Kijken: de stijl van Sven Kramer lijkt op die van Joe Donoghue in 1899
Door Wim Zonneveld
De rijstijl van Sven Kramer doet denken aan van de Amerikaanse schaatser Joe Donoghue toen hij in 1889 in Amsterdam reed. We kunnen het bewijzen met bewegend beeld van meer dan 125 jaar oud!
Joe Donoghue en Alex von Panschin in 1889 in Amsterdam. Het enorme verschil in schaatsstijlen is goed te zien, met Donoghue met de handen op de rug
Sven Kramer past zijn stijl van de langere afstanden, handen op de rug en rust in de slag, met groot succes toe – een combinatie van de ’wetenschappelijke aanpak’ van Jac Orie en de ideeën van Sven zelf, ‘de praktische man’.
In een interview in De Volkskrant van 11 februari 2017, de dag voor de 1500 meter van het WK in het Zuid-Koreaanse Gangneung, gaat Sven Kramers coach Jac Orie in op het opvallende succes van Sven dit seizoen op de schaatsmijl, die hem in voorafgaande jaren nogal wat problemen gaf. Aan dat succes is gewerkt: ‘Veel van Kramers nieuw verworven overheersing op de schaatsmijl komt voort uit zijn veranderde lichaamshouding. Hij zwaait op de rechte stukken niet, zoals andere schaatsers, met de rechterarm, om te pushen. Kramer legt die structureel naast de andere op de rug, waarmee hij rust in zijn slag legt. De benen, machtige machines in dit geval, doen het werk. Coach Jac Orie noemt het het gevolg van ‘de interactie tussen mij, met mijn wetenschappelijke aanpak en hem, de praktische man.’
Het 17-jarige wondertalent
In 1889 wordt op het grote sportcomplex op wat dan in Amsterdam het Museumterrein heet, het nog onbebouwde veld ‘achter het Rijksmuseum’, het eerste wereldkampioenschap allround schaatsen gehouden, georganiseerd door De Amsterdamsche Sportclub die het voor dat soort evenementen huurt van de gemeente. Het is nog officieus, want er is nog geen onafhankelijke internationale schaatsbond bij betrokken. Die is pas in 1892 opgericht, drie jaar later dus.
Er staat een internationaal veld aan de start met als toppers uit Europa de Rus Alexander von Panschin uit St. Petersburg en uit de Verenigde Staten het 17-jarige wondertalent Joe Donoghue, uit Newburgh in het waterrijke (en ’s winters ijsrijke) gebied in Upstate New York. De enige manier om wereldkampioen te worden, is door het winnen van alle drie afstanden. Op de halve mijl wint Von Panschin, maar Donoghue verliest vooral doordat hij op die afstand een afscheidingspaaltje van de (toen al) twee paralelle banen raakt. Panshin wint de mijl, Donoghue de twee mijl en er is geen wereldkampioen.
De toeschouwers staan stomverbaasd over de stijl van de Amerikaan. De meeste rijders, inclusief Nederlanders als Klaas Pander en George Jurrjens, hebben een ‘klauwende’ stijl met veel armbeweging. Het Algemeen Handelsblad schrijft: ‘Men bewondert het kalme rijden van Donoghue, Von Panschin rijdt onrustiger.’ En: Donoghue ‘is een flink gebouwde jonge man, met zeer regelmatigen slag, het lichaam enigszins voorover gebogen, en gewoonlijk met de handen op den rug, waardoor hij bij het rijden het leelijke gezwaai met de armen vermijdt.’ Maar Von Panschin ‘zwaait onder het rijden met de armen en rijdt ook minder vast dan Donoghue.’
We hebben acht stilstaande beelden van Donoghue uit 1889 aan elkaar geplakt om die slag met eigen ogen te zien. Meer dan 125 jaar later is zo de rustige slag met de armen op de rug duidelijk te zien.
Ter vergelijking hebben we bewegend beeld gemaakt van de slag van Klaas Pander, die inderdaad heel wat onrustiger reed. Op de achtergrond staat trouwens het Rijksmuseum, dat op dat moment nog geen vijf jaar in gebruik is.
Armen op den rug
In de winter van 1890-1891 is Donoghue terug, om in december te rijden bij grote wedstrijden bij Heerenveen en in januari bij het WK, opnieuw in Amsterdam. Hij is niet te stoppen, het is een grote zegetocht. In Heerenveen wint hij de mijl ver voor Nederlandse en Duitse concurrentie. De Leeuwarder Courant schrijft op 19 december: ‘Na twee of drie krachtige afzetten legde de Amerikaan de handen op den rug en reed in rechte streken voort.’ En: ‘Luide werd de Amerikaan toegejuicht, men was een en al verbazing over het rijden van dezen jongeling.’
In Amsterdam gaat het toernooi over vier afstanden, van een halve tot 5 mijl. Over de 2 mijl zegt het verslag in Het Algemeen Handelsblad: ‘De Amerikaan legde al dadelijk de armen op den rug. Alleen in den bocht liet hij den buitenste los.’
Waar lijkt dat toch op? ‘Even was Pander voor, maar de eerste maal langs den start begon Donoghue er vaart in te zetten.’ Hij wint in 6.10, met een halve minuut voorsprong. En dat vier keer, want hij wint alle afstanden met steeds Pander als tweede. Kampioen, en het Yankee Doodle-lied is zijn deel.
Donoghue’s aanvankelijk revolutionaire stijl begint snel gemeengoed te worden. Bij het WK van januari 1890 in Amsterdam, waar Donoghue ontbreekt door een blessure opgelopen bij het American football, wordt hij al toegepast door de Noor Adolf Norseng, die twee afstanden wint, net als Pander, in een onbeslist gebleven toernooi: ‘Zoowel Pander als Jurrjens, welke laatste Zondag tegen Norseng de 5 mijl verdedigde, toonden zich ondanks hunne oefeningen niet opgewassen tegen den Noor’, met name niet op de langere afstanden. Pander en Jurrjens bijv. hakken en houwen met hun armen in de lucht. De Noor, die altijd even rustig zijn baan aflegt, heeft den handen rustig op den rug gevouwen.’ Aldus De Leeuwarder Courant van 13 januari.
En nu dus ook Sven Kramer.