Op de fiets van Amsterdam naar Leeuwarden om de Elfstedentocht te schaatsen
Op 6 februari 1941 werd er een Elfstedentocht gereden, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Willem Augustin uit Amsterdam deed mee als toerrijder. Zijn verhaal over deze tocht is het mooiste Elfstedenverhaal aller tijden.
De Amsterdamse schaatser Willem Augustin deed mee aan alle Elfstedentochten van 1941 tot en met 1997. Tijdens die eerste tocht had hij eigenlijk helemaal niet mee mogen starten, omdat hij toen nog zeventien jaar was. Pas de dag ná de Elfstedentocht werd hij achttien jaar, maar dat verzweeg hij bij de inschrijving.
Hij vertrok één dag voor de tocht naar Leeuwarden, nadat hij geld had afgetroggeld van zijn familie. Helaas had hij de laatste trein naar Leeuwarden gemist, maar dat hield hem niet tegen. Augustin pakte gewoon zijn fiets en vertrok naar Friesland, dwars door verduisterd oorlogsgebied en minimaal tien graden vorst. Hij wist niet eens waar Friesland lag. “Ik moest goed zoeken naar de borden naar Leeuwarden.”
Om half twaalf ’s nachts stond Augustin in Den Oever en klopte aan bij het dichtstbijzijnde huis. “Mijnheer, ik moet naar Leeuwarden toe. Ik zoek de Afsluitdijk.” Dat dit levensgevaarlijk was vanwege het uitgaansverbod hield de Amsterdammer niet tegen. Hij blufte zich zelfs langs een Duitse versperring op de Afsluitdijk. “Ich moet Schlittschuh laufen,” zei Augustin terwijl hij zijn schaatsen toonde aan de Duitsers. “Ze wisten geloof ik niet eens wat dat was.” De soldaten maakten een wegwerpgebaar. “Dat begreep ik meteen. Dus gauw die schaatsen terug in de tas, en ik meteen weer weg.”
Leeuwarden, Leeuwarden
In Harlingen werd Augustin opgepakt wegens het schenden van het uitgaansverbond. Hij zou pas weer om vier uur weer worden vrijgelaten. “Ik zal wel in slaap vallen,” zei hij op het politiebureau, “maar je moet me dan wel wakker maken om vier uur. Want dan moet ik weer verder. Toen ben ik maar weer de borden gaan volgen naar Leeuwarden, Leeuwarden, Leeuwarden.”
Zo lukte het Augustin om net op tijd in Leeuwarden aan te komen om zich in te schrijven voor de Elfstedentocht, die inmiddels al van start was gegaan. Meteen na een nachtelijke fietstocht van zo’n 150 kilometer deed hij zijn schaatsen onder en begon aan de tocht van ruim 200 kilometer lang – een onvoorstelbare prestatie.
Onderweg kreeg Augustin gelukkig nog wel te eten van een boer, waarna hij verfrist de tocht uitreed. “’s Avonds om een uur of half negen kwam ik aan, en dat was een goede tijd.” In een pakhuis viel hij daarna uitgeput neer op een stapel zakken. ”Ik was in een poep en een scheet weg natuurlijk.” Met zijn laatste geld kocht hij de volgende dag een treinkaartje terug naar Amsterdam, want hij had geen zin in nóg een fietstocht. “Dat mag je best weten.”
Schaatsmuseum
Sinds die tocht van tachtig jaar geleden is Augustin onlosmakelijk verbonden aan de Elfstedentocht. Op latere leeftijd verhuisde hij zelfs naar Hindeloopen om in de buurt van het Schaatsmuseum te wonen, de plek met de grootste collectie over de Elfstedengeschiedenis. “Ik ben hier elke ochtend, effe een bakkie halen. En ’s middags nog eentje om een uur of drie. Een soort aanloopje van me, gezelligheid.” In 2004 is hij overleden.
In Amsterdam-West ligt nu de Willem Augustinstraat, tussen de Wim van Estlaan en Gerrie Knetemannlaan – een terecht eerbetoon aan de Amsterdammer met het mooiste Elfstedenverhaal aller tijden.