Schaatsen in Davos vanwege tuberculose
Besmettelijke ziektes en sport: de schaatssport dankte er de beroemde ijsbaan in Davos aan. Met dank aan de Nederlandse ondernemer Willem-Jan Holsboer, en zijn vrouw die in Davos aan tbc overleed. Gratis verhaal, maar voor een vrijwillige bijdrage betaal je onderaan deze pagina.
De ijsbaan van Davos, ca. 1970 – bron: ISCD Davos
De tering, zoals de ziekte in de volksmond eeuwenlang genoemd wordt (of zelfs de vliegende tering, vanwege het grote besmettingsrisico) is in de negentiende eeuw nog zeer besmettelijk en veelal ongeneeslijk. Het is de in 1848 wegens revolutionaire activiteiten naar Davos gevluchte Duitse arts Alexander Spengler – voortlevend in de jaarlijkse ijshockeystrijd om de ‘Spengler-Cup’ – die ontdekt dat frisse berglucht heilzaam is voor tbc-patiënten.
Om de ‘teringlijders’ een eigen onderkomen te bieden, bouwt de Nederlander Willem-Jan Holsboer in 1868 in Davos een kuuroord waar TBC-patiënten in afzondering kunnen worden verpleegd. Holsboer, een uit Zutphen afkomstige bankdirecteur, is in Davos achtergebleven nadat zijn vrouw er ondanks de gezonde lucht aan de tuberculose is bezweken. Om zijn gasten te plezieren legt Holsboer ‘s winters in de tuin van zijn kuurhotel een ijsbaan aan. Binnen enkele jaren is schaatsen in Davos al zo populair dat Holsboer de ijsbaan in 1883 verplaatst naar de locatie waar de baan nu nog steeds ligt.
Portret van Willem-Jan Holsboer. Bron: Heimatmuseum Davos
Om het schaatsleven te organiseren richt Holsboer de Davoser Schlittschuh-Club op, in 1894 opgevolgd door de nog immer prestigieuze ISCD: de Internationaler Schlittschuh-Club Davos. Een kuuroord en een ijsbaan: de visionaire Holsboer is nog niet tevreden. In 1890 wordt zijn grootste droom waarheid als de nu wereldberoemde Rhätische Bahn Davos ook per trein ontsluit.
In 1894 organiseert Holsboer de eerste internationale schaatswedstrijd op de nieuwe ijsbaan. In 1898 mag Davos voor het eerst het wereldkampioenschap organiseren. Helaas is het weer niet ideaal en vallen de tijden van de Noorse wereldkampioen Peder Østlund tegen. Twee jaar later komt hij terug naar Davos voor internationale wedstrijden en nu treft hij het wel. Op drie van de vier afstanden breekt Østlund het wereldrecord. Zelfs één van de twee “onaantastbaar” geachte wereldrecords van Jaap Eden moet er aan geloven. Zijn tien kilometer-record van 17.56,0 (Hamar, 1895) gaat er met ruim vijf seconden aan. Alleen Eden’s 5000 meter-toptijd (8.37,6, Hamar 1894) blijft buiten bereik van de Noor. Toch is iedereen nu overtuigd: voor wereldrecords moet je voortaan in Davos zijn!
Schaatswedstrijd in Davos, ca. 1910. Bron: ISCD Davos
Om Davos als wintersportmekka aan te prijzen, gaat Holsboer samen met de Verkehrsverein op zoek naar kunstenaars om smaakvolle reclameposters te ontwerpen: destijds hét marketingmiddel om toeristen te verwerven. Eerst mag de traditionele ontwerper Walther Koch een poster ontwerpen voor het Europees kampioenschap van 1906.
Poster voor EK 1906 door Walther Koch. Bron: Heimatmuseum Davos
Dan komt de gerenommeerde ontwerper Burkhard Mangold aan de beurt. In 1914 krijgt hij een vrije opdracht om een artistieke Davos-schaatsposter te ontwerpen. Aan de kleurrijke uitvoering is te zien dat Mangold voor dit ontwerp schatplichtig is aan de ‘vader’ van de moderne posterkunst, de beroemde Franse impressionist Henri de Toulouse Lautrec die hij in 1894 in Parijs ontmoet heeft. ‘Winter in Davos’ blijkt artistiek én commercieel een groot succes.
“Winter in Davos” – Burkhard Mangold. Bron: Heimatmuseum Davos
De Eerste Wereldoorlog zorgt voor een teruggang in het toerisme. Toch krijgt Mangold in 1916 de opdracht om een serie van maar liefs vijf wervingsposters te maken. Voor elk van de vijf letters uit de plaatsnaam D-A-V-O-S prijst Mangold een Davoser winterattractie aan: skiën, schaatsen, sleetje rijden, wandelen en kuren. De letter “A” gebruikte hij voor het schaatsen. Een complete serie van deze Davos-posters kost op veilingen tegenwoordig een klein vermogen.
De A van DAVOS – Burkhard Mangold. Bron: Heimatmuseum Davos
En Willem-Jan Holsboer? Die blijft zich inzetten voor de schaatssport. Na zijn dood in 1898 volgt zijn zoon hem op als voorzitter van de schaatsclub in Davos en van de door hen in 1911 mede opgerichte Zwitserse schaatsbond. Liefs zeventien internationale hardrijkampioenschappen (EK’s en WK’s), veertien kunstrijkampioenschappen (Sjoukje Dijkstra behaalde in Davos in 1959 bij het EK haar eerste podiumplaats!) en één ijshockey-wereldkampioenschap werden er op Davoser natuurijs gehouden. De lijst aan wereldrecords bij het hardrijden bevat liefst 72 namen.
Sjoukje Dijkstra in 1959 in Davos bij het EK kunstrijden. Filatelistische uitgave TNT/PNL 2008
In 1977 krijgt de magische status van de ijsbaan in Davos een forse dreun. Het WK voor heren moet vanwege dooi afgelast worden. Het zal het begin van het einde blijken te zijn. De Internationale Schaats Unie durft geen grote toernooien meer aan Davos toe te wijzen. Pogingen om de baan van een kunstijsvloer te voorzien stranden keer op keer op de Zwitserse referendum-verplichting waardoor de plaatselijke bevolking met zo’n investering in moet stemmen. En dat weigeren de bewoners, want investeringen in skipistes, skiliften en horeca renderen veel meer. Wel komt er een overdekte ijshockeybaan, maar de hardrijders blijven afhankelijk van moeder natuur, die ook in Davos steeds meer last krijgt van de wereldwijde opwarming.
Als in 2014 ook het Zwitsers kampioenschap vanwege dooi geen doorgang kan vinden, komt het einde nabij. Op 22 februari 2015 blijkt, hoe symbolisch, de jaarlijkse strijd om de Holsboer Cup de laatste wedstrijd te zijn geweest die op het natuurijs van Davos is verreden. Martin Hänggi, de nog immer actieve veelvoudige Zwitserse kampioen, heeft desondanks de hoop niet opgegeven dat er ooit nog een kunstijsbaan in zijn geboortedorp tot stand komt. “We blijven het proberen,” vertelde Hänggi onlangs in Innsbruck waar hij met overmacht wereldkampioen werd in de klasse 50+. “Ik blijf net zolang doorschaatsen totdat ik weer op mijn eigen baan Zwitsers kampioen kan worden.”
En Willem-Jan Holsboer? Die ging de geschiedenis in als “der Mann der Davos erfand.“ In het “Heimatmuseum” in Davos wordt hij ruimschoots geëerd. Zijn tbc-kliniek, inmiddels omgedoopt tot Nederlands Astmacentrum Davos, ontvangt jaarlijks nog steeds vele Nederlanders met ademhalingsproblemen. Schaatsen kunnen ze helaas alleen nog maar op het ijshockeybaantje.