Precies zoals het in 1909 werd afgesproken: Jan Bakker komt als tiende voorzitter van de Elfstedenvereniging uit Friesland
Jan Bakker is voorgedragen als nieuwe voorzitter van de Elfstedenvereniging, opvolger van Wiebe Wieling. Daarmee wordt hij de tiende in rij sinds de oprichting in 1909.
Mindert Hepkema, foto uit het publieke domein via Wikicommons
Pim Mulier schaatste in de winter van 1890 binnen 24 uur langs de elf steden van Friesland en schreef daar een uitgebreid verhaal over. Dit werd de basis van de Elfstedentocht, zoals we die nu kennen.
Op 2 januari 1909 was de eerste editie, maar nog wel onder verantwoordelijkheid van de Friesche IJsbond. “Persoonlijk lachte mij dit aardige en originele denkbeeld van den heer Mulier aanstonds toe,” zei bestuurslid Koopmans later. “Elfstedentochten waren er weliswaar in den loop der jaren legio gehouden, doch telkens slechts door eenlingen of heel kleine groepjes. Muliers denkbeeld daarentegen opende voor de lange-afstandrijders in geheel Nederland, en zelfs in het buitenland, de gelegenheid om in een gezellige, grote, aaneengesloten groep uitgaande van en terugkerende in Leeuwarden, de elf steden van Friesland op één dag te bezoeken.”
Het zal hebben geholpen dat Mulier en voorzitter S.H. Hijlkema van de Friesche IJsbond elkaar goed kenden.
Niet van uit Holland moet de leiding van elf-steden-tochten uitgaan, doch deze behoort in Friesland thuis
Fries netwerk
Mindert Hepkema zorgde na die eerste Elfstedentocht met de oprichting van de Vereniging De Friesche Elf Steden voor het organisatorische fundament. Hepkema, die tot zijn grote frustratie door Hijlkema persoonlijk werd uitgesloten van de tocht van 1909, organiseerde enkele weken later de oprichtingsvergadering van de Elfstedenvereniging, waarbij hij vastlegde dat deze organisatie uit Hollandse invloedssfeer bleef.
Hij diende het voorstel in ‘dat voortaan de regeling en organisatie van dergelijke tochten moet geschieden binnen Friesland’. In één van de eerste moties werd dit dan ook stevig vastgelegd: ‘De tocht en wedstrijd moeten vanuit Friesland worden geregeld.’ Volgende motie: ‘De geheele regeling moet geschieden door eene Vereeniging, wier uitsluitend doel het is, de ijssport in Friesland te bevorderen in ’t algemeen en ’t organieeeren dezer Elf-Stedentochten in ’t bizonder.’
Bij de tweede bijeenkomst werd dit Friese karakter benadrukt: ‘Niet van uit Holland moet de leiding van elf-steden-tochten uitgaan, doch deze behoort in Friesland thuis.’ Hepkema maakte hiervoor gebruik van zijn plaatselijke netwerk, onder meer bij de Leeuwarder voetbalclub Frisia. Zelf werd hij voorzitter en bleef dat tot zijn dood in 1947.
Hepkema wilde zo snel mogelijk in heel Friesland een netwerk van steden opbouwen om te benadrukken dat deze provincie zelf alles in handen heeft. Alhoewel de Elfstedentocht een nationaal evenement is, toegankelijk voor iedereen, is de organisatie Fries.
Elfstedenhistoricus Johannes Lolkama schreef dat Bolsward, Franeker, Harlingen en Sloten zich in 1910 bij dit netwerk hadden aangesloten; een jaar later volgde de rest van de steden. Op de eerste vergadering meldden zich 32 leden, wat aan het eind van het jaar was gegroeid naar 350, waaronder tachtig uit Holland.
Het klopte dus wat Hepkema zei: de organisatie is Fries, maar aan de tocht zelf mag iedereen meedoen. In de jaren erna groeide de Elfstedenvereniging, steunend op de Friese schaatstradities.
Een dikke eeuw later gelden die regels nog steeds, want Jan Bakker komt uit Wijnjewoude, in de buurt van Drachten. En zo is ook de tiende voorzitter van de Elfstedenverenging een Fries.