Liefhebbers van de Canon van Nederland: het Oranjelegioen is een uitvinding van schaatssupporters
Het Oranjegevoel is opgenomen in de Canon van Nederland. Al in 1907 speelde het Nederlands elftal in het oranje, maar de echte traditie van het Oranjegevoel is begonnen in de schaatssport.
Andere Tijden Sport had in 2014 een aflevering over de Ard & Keessie Express. Dat waren speciale treinen vol schaatssupporters, die in de jaren van Ard Schenk en Kees Verkerk naar de internationale schaatstoernooien reden.
Marnix Koolhaas deed hiervoor het onderzoek en vroeg zich daarbij onder meer af hoe de kleur oranje bezit nam van deze schaatssupporters. Het zijn namelijk niet de voetbalsupporters geweest, die als eerste op dit idee kwamen, maar de schaatsliefhebbers.
Oranje en oranje
Dat wil niet zeggen dat het Nederlandse voetbal de kleur oranje nog niet kende, want het Nederlands Elftal gebruikte een shirt met deze kleur in 1907 voor de eerste keer. En Nederlandse voetbalsupporters werden in 1920 in Antwerpen aangetroffen met oranje versierselen.
Er was bij de supporters echter geen sprake van het massale gebruik zoals we nu gewend zijn. Een broche, of een das, of een speld – meer was het in die tijd niet. Geen golven van oranje in de stadions, maar slechts hier en daar een stipje.
Op Schaatsen.nl schreef Koolhaas over het ontstaan van het Oranjelegioen. ‘Pas in 1968 doet de oranje schaatsmuts zijn intrede. De kledingleverancier van de kernploeg, Wim Jaquet uit Amersfoort, vraagt de Noorse leverancier Odlo of ze bij de schaatskleding voor de kernploeg ook oranje mutsen kunnen leveren. De eerste oranje schaatsmutsen komen dus uit Noorwegen!
Als de rijders zich met oranje mutsen op het ijs begeven, willen ook de supporters oranje mutsen. Te koop zijn ze niet, dus moeten ze zelf gebreid worden. De eerste supporters die zich met eigen oranje mutsen langs het ijs begeven, zijn de supporters Henk Besseling en Piet de Wit. In 1968 reizen ze mee met de vrouwen die in Helsinki hun wereldkampioenschap rijden.’
Het WK voetbal van 1974
Twee supporters en een mutsje kunnen we nog niet een Oranjelegioen noemen, maar daarin kwam enkele jaren later verandering. Koolhaas: ‘De schaatssupporters van de Nederlandse Spoorwegen, die met hun eigen ‘Ard en Keessie-expres’ vanaf 1967 de internationale schaatskampioenschappen bezoeken, bedenken in 1971 als eersten om massaal met oranje mutsen naar het schaatsen te gaan.’
De echte doorbraak van het Oranjelegioen in het voetbal was de WK-wedstrijd Nederland – Uruguay van 1974. De Telegraaf bijvoorbeeld schreef: ‘In Hannover hees iedereen zich in het Oranje. Shirts, petjes en klompen. Het genie dat de Oranje-kleding had gemaakt moet op een middag zijn binnengelopen.’
Enkele dagen later gebeurde dit opnieuw volgens, wederom, De Telegraaf: ‘Uren voor de wedstrijd Nederland-Zweden nam het leeuwenlegioen, uitbundig uitgedost in oranje, rood, wit en blauw, in boerencarnavalskostuums, op klompen uit de tijd van Ard en Keessie, met groots machtsvertoon bezit van het park rond het Westfalenstadion.
Zover het oog reikte: drommen supporters in oranje, met oranje shirts, met de rugnummers dertien en veertien. Een KNVB-official: „Het is ongelooflijk, hoe het legioen plotseling met ons meeleeft. Dit is uniek in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal.”’
Aldus De Telegraaf, die hiermee het bewijs leverde dat de schaatsers inderdaad eerder waren dan de voetbalsupporters.