjouke Westra de kopgroep. Daar spraken ze met elkaar af om gezamenlijk de finish in Leeuwarden te passeren. Dit nieuws had de Friese hoofdstad al bereikt, zodat de toeschouwers en journalisten daar stonden te wachten op een vijftal, dat eensgezind de 200 ijskilometers zou afronden. Maar niets was minder waar.
Het zou namelijk heel anders aflopen, omdat Adema zich in Leeuwarden niet meer kon beheersen. De schaatser uit Franeker ging alsnog voor eigen succes en sprintte weg. Een verontwaardigde Keijzer ging onmiddellijk in de achtervolging en haalde Adema nog vóór de finish in. Alleen had niemand dit kunnen zien, omdat het publiek massaal op het ijs was gaan staan om de onverwachte eindsprint te kunnen volgen. En dus was er complete verwarring, zoals een verslaggever van de Leeuwarder Courant opmerkte. ‘Overal klonken namen van winnaars’, schreef hij.
Het publiek was het er niet over eens: “Keijzer!”, riep iemand. “Niet waar, Jongert!”, wist iemand anders. Tot de conclusie was getrokken door de aanwezigen: “Nee, Adema! Ja, Adema! Hoera, leve Adema!” Hij was tenslotte een Fries, net als bijna alle toeschouwers. Tijdens die discussies begon het ijs echter te scheuren en greep de politie in om iedereen weg te jagen. Het gebruik van de gummiknuppel werd hierbij niet geschuwd.
Te machtig
Terwijl buiten de chaos zienderogen toenam, had het vijftal een ontmoeting met prins Bernhard. De prins wilde weten wie de race nou eigenlijk had gewonnen. “Hoogheid”, antwoordde Adema meteen, “wij hadden in Dokkum afgesproken naast elkaar door de finish te gaan, maar kort voor de finish werd het mij te machtig. Toen ben ik gaan spurten…”
Maar dat wilde nog niet zeggen dat hij als eerste over de finish was gekomen en dus de enige winnaar was. En dat was ook niet zo, omdat Keijzer hem had ingehaald. Om een einde te maken aan dit verwarrende debat besloot de organisatie het Pact van Dokkum te volgen en de vijf rijders aan te wijzen als gezamenlijke winnaar. ‘Bevredigend is dat niet’, oordeelde de Leeuwarder Courant, ‘maar dat is aan de rijders toe te schrijven: die behoren dergelijke afspraken niet te maken als het een wedstrijd betreft.’
Keijzer heeft zijn hele leven volgehouden dat hij de enige winnaar was. In 2007 werd bewezen dat hij gelijk had tijdens De Avond van de Elfstedentocht. Voor dit tv-programma waren filmbeelden gevonden, die door Mindert Hepkema zelf waren gemaakt, de voorzitter van de Elfstedenveringing. Kijk zelf maar, helemaal aan het eind.