Jikke Gaastra kreeg in 1912 als eerste vrouw het Elfstedenkruisje
Op 3 januari 1888 werd Jikke Gaastra geboren. In 1912 was zij de eerste vrouwelijke schaatser, die werd onderscheiden met het Elfstedenkruisje. Zij reed die dag in een geleende fietsbroek van de vrouw voor wie ze als dienstbode werkte.
Sinds 1909 zijn er zo’n 2.800 vrouwen gestart in de Elfstedentocht. Alleen de eerste editie bestond slechts uit mannen. In 1912 was Jikke Gaastra de eerste, die het Elfstedenkruisje ontving. Zij reed die editie overigens niet uit, maar door de slechte omstandigheden mocht ze het laatste deel van Sneek tot Leeuwarden niet meer rijden. Ze werd toch onderscheiden, net als haar broer Jelle met wie ze samen had gereden. ‘Een daverend gejuich ging er op toen die heugelijke tijding bekend werd,’ schreef De Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Vanwege deze prestatie kreeg Gaastra honderd jaar later een eigen hoofdstuk in Het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland over de opmerkelijkste vrouwen uit de geschiedenis van Nederland en zijn overzeese gebiedsdelen. Haar Elfstedentocht is van historisch belang, zo oordelen de makers van dit lexicon: ‘Jikke Gaastra maakte naam als de eerste vrouwelijke deelnemer aan de Elfstedentocht en was een voorbeeld voor latere rijdsters. Hoewel diverse toeschouwers bij de tocht van 1912 – onder wie haar eigen moeder – het gekkenwerk vonden dat zij ondanks de barre weersomstandigheden door bleef schaatsen, dacht zij niet aan opgeven.’
De schaatsen van Jikke Gaastra, opgenomen in de collectie van het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek
Begin deze eeuw reconstrueerde Minne Iedes Nieuwhof de tocht van Gaastra in het schaatstijdschrift Kouwe Drukte, onder meer met behulp van het jubileumboek van de Elfstedenvereniging in 1934. Gaastra reed in een geleende fietsbroek van de vrouw voor wie ze als dienstbode werkte. Daar overheen zat een groen fluwelen rok om de broek aan het zicht te onthullen – overeenkomstig de maatschappelijke etiquette. Ze had géén handschoenen. Moeder Gaastra stond inderdaad flink te schreeuwen: “Jimme mutte ophouwe, hoor!” Maar daar was de zuster van Jikke het niet mee eens en schreeuwde veel harder: “Trochsette!”
Door heel Friesland was al snel bekend dat er een famke op het ijs stond. In Harlingen bood een oude vrouw Jikke een warme stoof aan om de voeten te warmen. “Meiske, meiske, wat zalle jou koue futen hewwe, zet ze mar gauw op de stoof hur; hoe krijj’et in je hoofd, om zo’n tocht te ondernimmen.” In Bolsward werd voor haar het Friese volkslied gezongen; in Hindelopen hield de burgemeester zelf een persoonlijke toespraak.
Overal kreeg Gaastra bloemen, wat niet makkelijk is te vervoeren tijdens een schaatstocht van 200 kilometer. Ondertussen werd het ijs snel slechter en om zes minuten over zeven in de avond arriveerden broer en zus Gaastra in Sneek, waar ze niet meer verder mochten. “Jikke was nog best”, schreef De Nieuwe Sneeker Courant, “voelde zich heel niet moe, had zelfs het land, dat ze niet meer naar Leeuwarden mocht rijden.” Met de trein keerde het stel naar Leeuwarden om daarna nog te dansen tot één uur in de nacht.
Jikke Gaastra stierf op 6 april 1963 op 75-jarige leeftijd. Haar schaatsen en controlekaart uit 1912 worden beheerd door het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek.