Prinses Beatrix leerde schaatsen tijdens haar ballingschap in Canada
Prinses Beatrix en prinses Irene kregen hun eerste schaatslessen tijdens hun ballingschap in Canada, zo blijkt uit een artikel in Ons Noodrantsoen, het laatste nieuws voor strijdend Nederland van 22 december 1944. ‘Wanneer zullen wij de Koninklijke familie weer op de vijvers deze echt Hollandsche sport zien beoefenen?’
Foto van prinses Juliana met prinses Beatrix en prinses Irene, vermoedelijk uit 1942. Deze werden vanuit geallieerde vliegtuigen boven bezet Nederland uitgestrooid. Via de collectie van Museon-Omniversum
Het is vandaag de verjaardag van prinses Beatrix. Ze was nog maar twee jaar oud toen ze vertrok voor een ballingschap. Koningin Wilhelmina en prins Bernhard zaten in Londen. Prinses Juliana ging met haar twee oudste dochters naar Canada. Prinses Margriet werd tijdens ballingschap geboren.
In de winter van 1944 kregen Beatrix en Irene daar ook hun eerste schaatslessen, waarover het internationale persbureau Reuters als eerste een berichtje maakte. Dat werd gretig overgenomen door de kranten in de bevrijde gebieden en op de Nederlandse Antillen. Zoals Ons Noodrantsoen, het laatste nieuws voor strijdend Nederland op 22 december 1944: ‘Beatrix en Irene zijn druk bezig met het leeren van schaatsenrijden. Wanneer zullen wij de Koninklijke familie weer op de vijvers deze echt Hollandsche sport zien beoefenen? Met heimwee danken we aan die gelukkige tijden terug!’
Schaatsen op Hollands vaarten
Dit nieuws zorgde voor de groeiende hoop op de terugkeer van het Koningshuis naar een bevrijd Nederland, onder het Oranjegezinde deel dan. ‘Een oceaan houdt ons nog steeds gescheiden van de kleine prinsesjes,’ verzuchtte Vrij Nederland op 27 januari 1945, tussen de verjaardagen in van Margriet en Beatrix. ‘Juist op hoogtijdagen als deze wordt dit gemis des te pijnlijker gevoeld.
Wij gedenken in grote dankbaarheid, wat Canada doet voor ons, wat het deed voor haar, maar wij benijden in stilte dit land, want wij zien reikhalzend uit naar het ogenblik, dat zij voet zullen zetten op eigen vaderlandse bodem, dat zij kunnen schaatsen op Hollands vaarten, kunnen rijden op Hollands wegen, kunnen spelen in Hollands tuinen.’
Deze wens van schaatsende prinsesjes op bevrijd Nederlands ijs vatte zo alle hoop samen in die laatste zware maanden vóór de Bevrijding.
Op het gladde ijs
Zo’n anderhalf jaar na de terugkeer van de Koninklijke Familie was er een winter met echt schaatsijs. In een radiogesprek met prinses Juliana en prins Bernhard op 30 januari 1947 kwam dan ook de vraag of de prinsessen inderdaad gingen schaatsen.
“O,” antwoordde de prins, “ze zijn dol op schaatsenrijden. Ze hebben verleden winter hier al kunnen schaatsenrijden en toen ging het vrij aardig, en dezen winter, nu ze veel meer de gelegenheid hebben door de felle kou — iets wat voor de meeste menschen buitengewoon onaangenaam is — terwijl het voor kinderen, in verband met schaatsenrijden natuurlijk ideaal is. Zij zijn iederen dag op het ijs en ze kunnen het al heel behoorlijk.”
Enkele dagen later stonden Beatrix, Irene en Margriet onder toeziend oog van de pers op hun schaats, aldus De Leeuwarder Courant: ‘Terwijl Zaterdagmiddag de Ronde van Loosdrecht werd verreden, waren er nog drie kleine schaatsenrijdsters, die eveneens de aandacht trokken. Het waren de prinsesjes Beatrix, Irene en Margriet, die naar Loosdrecht waren gekomen om zich op het gladde ijs te begeven.
Beatrix bleek al goed thuis te zijn op de schaats en reed zelfstandig geruimen tijd over de verschillende plassen. Haar zusjes oefenden zich onder leiding van een hofdame in de mooie schaatssport. De drie prinsesjes bleven geruimen tijd op de plassen, zoowel in Nieuw- als in Oud Loosdrecht. Zij hebben een flinken afstand op de schaats afgelegd.’
Ruim twee jaar na hun schaatslessen in ballingschap reden de prinsesjes dan eindelijk hun eerste kilometers op ijs in het eigen bevrijde land. Het is alleen zo jammer dat er toen geen foto’s zijn gemaakt, want dat was dan wel de propagandistische kers geweest op deze koninklijke ijstaart. Als die er tóch zijn, horen we dat graag per ommegaande.