Virtuele wisselbeker uit 1943 voor het uurrecord schaatsen op natuurijs is vanaf vandaag voor Bart Vreugdenhil
Bart Vreugdenhil heeft het werelduurrecord schaatsen op natuurijs gebroken. Daarmee verdient hij ook de wisselbeker, die de Leidsche IJsclub hiervoor in 1943 beschikbaar stelde. Het is alleen jammer dat de club niet meer bestaat en de beker is verdwenen.
De geslaagde poging van Mauris Strijbis in 1947 in Amersfoort. Foto’s Co Zeylemaker via het Nationaal Archief
Op 20 november 1943 kwam de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond bijeen, die vanwege het verwijderen van de koninklijke eretitel helaas met dezelfde afkorting door het leven ging als de partij van Anton Mussert. Daar werd onder meer gesproken over een voorstel van de Leidsche IJsclub om een speciale trofee beschikbaar te stellen voor de houder van het nationaal uurrecord op natuurijs. ‘Deze recordpogingen zullen gehouden moeten worden op de 400 M.-baan.’ Ook werd er gevraagd aan het bondsbestuur of zij na de oorlog het idee van een werelduurrecord wilde voorleggen aan de internationale schaatsbond.
Aldus geschiedde en zo werd die wisselbeker gemaakt. Op 27 februari 1947 was Maurits Strijbis de eerste schaatser, die een geslaagde poging deed om het nationale record te rijden. De 27-jarige rijder uit Harencarspel reed toen op de ijsbaan van Amersfoort in de voorgeschreven tijd een afstand van 30 kilometer en 56 meter. Langs het ijs werd hij toegeschreeuwd door Coen de Koning, tweevoudig Elfstedenwinnaar en houder van het officieuze werelduurrecord met een afstand van 32,370 km.
Zo werd de wisselbeker overhandigd aan Strijbis. Twee jaar later verbeterde hij in Hamar zijn afstand tot 32.660 meter, wat Vreugdenhil vandaag heeft overtroffen.
Dat verdient dus een wisselbeker, maar die is allang kwijt, zo meldt schaatshistoricus Marnix Koolhaas. En dan bestaat de Leidsche IJsclub ook al niet meer. We zullen het daarom bij een virtuele wisselbeker moeten houden voor de nieuwe houder van het werelduurrecord en daarmee dus ook het nationale record. Na 75 jaar hebben we dan eindelijk een tweede naam.
De huldiging na afloop