Tijdens de komende koudegolf staat ook de Reddingsbrigade op scherp
De Reddingsbrigade kennen we vooral van de warme zomerdagen als bewaking op het strand. Deze mensen staan ook al meer dan honderd jaar paraat in de koude winters voor ijsreddingen en zijn dus ook voorbereid voor de koudegolf vanaf dit weekend.
De steenkoude winter van 1929 was in volle gang toen de Nieuwe Rotterdamsche Courant opeens een verhaal plaatste over de Reddingsbrigade: ‘Niet alleen in de zomermaanden is de Redding Brigade in de weer om den verdrinkingsdood te bestrijden, doch ook in de wintermaanden als er ijs is zijn de leden van de brigade paraat. Zondag a.s. zal ijs en weder dienende en indien de speciale ijsladder reeds is gearriveerd een begin worden gemaakt met de ijswacht.’
In Amsterdam trainden de brigadeleden die winter heel serieus op de koude, blijkt uit een foto in De Sumatra Post. ‘Er werd een bijt gehakt in het ijs’, stond in het onderschrift, ‘en terwijl de jeugd zich op de vaart met schaatsenrijden vermaakte, plonsden allesbehalve kouwelijke leden der Reddingsbrigade in het ijswater.’ De ijszwemmers keken zelfbewust in de camera alsof het zomer in Zandvoort was.
IJs kost menschenvleis
Dit werk van de Reddingsbrigade tijdens een schaatswinter is altijd heel belangrijk geweest. Op 26 januari 1907 bijvoorbeeld stond er een piepklein berichtje in De Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant met verschrikkelijk nieuws: ‘Men seint ons uit Leeuwarden: In Friesland zijn gisteren op verschillende plaatsen niet minder dan tien schaatsenrijders door het ijs gezakt en verdronken.’ Zoals een gruwelijk spreekwoord toen zei: ‘IJs kost menschenvleis’.
Het waren dan ook geen losstaande incidenten, want op 13 februari 1932 stierven er op één dag twaalf mensen door ijsongevallen, alleen al in Bemmel vier kinderen. Een jaar later verdronken er in één winter vijftien mensen nadat zij door het ijs waren gezakt. En dan werden er in dat seizoen ook nog eens 42 personen op het nippertje gered. Vooral onder jonge jongens vielen veel slachtoffers.
A.J. Meyerink van de Bloemendaalse Reddingsbrigade hield deze cijfers goed in de gaten. In december 1940 en januari 1941 telde hij 39 doden bij ijsongelukken: zeventien jongens, drie meisjes, zestien mannen en drie vrouwen. ‘In hetzelfde tijdvak,’ zo vervolgde hij, ‘werden 47 jongens, 12 meisjes, 31 mannen en 8 vrouwen gered, tesamen dus 98 geredden.’ Dat was dus over een periode van slechts twee maanden! Zo toonde Meyerink aan hoe noodzakelijk het is, dat de reddingsbrigades ook tijdens de winter op hun post zijn.
Voorlichting in 1932 en 2021
In 1932 gaf de Reddingsbrigade daarom een speciaal handboek uit voor in de winter, ‘voorzien van afbeeldingen van ijsreddingsmiddelen en omschrijvingen daarvan’. Verder was er een hoofdstuk gewijd aan het optreden bij ijsongevallen.
Bijna negentig jaar later doet deze organisatie nog steeds aan zulke voorlichting, maar dan online.
Kort samengevat komt dat neer op deze drie regels:
1. Ga goed voorbereid op stap, met reddingsmiddelen.
2. Schaats verantwoord en houd rekening met anderen.
3. Weet wat je moet doen als jijzelf of iemand anders door het ijs zakt.
En voor de allerlaatste instructies volg je gewoon de Reddingsbrigade online, met inmiddels meer dan honderd jaar ervaring in ijsreddingen.